Italianen
Op de eerste dag van september vertrok team Nederland, bestaande uit Alexander Baliakin, Casper Remeijer en mijzelf naar Italië voor het EK landenteams. Ondanks het missen van de drie Nederlandse WK-deelnemers (Groenendijk, Van IJzendoorn, Slump) en de studerende Roel Boomstra toch wel een sterk team. Behalve twee squadre uit Italië moesten we het opnemen tegen Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland, Tsjechië en België.
De voorbereiding bestond uit het ons instellen op twee keer pasta per dag en een lange reis. Speellocatie was Chianciano Terme, een Toscaans kuuroord waar reeds in de Romeinse tijd gewone stervelingen (maar ook bijvoorbeeld Horatius) de bronnen bezochten vanwege hun helende werking. Een bezoek aan de thermen zat er voor ons niet in, aangezien het damprogramma overvol zat met naast het klassieke programma ook een rapid- en blitzkampioenschap.
Überhaupt aankomen in Italië werd voor mij enigszins penibel, toen ik onderweg naar vliegveld Eindhoven in Zwolle pardoes in de trein naar Leeuwarden stapte. Bij het horen van ‘station Meppel’ besloot ik toch maar weer richting het zuiden te gaan. Vlucht uiteindelijk gehaald, die bleek ook vertraagd te zijn (piloot zat in dezelfde trein naar Leeuwarden). Vanaf vliegveld was het vervolgens nog een bus, een sneltrein en een boemeltje om vervolgens rond elf uur ’s avonds op het treinstation van Chianciano Terme aan te komen en mee te gaan met…, met wie eigenlijk? Een ijsje, een cappuccino en anderhalf uur verder kwam onze transfer om ons na een nachtelijke achtbaanrit door de Toscaanse heuvels veilig en wel af te zetten bij het hotel…
Daarmee hadden we al wel genoeg avontuur gehad en konden we ons goed richten op het dammen (en het eten van pasta). Totdat de Italianen (een volk in Stad welbekend van het liedje van Pé en Rinus, al ging dat voornamelijk over hun spel met de dames, in plaats van dama, zoals dammen daar genoemd wordt) de voorlaatste avond besloten een voetbalwedstrijd te organiseren. Teamgenoten Alexander en Casper geloofden het wel, maar coach Rik Keurentjes en ik schreven ons als ware thrill-seekers in.
We werden niet teleurgesteld: het voetbalveldje bleek onvindbaar te zijn en na een autorit van een half uur op de achterbank bij de passievolle president van de Italiaanse én Europese dambond kwamen we uiteindelijk bij een voetbalclubje terecht. De ‘reservering’ werd enigszins bemoeilijkt door een training die nog gaande was. Maar goed, uiteindelijk hebben we lekker gevoetbald en wisselend in de rol van Van der Sar, De Ligt, Sneijder en Van Basten met het team ‘rest van de wereld’ de fanatieke Italianen op 2-2 gehouden. Terug bij het hotel (dat in werkelijkheid op niet meer dan vijf minuutjes rijden lag) werden we verwend met cantuccini en goede wijn om na de inspanning welverdiend te ontspannen.
En het dammen dan? Na in de eerste rondes België, Italië 2 en Tsjechië over de knie gelegd te hebben, kwam een domper tegen Wit-Rusland. Op het eerste bord verloor ik na een wilde partij tegen grootmeester Watoetin, terwijl mijn teamgenoten niet verder kwamen dan remises. In de daaropvolgende wedstrijden gaf teamdiscipline wel de gehoopte resultaten: Oekraïne werd met 4-2 verslagen en Rusland na een kansrijke wedstrijd op 3-3 gehouden. De laatste ronde tegen Italië 1 werd nog spannend met lastige partijen voor Alexander en Casper (hadden ze toch maar mee moeten gaan voetballen?), maar resulteerde uiteindelijk in een goede 5-1 overwinning.
Daarmee stonden we tijdens de prijsuitreiking – in het fraaie thermenpark, uiteraard anderhalf uur te laat begonnen – op de tweede trede van het podium, na Rusland, maar nog vóór Wit-Rusland. Ook in het rapid- en blitzkampioenschap haalden we ook medailles, respectievelijk brons en zilver. Terug in Nederland houd ik me momenteel bezig met de organisatie van de Damweek Hijken, met als hoofdact het wereldkampioenschap rapid. Na deze ervaring in Toscane overweeg ik degelijke Hollandse afspraken wel eens te vervangen door Italiaanse spontaniteit…