Historisch.
(eerder gepubliceerd op maandag 4 mei 2015)
Zondagmiddag vier uur, nog twee uur geduld voor de aftrap. Bij het kraampje op de Grote Markt met groen-witte FC sjaals, voetbalshirts en petten zijn een 18-jarige studente en haar 80-jarige opa druk in overleg. Wordt het de limited edition bekerfinalesjaal met half FC Groningen, half PEC Zwolle-logo plus de historische datum 3 mei 2015, of toch de doordeweekse, standaard FC sjaal van de harde kern? "Ja maar opa, die met Bekerfinale PEC Zwolle is heus wel prachtig met dat stukje blauw er in, maar die kun je dus alleen vandaag gebruiken. Ik zou die gewone groene doen." Het slimme, duurzame meisje houdt er alvast rekening mee dat opa de komende jaren veel vaker naar een belangrijke finale kan, ook eens een keer met een andere tegenstander. De Europa League, daar heb je toch ook ieder jaar een finalewedstrijd?
Op weg naar de Grote Markt was collega Eric de eerste die ik tegenkwam op straat. Hij heeft nog nooit een voetbalwedstrijd gezien, niet in een stadion, niet op een groot mega-scherm. Zelfs geen samenvattinkje. Hij is computernerd te Groningen en heeft geen televisietoestel, laat staan verbinding met FOX Sports. Hij zou je niet kunnen zeggen welke eredivisieclub al zijn thuiswedstrijden speelt op het heilige gras van de Rotterdamse Kuip. En dan niet 'bij wijze van spreken', hij weet het écht niet. Zijn eerste vraag vanmiddag: "Waar ga jij straks kijken naar de finale?!"
Mijn Groningse zwager Klaas is naar Brabant geëmigreerd; hij heet met zijn achternaam Broekema. Op Whatsapp zien we dat hij thuis in de huiskamer - gekleed in pantoffels en officieel SportinStad.nl Cup D'r Veur Bekerfinaleshirt - de zenuwen krijgt. Hij heeft de altijd goed bewaarde FC sjaal (nog uit de Oosterparktijd) alvast boven zijn hoofd uitgerold, in de We-Are-The-Champions houding, een dik uur voordat het echt zover is. Hij weet dat soort dingen gewoon. Omdat hij net aan zijn heup geopereerd is, mag hij dus absoluut niet springen, zei de dokter nog.
Martijn appt vanuit de sliert bussen met Groningse supporters op weg naar de Kuip een foto van een viaduct boven de snelweg vol geestige spandoeken over de aanstaande bekerwinst van de FC. Paul laat vanaf het Friese eiland Terschelling weten dat de ramen in zijn voetbalcafé beslagen zijn van de cupkoorts. Bas verstuurt vijf minuten na het laatste fluitsignaal alweer de spitsvondige Tweet: 2.0 op de Schaal van Rusnák. Marc heeft - efficiënt als hij is - maar één woord nodig: historisch.
Op de Grote Markt ziet misschien wel de allergrootste supporter van de FC (twee meter tien en dik 250 kilo) in een ooghoek mijn eigen trotse Cup D'r Veur shirtje (een ruim vallend maatje M). Hij vindt het mooi. Als beloning drukt hij me spontaan aan de borst, maatje XXXL. Gewoon euforisch-historisch bedoeld, maar al te veel gedeelde clubliefde kan ook wel link zijn; hij knijpt me bijna dood. En ik wil graag de uitreiking van de beker aan aanvoerder Kieftenbeld nog even zien. Ik ga filmpjes versturen van het moment dat de massa op het plein ontploft bij het tweede doelpunt van Rusnák. Heel sfeervol zo'n kolkende mensenwasmachine waar we met z'n allen een halve minuut in zitten, half motregen half bierdouche. Maar er is totaal geen verbinding meer mogelijk. Iets te veel historische apps en gedeelde juichselfies per vierkante meter. Een meisje vlak voor me heeft per ongeluk de groene en witte verf op haar wangen nu ook een beetje op haar tong zitten. Iedereen moet het zien. Twee jochies van 16 slaan me hard op mijn schouders alsof we elkaar al 20 jaar kennen. Daar heb ik geen filmpje van, maar het moment vergeten we natuurlijk alle drie nooit meer.
De Hoofdprijs is binnen. Op maandagmorgen staat de zilveren dennenappelcup bij ons voor het raam in de Hortusbuurt - nou ja, de kartonnen zwaaibeker van hoofdsponsor Amstel dan. Aan de ontbijttafel kijk ik naar rechts. Wat Abe, Johan, Marco, Dennis, Zinedine en Lionel samen nooit voor elkaar hebben gekregen, lukt Kuifje Albert Rusnák wél: mijn vrouw Nynke leest voor het eerst van haar leven de sportpagina in de krant. Ik wil maar zeggen - historisch.