“I love it when a plan comes together”
Door: Eddy Kiemel
Beeld: Shutterstock (bewerkt)
Het Nederlands Kampioenschap is alweer geweest. Voor de meeste atleten het hoogtepunt van het seizoen. Nu nog het Wereldampioenschap met Thijmen Kupers en het seizoen zit er weer op. Best gek eigenlijk. Acht tot twaalf wedstrijden en we gaan we 40 weken trainen op weg naar het volgende doel. Gelukkig hebben we ook nog wegatleten voor het voor- en najaar, anders werd het voor mij als trainer wel erg saai.
De tijd van de evaluaties breekt na het NK dan ook aan, wat ging er goed wat niet. Hoogtepunt op het NK was toch wel de vier mannen in de 800 meter finale. Dat is de helft van de finalisten, met een 1e, 3e,5e en 6e plaats deden wet het erg goed. Mooi voor mij als coach was dat de tactiek die we hadden uitgestippeld precies goed werkte. Dat Thijmen zou winnen was niet zo’n verrassing, maar mooier was de derde plaats van Thomas van Laar. Daarop was onze tactiek ook afgestemd. Als een ware sprinttrein namen we de leiding en halverwege liepen we dan ook met vier man voorop. Hierdoor brachten we Thomas goed in stelling voor zijn podiumsprint, wat hij gelukkig goed afmaakte. Zoals een jaren tachtig figuur zou zeggen: “I love it when a plan comes together”.
Nu maar hopen dat die plannen op het WK ook op z’n plaats vallen. Dat is geen sinecure. Thijmen heeft zijn beste voorseizoen ooit gehad. Met een makkelijke plaatsing was die druk meteen weg. Daarop hebben we veel grote wedstrijden gelopen en met succes. De hele maand juni ongeslagen gebleven in internationale topwedstrijden. Die lange serie wedstrijden was een probeersel, waarvan we vonden dat we dat in een na Olympisch jaar konden doen, maar het heeft wel zijn sporen achtergelaten. Na acht weken internationale wedstrijden inclusief het reizen was Thijmen moe. Daarom is nu het grote uitrusten begonnen, en nadenken over hoe we de races moeten aanvliegen.
De complexiteit zit ‘m in de dichtheid van de prestaties. Thijmen heeft dit seizoen 1.44.99 gelopen. Daarmee staat hij ongeveer 20ste op de wereldranglijst. De nummer 4 heeft echter maar een seconde sneller gelopen, dus daar liggen mogelijkheden. Aan de andere kant: de nummer 67(!) heeft ook maar een seconde langzamer gelopen… Dus daar liggen de nodige bedreigingen. Gelukkig mogen er maar drie per land mee doen dus in totaal ongeveer 45 deelnemers. Voor de series ligt het vrij eenvoudig. We willen gewoon een lage 1.46 lopen. Normaal gesproken is dat altijd goed voor kwalificatie.
De halve finale is echter een andere uitdaging, dan lopen er 24 atleten voor 8 plaatsen. Je kunt dan van iedereen winnen en van iedereen verliezen. Dat is elk mondiaal toernooi het dilemma. Ga je van kop af tempo lopen en ben je de ideale haas voor de rest, gok je op de eindsprint met het risico van ingesloten raken. Dit zijn keuzes die we op de dag van series gaan maken, want dan weten we tegen wie er gelopen wordt, hoe de eigen vorm en fitheid is. En niet onbelangrijk hoe het weer is, want dat is een belangrijke factor waar we geen grip op hebben. De komende twee weken richten we ons echter op datgene waar we wel grip op hebben, namelijk de eigen vorm. Op 5,6 en hopelijk 8 augustus zal dan blijken of we de juiste keuzes hebben gemaakt.