Jan van Dooyeweerd

Door: Henri van Voorn

De drafsport floreerde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in Groningen. Tijdens hoogtijdagen kwamen er meer dan 5.000 toeschouwers naar de fraai baan in het stadspark. Aan het einde van de vorige eeuw werd het allemaal minder. Wat men de sport niet kan afnemen is de rijke historie. Onder het motto “gelukkig hebben we de verhalen nog” haalt Henri van Voorn af en toe herinneringen op.

Wie herinneringen ophaalt aan de drafsport kan beslist niet om Jan van Dooyeweerd heen. In de periode tussen 1956 en 2000 runde hij een succesvolle stal. Eerst op de renbaan Duindigt en vanaf 1962 in Zwaanshoek onder de rook van Schiphol. Aanvankelijk met zijn broer Stef en later met zijn zonen Bert en Jan junior. De laatste nam het bedrijf in 2000 over en is nog steeds als trainer/pikeur actief aan de Spieringweg. Zoon Bert nam een andere afslag en werkt al jaren bij Runnerz, de firma die het afsluiten van weddenschappen op de draverijen en rennen in ons land mogelijk maakt.

Jan van Dooyeweerd was niet alleen een groot trainer, maar ook een succesvol pikeur. Hij won op de sulky maar liefst 2.251 koersen. Een aantal waar hedendaagse toppikeurs jaloers naar kijken, maar waarbij aangetekend moet worden dat er in de hoogtijdagen van Jan van Dooyeweerd soms iedere dag in ons land op een of twee banen gekoerst werd. Tegenwoordig moeten we het doen met een of twee koersdagen per week.

Hoe groot Jan van Dooyeweerd was bleek wel, toen zijn plotselinge overlijden in maart 2005 zelfs het NOS-journaal haalde. Na “ome Jan” zoals velen in de sport hem noemden is niemand uit de drafwereld dat meer gelukt. Als je kijkt hoe weinig aandacht de landelijke media nog voor de drafsport heeft dan zal dat ook wel zo blijven. In de Volkskrant besteedde Peter Brusse aandacht aan het overlijden van Jan van Dooyeweerd. Brusse belde me om te vragen wat er nu zo bijzonder was aan “ome Jan”.

Dat was zonder twijfel dat Jan oog had voor public relations en een meester was op het gebied van illusies verkopen. Hij wist als geen ander dat zijn klanten vaak voor veel geld een draver kochten en dat een maandje trainen en verzorgen ook bepaald niet goedkoop was. Bovendien was een maand zo voorbij. Hoewel ome Jan veel koersen won waren er natuurlijk meer koersen die niet het gewenst succes opleverden. Jan stapte dan van de sulky en vertelde de eigenaar uitvoerig over zijn bevindingen.

Vrijwel altijd ging de eigenaar dan naar huis met de heerlijke gedachte “we hebben vandaag dan wel niet gewonnen, maar het kan haast niet anders dat het de volgende keer wel lukt. Van Dooyeweerd zijn verhalen na verloren koersen stond in schril contrast tot wat sommige van zijn collega’s na een nederlaag eruit kraamden.  Teksten als “Ik word helemaal misselijk van die bok, wat is het toch een vieze staker, hij is te veel hengst en z’n kloten moeten er nu echt af, hij heeft geen karakter” zijn een kleine bloemlezing van wat teleurgestelde pikeurs hun eigenaren toeriepen op het stalterrein.

Het was geen wonder dat Jan van Dooyeweerd zijn hele leven grote vooraanstaande eigenaren aan zijn stal wist te binden. Eigenaren die investeerden in goede paarden. Van Dooyeweerd kocht niet alleen in Nederland maar ook in Frankrijk en Amerika. Als zijn klanten iets “speciaals” wilden, dan zorgde Jan daarvoor. Een van zijn grote eigenaren was de heer Schoonheim van stal Rotterdam. Die kwam af en toe in een grote auto met chauffeur bij de stal in Zwaanshoek langs om te kijken hoe het met zijn toppaarden ging.

En toppaarden had stal Rotterdam. De bekendste is Jojo Buitenzorg waarmee van Dooyeweerd veel succes had. Ook in Groningen waar Jojo schitterde in de Grote Prijs van Nederland, de Grote Fokkersprijs en de Grote Joh. Smitprijs. Legendarisch zijn de duels die Jojo met zijn iets oudere rivaal Henri Buitenzorg uitvocht. Eigenaar Schoonheim was kennelijk zo onder de indruk van Henri dat hij Jan van Dooyeweerd opdracht gaf om Henri zijn volle broer, Menri Buitenzorg, aan te schaffen. Daar waar Henri en Jojo beide meer dan twee ton in euro’s verdienden, daar bleef de teller van de bepaald niet goedkopen Menri op nul staan. Ongetwijfeld heeft ome Jan aan eigenaar Schoonheim uitgelegd dat de broer van Pavarotti ook niet kon zingen.

Jan van Dooyeweerd werd vijfmaal kampioen bij de beroepspikeurs, won zeven keer het Kampioenschap van Nederland, tweemaal het Kampioenschap van de Nederlandse paarden en viermaal de Gouden Zweep. Jan won die koers in de tijd dat de zweep nog door Prins Bernhard werd uitgereikt. Een van die Gouden Zweep zeges vond in Groningen plaats. Jan won daar verrassend met Hardy Regina na een koers die hij zelf omschreef als “ik had het helemaal die middag, ik zat op de sulky en voelde dat het niet mis kon gaan”.

Ook in de Sweepstakes in het stadspark van Groningen was Jan meerder keren succesvol. Hij won die koers maar liefst zeven keer. Met de hengsten Discovery, Firmin, Torpedo Fortuna en Brahms Melody en met de merries Paarl D, Rosella W en Ilse Hanover.  Voor verslaggevers was Jan van Dooyeweerd een ideale man om mee te werken. Voorkomend, gastvrij en altijd positief. Het moet Jan zeer gedaan hebben dat er tussen zijn eigenaren zo af en toe een vreemde eend zat die niet paste bij de allure die ome Jan uitstraalde.

Zo kocht hij voor stal De Flipper de topper Varinsja. Dat paard werd in 1983 door de Amsterdamse fiscus geveild, omdat de man achter stal De Flipper, Heineken ontvoerder Cor van Hout vast zat en schulden had. Een ander bijzonder heerschap was Gerrie Veldhuisen. Hij kocht voor veel geld het talent Utahbon en reed daar zelf mee in amateurkoersen. Jan van Dooyeweerd kwam ook regelmatig met dat paard naar Groningen als er een amateurkoers op het programma stond.

Toen ik ome Jan vroeg wat de achtergrond van deze nieuwe eigenaar was kreeg ik als antwoord. “Hij legt wegen aan in Amsterdam”. Ik zag het de bijna verlegen Gerrie niet doen, maar maanden later kwam de aap uit de mouw. Gerrie stond als Gerrie V. op de voorpagina van de Telegraaf met als beroep “importeur van Thaise bruiden”. Het respect dat we als journalisten voor ome Jan hadden zorgde ervoor dat we hem maar niet aan dit soort ‘ongelukjes’ herinnerden. We koesteren liever de herinnering aan zijn toppaarden zoals Diogen, Eland, Double Six M, Marseille, Tabor, Bailly II, Meadow Wingfield en natuurlijk Jojo Buitenzorg.

 


Henri van Voorn

Over Henri van Voorn

De drafsport floreerde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in Groningen. Tijdens hoogtijdagen kwamen er meer dan 5.000 toeschouwers naar de fraai baan in het stadspark. Aan het einde van de vorige eeuw werd het allemaal minder. Wat men de sport niet kan afnemen is de rijke historie. Onder het motto “gelukkig hebben we de verhalen nog” haalt Henri van Voorn af en toe herinneringen op.