Hoe Inter probeerde FC Groningen om te kopen met 250.000 gulden
Hij leeft al jaren teruggetrokken in de stilte van Ceggia, een dorp in de buurt van Venetië. Hagenaar Appolonius Konijnenburg, inmiddels 76 jaar. Kunstschilder van beroep maar meer bekend als voormalig spelersmakelaar. In Groningen leeft zijn naam voort als tussenpersoon in een vrij warrig schandaal om een vermeende omkoping.
In de herfst van 1983 stuit FC Groningen in de tweede ronde om de UEFA-Cup op het eens machtige Internazionale uit Milaan. De Italiaanse club hangt in die periode echter onderaan in de Serie A. In de eerste wedstrijd, op 19 oktober in het Oosterpark, woekert de crisis onverminderd voort: 2-0 voor de thuisclub met nog een gemiste strafschop van Adri van Tiggelen.
Voor de return op 2 november moet FC Groningen afzakken naar Bari, waarheen Inter voor straf moet uitwijken. Maar op 26 oktober zou trainer Han Berger zijn benaderd door ‘Ploon’ Konijnenburg. In Motel Vianen, met het Italiaanse aanbod om zorg te dragen voor de winst van de Milanese ploeg. De beloning zou 250.000 gulden bedragen. Een onvervalste poging tot omkoping. Matchfixing, maar dat begrip bestaat nog niet.
De Italianen zijn niet helemaal gerust op de goede afloop en promotie naar de derde ronde. Ze hebben inmiddels de laatste plaats in de Serie A verlaten, maar de vereiste topvorm wil maar niet doorbreken. Ploon Konijnenburg begeleidt Inter naar Groningen en fungeert bij herhaling ook als tolk. Hij assisteert eerder de noordelijke spionnen tijdens een tripje naar Inter – Napoli, een paar dagen na de loting. In de zomer van 1983 regelt hij de transfer van Ludo Coeck van Anderlecht naar Inter.
FC Groningen houdt het dubieuze aanbod van Inter zorgvuldig uit de publiciteit. Maar voorzitter Renze de Vries waarschuwt wel Jo van Marle, lid van het UEFA-bestuur. Hij zal op zijn beurt pas kort voor het duel de UEFA informeren. Ook de waarnemer bij de botsing in Bari krijgt een seintje. De Italianen ontketenen een ware guerrilla, en tonen hun agressie al voor de aftrap. Desondanks overleeft FC Groningen de eerste helft: 0-0.
Na rust barst de furie pas echt los: drie doelpunten in een tijdsbestek van amper acht minuten. Maar onverwacht scoort Rob McDonald tegen: 3-1. Inter port het vuur nog hoger op en in die vijandige sfeer moet FC Groningen wel capituleren: liefst 5-1. Een dramatische uitslag en dat zonder enig teken van omkoping.
Direct na afloop onthult trainer Han Berger het verhaal over het slinkse geheim van Ploon Konijnenburg. De Italianen zijn laaiend en beschimpen de Groningers als slechte verliezers. De UEFA neemt de affaire wel degelijk serieus en schrijft voor 17 november een hoorzitting uit in Zürich. FC Groningen vaardigt Renze de Vries en Berger af, Inter stuurt voorzitter Ivanoe Fraizzoli en vicevoorzitter Giuseppe Prisco. De laatste is ook nog eens een doorgewinterde advocaat en goed ingevoerd bij de UEFA.
Kroongetuige Ploon Konijnenburg komt niet opdagen in Zürich. Ziek, luidt de toelichting. Op reis, laat hij later zelf weten, en onbereikbaar voor telefoontjes. De UEFA bepaalt een tweede zitting, op 13 december, andermaal besloten en weer in Zürich. Deze keer draaft de hoofdpersoon wel op, voor een verhoor van meer dan 2,5 uur. Er komen te weinig harde bewijzen boven tafel en de commissie stelt vrijspraak vast. Maar er resteert een zweem van twijfel, getuige een zin in de uitspraak: ‘Er zijn gronden om aan te nemen dat er sprake is geweest van een poging tot beïnvloeding van de wedstrijd.’
De kwestie schaadt nochtans de relatie tussen Ploon Konijnenburg en Inter. De spelershandelaar, nauw samenwerkend met Cor Coster (schoonvader van Johan Cruijff), brengt in 1987 eerst Marco van Basten en Ruud Gullit naar rivaal AC Milan, en een jaar later nog eens Frank Rijkaard. In 1989 legt de FIFA hem een boete op in een geschil over Gerald Vanenburg. Samen met Bob Heerkens tracht hij de PSV’er te stallen bij AS Roma, maar de begaafde stilist geeft op het laatste moment de voorkeur aan een contract voor het leven in Eindhoven en tekent alsnog bij. De Italiaanse club beklaagt zich bij de FIFA, die de bemiddelaars bestraft.
Maar de toekomst lacht Ploon Konijnenburg ruimhartig toe en de handel floreert. De vete met FC Groningen zakt diep weg in de doofpot en heeft geen enkele invloed op zijn positie als monopolist voor allerlei transacties tussen Nederland en België en Italië. Hij helpt nog Jantje Peters uit Groesbeek te verkassen van Genoa naar Atalanta Bergamo. En in 1987 regelt hij, tussen alle drukte met Marco van Basten en Ruud Gullit door, de overgang van Enzo Scifo, het wonderkind van België, van Anderlecht naar Inter.
Ploon Konijnenburg resideert in Monaco, geniet als Bourgondiër van de zoete weelde, maar maakt teveel schulden. Hij moet het belastingvrije vorstendom mijden en duikt steeds vaker onder in Italië. In 2005 breekt hij met zijn oude leventje en verstopt zich in Ceggia. Verborgen voor de buitenwereld slijt hij de laatste fase met schilderen en heeft het verleden hermetisch afgesloten.
Ook bij Han Berger rust de geruchtmakende geschiedenis van 32 jaar terug diep onder een zware en dikke laag stof. Maar tot op de dag van heden verbaast hij zich nog immer over de achterdocht jegens zijn lezing over de ontmoeting in Vianen. Het krenkt hem dat zijn integriteit in twijfel is getrokken. Hij kan het verhaal ook onmogelijk hebben verzonnen; dat staat vast. Maar het is jammer dat Ploon Konijnenburg niet nog één keer wil reageren om zijn – op zich overbodige - poging tot matchfixing in de vroege jaren tachtig een historische betekenis te geven.