Karin Kienhuis (1999)

Door: Dick Heuvelman

Ze was in de jaren negentig van de vorige eeuw de koningin van het noordelijke judo. Liefst zeven nationale titels schreef ze op haar naam, waarvan eentje in teamverband met haar club De Mattekloppers. Ook pakte ze nog een handvol prestigieuze open titels, onder meer die van Hongarije, Groot-Brittannië, Nederland en Warschau. Een erelijst die in judoland op waarde werd geschat, want voor dit repertoire werd Kienhuis in 1998 uitgeroepen tot judoka van het jaar.

Hoe anders was dat in haar Groningen. Daar bleef de lof waardering uit. Liefst vier keer werd ze genomineerd voor de Provinciaal Groninger Sportprijs, evenzovele keren moest ze de eer aan iemand anders laten. Dat zat haar niet altijd lekker, zeker niet in in 1996 toen FC Groningen-voetballer Mariano Bombarda door de jury hoger werd ingeschat. Ze maakte van haar hart geen moordkuil toen de krant haar om een reactie vroeg. Ze snapte de nominatie van Bombarda niet eens. “Met alle respect voor hem,” spuwde ze haar gal tegenover de verslaggever van dienst, “hij is geen goed voorbeeld van een individuele sporter. Bombarda is een teamspeler. Hij kan niet presteren zonder zijn team. Als hij bij, ik zeg maar wat, bij Veendam had gespeeld, zou hij het dan ook zo goed hebben gedaan?”

Twee jaar later, in 1998 dus, liet ze haar frustratie andermaal de vrije loop bij dit Sportgala. Dit keer omdat ook ze, als lid van De Mattekloppers, ook nog eens de ploegenprijs aan haar neus, als ook die van Kyra Gerritsjans, Nynke Klopstra, Patricia Kalsbeek, Daniëlle Vriezema en Sylvia Winters, voorbij zag gaan. Terwijl dit gezelschap nota bene als enige genomineerde club landskampioen was geworden. 

De jury koos in dit geval echter voor Donar, de verliezend finalist van play-offs. Dit keer ging het stoom afblazen als volgt: “Natuurlijk wist ik wel dat we niet zouden winnen. De Mattekloppers heeft als studentenclub echt geschiedenis geschreven, maar Donar krijgt nu eenmaal veel meer publiciteit. Judo moet het met veel minder doen. Ik denk dat ik zelfs nog buiten de prijzen val als ik een keer Europees kampioen zou worden.”

Dat is er niet meer van gekomen, althans individueel. Met het Nederlands team  werd ze wel gekroond als Europa's beste. Dat gebeurde in 1994. Hoewel ze in 1999 ook nog flink in de bus blies, met onder meer het winnen van haar zesde en laatste nationale kampioenschap, bleef Kienhuis een vijfde nominatie bij de Groninger sportverkiezingen bespaard. Dat zat ze overigens niet mee.

Veel belangrijker was dat ze zich, net als in 1996, had gekwalificeerd voor de Olympische Spelen. Echter, ook op het podium met de vijf ringen in Sydney zat het de import-Groningse niet mee. Ze sneuvelde tot twee keer toe vroeg in het toernooi, waar gezien haar internationale ranking meer was verwacht.

Veel beter ging het Karin Kienhuis op Europees niveau. Met dank ook aan Jur Raatjes, de alom geroemde coach van De Mattekloppers. Hij kneedde de geboren Almelose, nadat die in 1989 in de stad was neergestreken om aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te gaan studeren, tot een topper. Dat werd geaccentueerd met met vier EK-medailles: twee zilveren en twee bronzen.

Daarmee werden haar opofferingen voor topsport toch passend beloond. Na Sydney ging het judokaarsje flikkerend uit. Ze stopte, toen weer niet, maar uiteindelijk toch wel. In 2001. Haar maatschappelijke carrière was toen al begonnen, bij het Huis voor de Sport. En ja, ze wilde ook een socialer leven. Kienhuis: "Ik heb bijvoorbeeld alle verjaardagen van mijn vader en moeder gemist. Zat ik altijd in het buitenland. Ze zeiden daar alle begrip voor hebben, maar zelf zat het me niet lekker.”

Groningen had ze inmiddels ook in haar hart gesloten. In de metropool van het Noorden heeft ze zich opgewerkt tot regiodirecteur van het Alfa College, unit Sport en Bewegen. Niet dat ze deze loopbaan had gepland, het kwam gewoon op haar pad. “Bij mij gaat niets gepland. Ik ging judoën omdat mijn buurjongetjes dat deden. Op een judokamp ontmoette ik een paar leuke mensen, die vaker dan een half uur per week trainden. Vervolgens werd ik gevraagd voor iemand in te vallen bij het Tournoi de Paris, één van de belangrijkste wedstrijden in de judowereld. Ik werd derde en was opeens topsporter.”   


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE