Kardinge

Door: Cees Hoek

In oktober 1993 opende de gemeente Groningen de poorten van sportcentrum Kardinge,  met onder andere een 400 meter kunstijsbaan en een schaatshal voor kunstrijden, shorttrack en ijshockey. 25 jaar na dato kunnen we vaststellen dat het Groninger schaatsen daarmee een grote dienst werd bewezen. Een half jaar voor de opening van Kardinge werd afscheid genomen van de onoverdekte kunstijsbaan aan de Concourslaan in het Stadspark. Schaatsen in Kardinge werd als een enorme vooruitgang ervaren. De grillen van moeder natuur waren voor een groot deel geëlimineerd en over het ijs stuiterende baanbeveiligingskussens als gevolg van een stormachtige westenwind waren definitief verleden tijd, het overdekte schaatsen had zijn intrede gedaan en een hausse aan persoonlijke records zorgde in de beginjaren voor veel euforie onder de wedstrijdrijders. Saillant detail in dit geheel, het eerste ontwerp van de nieuwe overdekte kunstijsbaan  in Groningen was zeer aansprekend en buitengewoon ambitieus. Het toenmalig college van burgemeester en wethouders, met daarin wethouder sport Henk Pijlman, zette echter een streep door het prestigieuze ontwerp, en eiste een veel soberder ontwerp met een aanzienlijk lager prijskaartje. Het tweede ontwerp werd uiteindelijk het Kardinge zoals we dat nu kennen. 

Ondanks het feit dat Kardinge in de basis meer kenmerken heeft van  een breedtesportaccommodatie dan van een topsportarena werd de baan een begrip in schaatsland Nederland. Het werd zelfs de sprintbaan binnen het Nederlandse schaatsen, nergens werd het nationaal sprintkampioenschap vaker verreden dan in Kardinge, waarbij de baan qua tribunecapaciteit wel voortdurend tegen zijn beperkingen aanliep. Kardinge heeft in de loop der jaren altijd de beschikking gehad over uitermate competente ijsmeesters. Henk Pastoor, Gerrit de Jonge en de onlangs afgezwaaide Gé Beetsma wisten op de momenten dat het nodig was een perfecte ijsvloer neer te leggen. Dit heeft tot op de dag van vandaag geleid tot een serie aansprekende baanrecords die in het internationale topschaatsen nog steeds niet misstaan. 

Binnen de schaatsbond KNSB is het denken over topschaatstoernooien de laatste jaren sterk geëvolueerd. Topschaatsen is totaalentertainment geworden met naast  de wedstrijden side-events en allerlei vormen van vermaak voor het publiek. Het comfort en welbevinden van de toeschouwers zijn steeds belangrijker geworden. Bij grote schaatswedstrijden horen inmiddels ook riante hospitalityfaciliteiten, bedrijven ontvangen in een sportieve ambiance graag zakelijke relaties. Moderne topsport gedijt in een topaccommodatie en in dat opzicht heeft  het voor enkele tientallen miljoenen ver(nieuw)bouwde Thialf in Heerenveen enkele lichtjaren voorsprong genomen op alle andere banen in Nederland, Kardinge incluis.

Als gevolg van de bovengeschetste ontwikkeling is het stil geworden in Kardinge, grote NK’s gaan aan Groningen voorbij en zullen niet snel weer terugkeren. Er zijn geruchten dat de gemeente de 400 meter baan over een aantal jaren wil gaan renoveren. Eén ding is zeker, elke poging om bij Heerenveen aan te sluiten qua voorzieningen, is gedoemd te mislukken, alleen al vanwege de financiën. Het aantal schaatstoernooien dat jaarlijks in Nederland meer dan 10.000 bezoekers trekt, is op de vingers van één hand te tellen. De Gruno-bokaal, een wedstrijd in de eredivisie van het Nederlandse schaatsen, ontsproten aan het brein van de Groninger schaatsstatisticus Taeke Plas, trekt slechts een handjevol belangstellenden. Kardinge upgraden naar een echte topschaatsbaan is derhalve een weinig rendabele investering. Zelf heb ik het idee dat hier voorrang moet worden gegeven aan een topaccommodatie voor de zaalsporten, die immers in Stad een grote potentie hebben. Waren de schaatsers blij met het nieuwe Kardinge, bij de ijshockeyers van Gijs ligt het inmiddels wel een beetje anders. De sfeer in de  ijshal in het Stadspark met hun grote successen uit die tijd maken inmiddels deel uit van verhalen uit de oude doos. In Kardinge bleek het niet mogelijk om aan deze oude tijden een passend vervolg te geven, de club zit er commercieel en sportief aan haar limiet. Recent kwamen berichten naar buiten dat de GIJS-selectie slechts één keer in de week kan trainen, omdat er niet meer ijs trainingsijs beschikbaar is, een lot dat ook de Groninger shorttrackers treft. Wellicht dat in de komende renovatie van Kardinge een 30 x 60 baan kan worden aangelegd op het middenterrein van de 400 meter baan. Al zal dat voor een verdere uitgroei van Gijs als club niet voldoende zijn. 


Cees Hoek

Over Cees Hoek

Cees Hoek is schaatsbestuurder van het gewest Groningen sinds jaar en dag. Geboren in Oldehove. Nu woonachtig in Harkstede. Cees schrijft met regelmaat een actuele of nostalgische column voor Sport in Stad.