In memoriam Henk Nienhuis (1941-2017)
Beeld: archief Jan Kanning / Henk Nienhuis in 2010
Terwijl ik zaterdag in de startblokken stond om naar een korfbalpotje van Nic. af te reizen, rinkelde de telefoon. Een vriendinnetje uit Veendam meldde dat Henk Nienhuis was overleden. Ik moest enkele malen hevig slikken. Had Henk als voetballiefhebber vaak zien spelen in het shirt van Veendam aan de Langeleegte en verderop in het leven kreeg ik als journalist met hem te maken als assistent-trainer van FC Groningen, hoofdtrainer van Veendam, directeur van FC Groningen en tenslotte directeur van Veendam. Het was altijd een feest om in de slag te gaan met 'boertje' Nainhoes. Henk gaf ten allen tijde ongezouten z'n mening, had maling aan Jan en alleman, zocht altijd de confrontatie, was beurtelings nukkig en charmant en hield zich 24 uur per dag bezig met z'n job en passie: het voetbal.
Geboren in 1941 in het pittoreske Drentse dorp Nieuw Buinen rees de ster van Henk razendsnel bij de plaatselijke voetbalclub. Als jongeling van vijftien maakte hij z'n debuut in de hoofdmacht. Zes jaar later kreeg Henk z'n eerste contract van Veendam. Op het middenveld was hij vele jaren de motor van het elftal tot een kuit-en scheenbeenbreuk alsmede een verbrijzelde enkel z'n debuut in Jong Oranje in de weg stonden. Een revalidatie van een jaar volgde. Henk haalde vervolgens z'n oude niveau tot verdriet van velen niet meer. In 1973, na tien jaar en ruim 300 matches, in het shirt van Veendam sloot hij z'n actieve carrière af. Vanaf dat moment was de trainer Henk Nienhuis geboren. Hij trad aan bij z'n jeugdliefde Nieuw Buinen.
Ineens kreeg FC Groningen die uiterst gedreven bijna maniakale Henk in het vizier. Als assistent van Theo Verlangen maakte hij z'n entree in het Oosterpark. Het was een mooi koppeltje, de rap van de tongriem gesneden Hagenees Theo gekoppeld aan de recht voor z'n raap mentaliteit van Henk. Het Oosterpark trilde vaak op z'n grondvesten. Toch slaagden de voetbaldieren erin om FC Groningen weer naar de Eredivisie te loodsen.
Vervolgens klopte weer een oude liefde aan de deur van Henk. In 1984 werd hij aangesteld als hoofdtrainer van Veendam. Twee jaar later was het al zover. De Langeleegte stond in vuur en vlam. Henk Nienhuis had Veendam voor het eerst in de historie de Eredivisie-status bezorgd. Het verblijf van dat kleine clubje tussen de voetbalgrootmachten was evenwel van korte duur. Een jaartje later was Veendam het haasje.
Echte droefenis was er niet aan de Langeleegte. Onder Henk's motto: 'Niet lullen, maar poetsen' vloog Veendam in de Eerste divisie weer over de akkers. Een mirakel volgde in 1988. Weer promoveerde Veendam aan de hand van Henk naar de Eredivisie. Machtige tijden waren het aan de Langeleegte en het was na afloop altijd feest tot diep in de nacht. Maar ja, bedrijven met groot geld investeerden liever in clubs als FC Groningen en Heerenveen. Het was dus onvermijdelijk dat Veendam na een jaartje weer de klos was. Bij Veendam was Henk al jaren ook de allesregelaar. Hij deed de aan-en verkoop van spelers, voerde het hoogste woord tijdens contractbesprekingen, regelde sponsoren, pompte de ballen op, schoor het gras en deed de was.
Al die activiteiten bleven niet onopgemerkt. In 1990 werd Henk benoemd tot directeur van FC Groningen. Z'n grootste verdienste was de introductie van businesseats op de omgeturnde hoofdtribune. Niet alles liep evenwel gesmeerd. Z'n permanente openlijke kritiek op tactische vondsten van trainer Pim Verbeek kostte de joviale trainer tenslotte z'n job. Ook lag Henk regelmatig in de clinch met bestuurder Wim Everards. Collega Henk Kok was destijds ooggetuige van een woeste achtervolging op de snelweg richting Hoogezand. Kok reed keurig 140 en zag opeens in een flits een grote Volvo voorbij komen met een snelheid van 190 km. Achter het stuur: Henk Nienhuis. Luttele minuten later gevolgd door een gigantische Mercedes, die volgens Kok wel 220 km reed. Aan de knoppen: Wim Everards. Kok ging in Veendam op onderzoek en ontdekte beide bolides bij de villa van Henk Nienhuis. Beide heren zaten inmiddels aan de wijn na een hevige aanvaring in het Oosterpark.
Na drie jaar FC Groningen sloeg Henk een nieuwe weg in. Algemeen directeur van Veendam werd z'n laatste job. Vele jaren hield hij de club in de benen. Het leverde hem een bronzen beeld op aan de Langeleegte en een Koninklijke benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Na z'n pensionering bleef hij de Langeleegte frequent bezoeken en schalmde vanaf de hoofdtribune met regelmaat: 'Man, man, man' en 'Trainer wisselen'. De aanloop en het uiteindelijke faillissement van Veendam ging hem zeer aan het hart. Hij had het dolgraag voorkomen maar was toen al ongeneeslijk ziek. Z'n wilskracht en onverzettelijkheid hielden hem langer op de been dan werd aangenomen. Nu is Henk er niet meer maar vergeten worden zal hij nooit. Een echt voetbalicoon en markante persoonlijkheid is heen gegaan. Henk mocht 75 jaar worden. Moge hij rusten in vrede.