Hillebillie

Door: Henri van Voorn

De drafsport floreerde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in Groningen. Tijdens hoogtijdagen kwamen er meer dan 5.000 toeschouwers naar de fraaie baan in het stadspark. Aan het einde van de vorige eeuw werd het allemaal minder. Wat men de sport niet kan afnemen is de rijke historie. Onder het motto “gelukkig hebben we de verhalen nog” haalt Henri van Voorn af en toe herinneringen op.

Tijdens de gloriedagen van de drafsport waren de bookmakers onlosmakelijk aan de sport verbonden. Tot vermaak van de spelers en sommige pikeurs, maar tot afgrijzen van bestuurders en toto rechercheurs. Vanaf mijn jeugd wist ik niet beter dat de bookmakers erbij hoorden. Velen hadden café Bolhuis in Groningen als vaste pleisterplaats. Een bont gezelschap met een eigen taalgebruik. We leefden in het guldens tijdperk en in gokkerskringen werd gesproken over joetjes, geeltjes, meiertjes en rooitjes als het ging om biljetten van respectievelijk tien, vijfentwintig, honderd en duizend gulden. Een van de bookmakers bij Bolhuis werd bij binnenkomst vaak begroet met de kreet “hé Hillebillie”.

Die naam stond voor Cor Hillenga, een bijzondere man die bepaald niet kleurloos door het leven ging. Cor was speciaal, want in 1958 was hij Nederlands kampioen boksen geworden.  Tja dan heb je aanzien en Cor genoot daarvan. Heel vaak nam hij de bokshouding nog even aan als je hem tegenkwam. Zakelijk maakte Cor furore als ijzervlechter. In de hoogtijdagen scheen hij 200 man aan het werk te hebben gehad. In die tijd kocht Cor ook zijn eerste draver, Arctic van ’s Gravenhof. Die kwam bij Jaap Verhoeve in training en Cor was zelfs even amateurrijder. Zijn volgende aanwinst was Fabiola Norton en die deed het heel goed. Harry van Ooyen was in die tijd leerling pikeur bij Jaap Verhoeve en hij won vaak met Fabiola. Harry denkt met plezier terug aan Cor mede door de extra fooi die hij bij winst kreeg.  Cor leefde als een vorst in het bruisende Groningen. Dat duurde niet lang. De ijzervlechterij ging ter ziele en Cor werd toen maar bookmaker.

Hij hield van gekke weddenschappen. Als hij ’s morgens met een collega koffiedronk en er twee musjes in de boom boven hen zaten, dan mocht hij graag even om een geeltje wedden welk vogeltje als eerste zou wegvliegen. In absolute stilte keken beide heren minutenlang naar boven. Er was eens een vrijdagavond dat er in café Bolhuis vooruit werd gekeken naar de koersen in Emmeloord op zaterdagmiddag. Al drinkend en dollend sloot Cor een grote weddenschap af met vele andere klanten. Cor zou lopend naar Emmeloord gaan en de weddenschap winnen als hij voor de start van de eerste koers op de drafbaan zou zijn. Cor toog, gevolgd door een lange stoet auto’s op weg. Via Peize en Norg richting Oosterwolde. Met Wolvega in zicht ging het mis. Cor was weliswaar een beresterke vent, maar zijn voeten konden duidelijk minder goed tegen deze uitdaging. In de buurt van Oldeberkoop zeeg Cor ineen. De koersen in Emmeloord gingen aan hem voorbij.  In juni 1979 haalde Cor nog eens de voorpagina van wat toen nog het Nieuwsblad van het Noorden heette. De aanleiding was minder fraai. Het was ‘goed gebruik’ dat er na afloop van de draverijen in café’s rond de drafbanen illegaal nog verder werd gegokt.

Dat kon via ‘karretje gooien’ met dobbelstenen of ‘bankdraaien’ met kaarten. Zo geschiedde ook in Aduard in café Onder de Linden op woensdagavond. Zo’n 100 mensen waren gezellig al dan niet gokkend aan het ‘nakoersen’ toen de deur openging en 30 agenten de zaak binnenvielen. Cor en drie van zijn collega’s werden aangehouden. De koersen in Aduard zijn inmiddels gestopt, maar Onder de Linden bestaat nog. Op de plek waar ooit werd gegokt zit nu een restaurant met een Michelin ster.Na zijn mislukte uitstapje naar de wandelsport ging Cor nog een keer met een andere sport vreselijk de mist in. In februari 1985 werd 22 jaar na de historische Elfstedentocht in 1963 de ‘Tocht der Tochten’ weer verreden. Het hele land was in rep en roer en ook het bookmakersgilde kreeg schaatskoorts. Cor ging de kroegen bij langs met een lijstje met winnend côtes voor de twintig favorieten voor de zege. Alle overige deelnemers waren voor een vast hoger bedrag te spelen. Er waren veel mensen die wel even voor vijf of tien gulden een gokje wilde wagen. De meeste cafébezoekers kenden de marathonrijders amper en kozen massaal voor de overige deelnemers. Vol goede moed zat Cor tijdens de tocht voor de televisie.

Na zes uur en 47 minuten reed een kopgroep van vier man via de Bonkevaart Leeuwaren binnen. Cor constateerde dat drie van de vier op zijn lijstje van 20 favorieten stonden. Dat waren de toppers Henri Ruitenberg, Jos Niesten en Jan Kooiman. In de eindsprint gebeurde het onmogelijke, want die vierde, de relatief onbekende Evert van Benthem, won met minimaal verschil. Het heeft even geduurd voor Cor alle winnende weddenschappen had uitbetaald. In al die jaren dat ik Cor in de horeca of het wedkantoor tegenkwam mocht hij graag even de bokshouding aannemen en met de nodige zelfspot verhalen uit zijn bookmakersloopbaan vertellen. Zo kreeg hij ooit op de veemarkten van Groningen en Leeuwarden heel veel spel op Duveltje van Akerendam, die ’s zondags moest lopen. Cor kon dat spel niet weigeren, maar besloot trainer Nuttert Oosting te bellen met de vraag of er iets geregeld kon worden.

Dat kon niet, want Oosting wilde die koers beslist winnen. Cor wist genoeg en ging ijverig trio biljetten invullen met louter Duveltje voorop. Die won en van de trio winst kon Cor met groot gemak zijn spelers uitbetalen. Voor een echte boevenstreek liep Cor ook niet weg. Zo kreeg hij ooit de vrij onhandelbare Idaho in bezit. Die had al voor een klein vermogen versprongen. Cor stalde de vosruin bij Hans Jillings, die kort daarvoor de samenwerking met Klaas Woudstra zag eindigen en nu als zelfstandig trainer in het stadspark probeerde te overleven. Het was Cor duidelijk dat er een list voor nodig was om Idaho foutloos te laten koersen. Hij fietste bij de apotheek in de A-straat langs en kocht er kalmerende pillen voor zijn nieuwe aanwinst. Voor het snelwerk gaf hij Idaho er eentje. Cor ging koffiedrinken maar kreeg even later Jillings aan de telefoon.

De trainer, die vanwege langdurig verblijf in Duitsland Nederlands met een accent sprak, was helemaal opgewonden. “Cor, du musst kommen, das pferd is ja zo schnell. Niet zu glauben”. Cor wist genoeg en Idaho zou zaterdag in Drachten voor een mooie verrassing gaan zorgen. Cor gaf de ruin voor de start zijn pilletje en had grof ingezet. Idaho ging voorbeeldig richting de startauto. Bij de andere deelnemers ging er iets mis en er volgde een valse start met het nodige oponthoud. Bij de geldige start was de pil kennelijk uitgewerkt en sprong Idaho als vanouds. Cor overleed na een bewogen leven in 2015 op 77-jarige leeftijd. Veel van de collega’s uit zijn tijd zijn er ook niet meer. Via de verhalen leven zij voort. Zo rond 1980 werd er stevig opgetreden tegen de bookmakers die op de renbanen actief waren. “Dat werd tijd ook, ze verzieken de sport” zo riepen de tegenstanders in koor. Anderen weten zeker dat met het verbannen van de bookmakers ook de grote spelers verdwenen en zo de teloorgang van de sport begon.


Henri van Voorn

Over Henri van Voorn

De drafsport floreerde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in Groningen. Tijdens hoogtijdagen kwamen er meer dan 5.000 toeschouwers naar de fraai baan in het stadspark. Aan het einde van de vorige eeuw werd het allemaal minder. Wat men de sport niet kan afnemen is de rijke historie. Onder het motto “gelukkig hebben we de verhalen nog” haalt Henri van Voorn af en toe herinneringen op.