Jan Uitham

Door: Dick Heuvelman

Beeld: Archief Jan Kanning

Eigenlijk is Jan Uitham een buitenbeentje in deze serie. Hij vindt zich namelijk helemaal geen topsporter. Het tekent de bescheidenheid van de schaatsheld uit Noorderhoogebrug, die nagenoeg alles wat hij op de gladde ijzers heeft gepresteerd, relativeert. Zoals in 1963, toen hij zijn tweede plaats in de meest heroïsche Elfstedentocht aller tijden afdeed met de opmerking “Ach, ik ben slechts de eerste verliezer.”

Het typeert zowel de sportman als de mens Jan Uitham. Geen blabla-man, maar iemand die model staat voor mensen die bescheidenheid hoog in hun vaandel hebben staan. Groninger nuchterheid ten top. Hoezo, topper in het marathonschaatsen? Hij heeft die status nooit zo ervaren. Nee, hij bewoog zich slechts als een verbeterde schaatstoerist over het ijs. Winnen of prijzen pakken was nooit zijn doel.

In het boek Goud, ja, waarin hij met nog een aantal Groninger sporthelden is geportretteerd, onthulde hij dat het hem slechts om het bewegen ging. Dat was zijn drijfveer, niet meer en niet minder. Die instelling had alles te maken met zijn jeugdjaren, toen hij als zesjarige een rugkorset met stang kreeg aangemeten nadat er scheefgroei bij hem was geconstateerd. Zes jaar liep moest hij in dit knellende keurslijf rondlopen. Als twaalfjarige kon hij zich weer vrij bewegen en dat deed Janneman dan ook naar hartenlust. Hij leefde zich uit in zwemmen, schaatsen en kanoën.

Schaatsen leerde hij op de slootjes achter de ouderlijke boerderij. Vader Uitham vond het mooi en rijdt met zoonlief in 1942 de Noorder Rondrit. Pa ontdekte toen het schaatstalent van Jan, toen deze aanhaakte bij een stel jongens dat hen inhaalde. Jan haakte aan, Uitham sr. bleef achter. Aangekomen in finishplaats Winsum bleek dat de jonge Uitham als achtste in de uitslag stond genoteerd. Hij had de snert al op, toen pa binnenkwam en dit zei: “Doe kinst goud scheuveln, mien jong. Kriegst van mie een poar nije scheuvels.”

Jan Uitham, van 2 januari 1925, was toen zeventien jaar. Omdat er in die oorlogswinter eveneens een Elfstedentocht werd aangekondigd, togen vader en zoon Uitham ook naar Leeuwarden. Weer als toerrijders, maar eenmaal voor de inschrijftafel staand in de Friese hoofdstad, stelde pa Uitham voor mee te doen aan de wedstrijdtocht. Dan konden ze eerder van start gaan en waren in elk geval donker binnen. Jan vond het prima, hij vond het een geweldig avontuur. “Het was de eerste keer dat ik de provincie Groningen uit ben geweest.”

Uitham jr. kwam als 125ste over de finish. Maar furore maakte de boerenzoon pas 21 jaar later, toen de Tocht der Tochten onder Siberische omstandigheden werd verreden. In de schaduw van de ongenaakbare Reinier Paping schrijft hij ook een een bijzonder hoofdstuk. Een verhaal waarin zijn grote opofferingsgezindheid heel Nederland beroerde. Wat was het geval? Als meest fitte van de achtervolgers op Paping, bekommerde Jan Uitham zich vooral om zijn medestrijder Jeen van de Berg, de winnaar van 1954. De Friese legende was gaandeweg sneeuwblind geworden.

Nadat hij pardoes tegen een brug was gereden, wilde Jeen opgeven. Maar Uitham, gehuld in zijn karakteristieke Noorse 'gratentrui', weerhield hem daarvan en leidde Jeen gelijk een blindengeleidehond naar de verlossende eindstreep op de Bonkevaart. Daar finishte Uitham als tweede en in zijn kielzog trok hij de zwaar gehavende Jeen letteroijk en figuurlijk nog naar een ook al gedenkwaardige derde plaats.

Zijn Elfstedenloopbaan omvatte uiteindelijk liefst 55 jaar. In 1997 – hij was toen al 72 jaar – haalde hij zijn laatste kruisje. Geheel in stijl dit keer trouwens, in de toertocht. Het kostte hem wel een gebroken heup, gevolg van een val in de laatste kilometers. Maar opgeven staat niet in zijn vocabulaire. In het Academische Ziekenhuis reageerde hij op zijn Uithams toen hem werd gevraagd waarom hij niet direct had opgegeven. “Dan had ik hier ook gelegen, maar zonder kruisje.”


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE