Jannes van der Wal
Geboren en getogen in Friesland, in Driesum om precies te zijn, vond Jannes van der Wal zijn draai in Groningen. Dat gebeurde nadat hij zich op 18-jarige leeftijd had ingeschreven bij de Rijksuniversiteit voor een studie wiskunde. Zij het niet als student maar als dammer.
In Groningen vond hij hiervoor de gewenste inspiratie, met name in het vermaarde café De Evenaar in de Folkingestraat, hét ontmoetingscentrum voor alle denksporters in de stad. De buitengewoon eigenzinnige Jannes, zijn achternaam werd al snel overbodig, legde er de kiem voor een glorieuze damcarrière. Achter zijn naam prijken vier landstitels, diverse kampioenschappen in het sneldammen en als kers op de taart werd hij ook nog eens wereldkampioen. Goed schaken en bridgen leerde hij ook in de kroeg.
Met die wereldtitel, buitgemaakt in 1982 in Rio de Janeiro, schreef Jannes Groninger sporthistorie. Want hij staat voor eeuwig geboekt als de eerste stad-Groninger wereldkampioen. Pas in 2016 evenaarde Roel Boomstra, ook al een import-stadjer (afkomstig uit Emmen) de prestatie van de kleurrijke Friese Groninger.
Nee, Jannes was geen 'gewone', zoals ze in Groningen plegen te zeggen over iemand met afwijkend gedrag in doen en laten. Excentriek werd hij genoemd. Niet spraakzaam, wel spraakmakend. Maar als hij eens wat zei, raakte hij gelijk de kern. Zoals met dit citaat: “Een mens wordt geboren en een mens gaat dood. Daartussen bestaat de mogelijkheid om te dammen.”
En dat deed-ie, ongeacht de tijd van de dag. In De Evenaar kon hij altijd terecht, bij nacht en ontij. Hij damde er tot hij een ons woog. Voor de afwisseling gelardeerd met potjes schaak en bridge. Jannes had niet veel meer nodig dan een dambord in zijn leven. En voor thuis een piano. Want deed hij ook met overgave, pianospelen.
O ja, slapen mocht Jannes ook graag. Hij werd de beroemdste slaapkop van Nederland toen hij op weg naar Utrecht, waar het toernooi om het Nederlands kampioenschap aan de orde was, in de trein in slaap viel. Daardoor kwam er van overstappen in Zwolle niets terecht en werd per omgaande 'teruggetreind' naar Groningen. En nóg een keer vice versa, wil het verhaal. De kranten stonden er bol van, maar Jannes werd er niet heet of koud van. Het kwam zoals het kwam.
Net zoals die keer dat hij zich fotograferen in een nachtclub in Rio de Janeiro, met pretoogjes half liggend tussen de nagenoeg ontblote borsten van stripteasedanseres. Zo vierde Jannes de wereldtitel die hem enkele uren eerder ten deel was gevallen. Een keer wat anders dan stoeien met damschijven moest ook kunnen.
Nee, Jannes hoefde je niks te vertellen. En soms ook niets vragen. Mies Bouwman, destijds de leading lady van de Nederlandse tv, kan er over meepraten. Zij nodige de kersverse wereldkampioen uit voor haar talkshow. Maar dat leidde tot het meest bizarre tv-interview aller tijden. Na een vraag, die in Jannes' beleving dom was (Mies vroeg naar zijn leeftijd, dat had ze – vond Jannes – kunnen weten), viel de kampioen compleet stil. Wat Mies ook vroeg, Jannes deed er obstinaat het zwijgen toe. Heel Nederland gniffelde mee.
Een lang leven was Jannes, die niet op een gezonde levenswijze kon worden betrapt, niet beschoren. Nog geen veertig jaar bezweek hij aan de gevolgen van leukemie. Maar niet eerder nadat hij in de laatste weken van zijn leven, samen met collega Auke Scholma, nog even het 'doordammen' had bedacht. Op die manier moest het grote remisepercentage in deze sport worden teruggedrongen. Remiseren was hem te min.