It’s Miller time!

Door: Klaas Stoppels


Dit artikel werd eerder geplaatst op 23 november 2020.

In 1970 promoveerde Donar naar de eredivisie. Daarvoor was de van origine studentenclub voornamelijk actief op recreatief niveau. Profbasketbal begon in Groningen eigenlijk pas echt toen in 1973 met Nationale Nederlanden de eerste hoofdsponsor werd aangetrokken. Dit gaf mogelijkheden tot het rekruteren van betere (lees) buitenlandse spelers. Pete Miller (4 mei 1952) was zo’n Amerikaanse guard die in de beginperiode van het professioneel basketbal in Nederland voor Donar speelde. Van 1975 tot en met 1978 stond hij onder contract bij de Noorderlingen.

Miller begon zijn loopbaan bij een kleiner college, mede doordat zijn broer daar de coach was. Na een jaar werd zijn broer ontslagen als coach. Miller speelde nog een half jaar voor de nieuwe coach, maar een gebrek aan vertrouwen deed hem belanden bij San José State University. Miller studeerde tot 1975 aan de San José State en speelde met deze universiteit in de toenmalige Pacific Coast Conference Division 1. Miller liet goede cijfers zien; hij scoorde gemiddeld zo’n 14 punten per wedstrijd, plukte bijna 6 terug kaatsers van het bord en strooide daarnaast ook nog bijna 4 assists per wedstrijd. Hij werd in beide seizoenen dan ook gekozen in het All Pacific Conference team en was daarnaast ook een paar keer speler van de week. Vanuit de NBA ontstond er dan ook belangstelling voor Miller, maar het lot besliste anders: “Ik had aan de West Coast een goede naam opgebouwd. Ik werkte hard en had een goede mentaliteit. Mede daardoor bestond er vanuit de NBA belangstelling van o.a. Golden State en Chicago waar ik try-outs mocht komen doen.” Via Fred DeVaughn (speelde 2 seizoenen in Groningen van ’73 t/m ’75) kwam Donar in contact met coach Ron Mulder. Ron was nog in Zuid-Californië en kende de broer van Miller. Hij zocht hem op, vertelde dat hij in Nederland ging coachen en of dat wellicht iets voor zijn broer zou kunnen zijn. “Uiteindelijk belde Ron mij op en vroeg aan mij of ik belangstelling had om in Nederland te gaan spelen. Uiteraard wilde ik dolgraag naar de NBA en besloot nog even de boot af te houden. Na een paar weken belde Ron weer en moest ik een beslissing maken. Aangezien ik nog niks van de NBA had gehoord besloot ik om in Nederland te gaan spelen.”

Al gauw zat Miller samen met zijn nieuwe coach in het vliegtuig richting Nederland. Het vliegtuig landde in Luxemburg waar mensen van de club en van de sponsor Nationale Nederlanden, de nieuwe coach en speler verwelkomden. Karel Bakker was 1 van de mensen daar aanwezig en was de toenmalige voorzitter van Donar. Hij kon niet wachten om met de aanwinsten naar Groningen te rijden. Om deze lange reis met goed gevolg af te kunnen leggen stelde Karel voor om eerst even de inwendige mens van brandstof te voorzien. Dat liep allemaal goed, totdat Miller even naar het toilet moest en zich enigszins geschrokken weer bij het gezelschap voegde. Miller schiet in de lach als hij eraan terugdenkt: “Ik doe de deur open en in plaats van een wc zie ik een gat in de grond waar je kennelijk boven moest gaan hangen. Toen dacht ik wel even waar ben ik in hemelsnaam beland.” Na een voorspoedige, maar lange rit, kwam het gezelschap in Groningen aan en kon Miller beginnen aan zijn eerste buitenlands avontuur.

Miller werd door sommigen gezien als een zogenaamde combo guard. Af en toe werd hij op de point-guard positie gezet, maar zoals hij het zelf formuleert: “Ook op de point-guard positie kregen mijn shooting instincts snel weer de overhand. En we hadden ook een prima point-guard dat jaar, te weten Jos Timmer.” Miller ontpopte zich als een echte scorer, hij scoorde in de eerste 10 wedstrijden maar liefst 271 punten. Daarnaast werd Miller in al zijn 3 seizoenen bij Donar verkozen in het All Defense Team. Gevraagd naar spelers die hem vanuit zijn eerste seizoen zijn bijgebleven somt hij moeiteloos een rijtje namen op: “Arend Jan Julius, Jan Kamman, Leo Wubbolt, Jimmy Dijkstra en natuurlijk Renzo Zwiers, echt één van de beste spelers waar ik mee heb gespeeld.”

Algauw werd Miller door het Groningse publiek op handen gedragen. Zo kreeg hij onder andere een staande ovatie van het Groninger publiek tijdens een Harlem Globetrotter optreden in de Evenementenhal. Miller hierover: ”De avond voordat de Harlem Globetrotters optraden in de E-hal speelden wij tegen Haarlem. Die avond kon ik niet missen en schoot 17 op 17 van het veld. De volgende avond ging ik naar de E-hal om een vriend van mij te ontmoeten die destijds bij de vaste tegenstander van de Globetrotters speelde, de Washington Generals. Toen ik de kleedkamer binnenkwam leek het alsof de rookmachine die normaliter werd gebruikt om het voorstellen van de spelers wat meer schwung bij te zetten, nu hier stond. Ondanks de ‘mist’ zag ik mijn maat en na wat bijgepraat te hebben ging ik op zoek naar mijn stoel in de hal. Toen ik de hal in kwam lopen ging het hele publiek staan en begon spontaan te klappen. Op deze wijze spraken ze hun waardering uit voor mijn wedstrijd van de avond ervoor. Dat moment was voor mij heel bijzonder en bezorgd me nog steeds kippenvel als ik eraan terugdenk.”

In het 2e seizoen kreeg Donar een nieuwe coach; Bob Kloppenburg stond dat jaar voor de groep. Miller kon het goed met hem vinden en speelde wederom een solide seizoen. In het 3e seizoen stond er wederom een andere coach voor de groep: Jim Parks. In datzelfde seizoen sloot zich nog een guard aan bij Donar. Ene John Franken kwam het team versterken. Miller vormde samen met Franken één van de betere ‘backcourts’ in de historie van het Nederlands basketbal

Na het 3e seizoen ging Miller zoals gebruikelijk naar huis. Er waren gesprekken gaande om er een 4e seizoen aan vast te plakken, maar de nieuwe coach Chuck Campione wilde graag een grote Amerikaan en dus liepen de onderhandelingen stuk. Miller bleef eerst in Amerika, maakte zijn studie af en begon te coachen. Daarnaast speelde hij nog in verschillende zogenaamde ‘City Leagues’ in het zuiden van Californië. Dit deed hij om zijn droom, spelen in de NBA, levend te houden. Hij was er een paar keer dicht bij, o.a. bij de San Diego Clippers, nu beter bekend als de Los Angeles Clippers. “Mijn tas stond al gepakt maar op het laatste moment besloot de toenmalige coach een oud-speler van hem nog een kans te geven en dus was er voor mij helaas geen plekje meer over” aldus Miller. Wachtend op wat er komen ging, legde Miller zich steeds meer op het coachen toe. Totdat de Duitse club Leverkussen aan de lijn hing. Miller herinnert zich nog goed hoe Leverkussen bij hem kwam. “Toen ik bij Donar speelde hebben we een aantal oefenwedstrijden tegen Leverkussen gespeeld. Bij Leverkussen speelde toen ene Greg Lee, een oud UCLA-speler. Toen Greg in ‘79 Leverkussen verliet werd zijn broer daar de nieuwe coach. In de zomer daaraan voorafgaand coachte ik op diverse basketbal Camps door heel Amerika. Ten tijde van het Magic Johnson kamp hadden we op een dag een gast, luisterend naar de naam Bill Walton. Bill had Greg Lee meegenomen als passer en rebounder en ik raakte met Greg aan de praat. Hij vertelde mij dat zijn broer in Duitsland coachte en of dat niks voor mij zou zijn. Ik vertelde hem dat ik geïnteresseerd was. De week erop belde zijn broer Jim Lee mij en na een goed gesprek was ik weer onderweg naar Europa.”

Gedurende zijn periode in Leverkussen raakte Miller goed bevriend met teamgenoot John Ecker en zijn vrouw, tweevoudig olympisch kampioene Heide Ecker-Rosendahl. Op een dag zaten de drie te genieten van een glas Southern Comfort toen de telefoon ging. “Dat was de voormalige burgemeester van het Olympisch dorp. Hij was nu de voorzitter van de basketbal afdeling in München en had via een sponsor wat extra geld te besteden aan een Amerikaan. Hij vroeg aan Heide of zij wellicht iemand kende. ‘Hell ya, hij zit hier in mijn woonkamer te genieten van een glas Southern Comfort’, riep ze. De volgende dag zat ik in de trein naar München, tekende daar een contract en speelde er 3 seizoenen. Na die 3 seizoenen kwam mijn loopbaan als speler tot een eind en begon mijn coaching loopbaan zich steeds verder te ontwikkelen.

Van 1985 tot 1987 werkte Miller als trainer in München, van 1987 tot 1989 bij SG München en van 1989 tot 1993 bij de tweede divisie Lotus München. In 1993 verhuisde Miller naar Landshut, waar hij als sportdirecteur en ook kort als trainer aan de slag ging. Na een uitstapje in Würzburg keerde hij in 2000 terug naar Landshut en was daar tot 2005 actief als sportdirecteur, assistent-coach van het herenteam en hoofdtrainer van het tweede herenteam. In de zomer van 2005 werd hij ingehuurd door Bundesliga club Telekom Baskets Bonn als sportdirecteur. In 2008 stapte Miller over naar het land waar zijn buitenlandse avontuur begon. Hij ging aan de slag bij Aris Leeuwarden als hoofdtrainer. Daar bleef hij drie jaar in functie. In het seizoen 2009/10 bereikte Aris onder zijn leiding de halve finale van de kampioensronde in de Nederlandse eredivisie. Vervolgens ging Miller naar Oostenrijk Met Wels bereikte hij in 2012 de halve finale van de play-offs en 2013 bereikte hij met die ploeg de kwartfinales. In maart 2015 nam hij voor slechts 3 wedstrijden de functie van hoofdtrainer over bij het met degradatie bedreigde Chemnitz 99 in de 2e Bundesliga. Oorspronkelijk zou Miller daar in het seizoen 2015-2016 aangesteld worden als sportdirecteur maar het management van Chemnitz had geen vertrouwen meer in de zittende trainer om degradatie te ontlopen. Het lukte Miller om 2 van de 3 wedstrijden winnend af te sluiten waarmee degradatie werd voorkomen. Miller werd daarna sportdirecteur maar in maart 2016 kwam de samenwerking tot een einde. Miller wordt nog steeds pissig als hij erover praat: “Als het bestuur je gaat vertellen welke speler er moet spelen en achter je rug om spelers gaat beïnvloeden, dan wordt het drijfzand. Het enige goede wat ik aan deze periode heb overgehouden is mijn vriendin Simone.”

En toen klopte Donar weer aan de deur. Miller heeft altijd contact gehouden met de club en zag een prachtige mogelijkheid om de cirkel rond te maken. “Wat is er mooier om je carrière te beginnen en te beëindigen bij dezelfde club!” Sinds 2016 staat Miller aan het roer van de Basketball Academy in Groningen, het RTC Noord. Een job waaruit hij ontzettend veel voldoening haalt. “Het is geweldig om te zien hoe de talenten zich ontwikkelen. Niet alleen op het gebied van basketbal, maar ook op het maatschappelijke en sociale vlak. Dit alles gebaseerd op mijn filosofie die ik heb geïntroduceerd. waarbij ik niet alleen kijk wat voor fundamentals we ze aanleren, maar vooral hoe we ze dat aanleren. Samen met de andere trainers doen we daar echt een hele goede job. Daar ben ik ontzettend trots op.”

Pete Miller was een groentje van 23 jaar toen hij voor het eerst voet zette op Nederlandse bodem. Hij schrok zich kapot van de toiletten in Europa, maar toen hij daar eenmaal doorheen had gekeken beviel het leven in Europa hem steeds beter. Nu, 45 jaar later, is hij weer terug bij de club waar hij begon. Daartussenin ligt een verhaal van basketbal; eerst als speler later als hoofdcoach, jeugdcoach, sportdirecteur en nu als opleider van talentvolle basketballers. Als Miller al die gebeurtenissen bij langs loopt, mompelt hij bijna onverstaanbaar en nog steeds in het Engels: “Man, I should write a book about this journey.” Ik zeg doen!


Klaas Stoppels

Over Klaas Stoppels

Hij is een geboren en getogen Stadjer. Van jongs af aan besmet met het basketbalvirus. Klaas Stoppels was onder meer headcoach van Aris en Martini Sparks. Is trainer van de Basketbal Academy Groningen oftewel RTC Noord. Hij verdient z'n eurootjes als grafisch ontwerper. Klaas schrijft met regelmaat over het wel en wee van het Groningse basketballand.