Het vroege voorjaar: trainingskampen
April is in de atletiek traditioneel de maand van de trainingskampen. Of het Potchefstroom (Zuid-Afrika), Tenerife, Flagstaff (V.S.), Florida of de Algarve is, uit alle windstreken van Europa strijken de atleten neer in deze plaatsen. Zoals in –vermoedelijk- elke sport heeft ook de atletiek zijn eigen cultuur en als je daar van een afstandje naar probeert te kijken is dat wel vermakelijk.
Wij zitten, ook dit jaar weer, met een groot deel van ons team in Monte Gordo. Een klein plaatsje in de Algarve dicht bij de Spaanse grens. Oorspronkelijk vooral een plek waar het in de zomer heel druk schijnt te zijn met Portugese vakantiegangers en in de winter pensionado’s overwinterden en hun tijd doorbrachten met bridge drives. In de jaren negentig toen ik hier voor het eerst kwam, kregen we hiervan nog een staartje mee. Nu lijkt dat volledig uitgestorven, maar de belangrijkste verandering sinds die tijd is de invasie van atleten in de maand april. Dan wordt Monte Gordo dominant bevolkt door een duizendtal atleten, die twee tot drie weken hier vertoeven.
Dagelijks, rond half tien, reizen deze atleten, per voet, fiets of huurauto, naar het drie kilometer verderop gelegen Vila Real de Sto. Antionio. Om daar te trainen in atletiekstadion, met alle faciliteiten die nodig zijn. Naast de kunststof 400 meterbaan (in veel voetbalprogramma’s nog steeds sintelbaan genoemd), is er een indooraccommodatie, krachtruimte, zwembad, aparte velden voor speerwerpers, kogelstoters en discuswerpers. Zijn er kunstmatige helling (bekleed met kunststof) voor de heuvelsprints. En last but not least zijn er in de bossen speciaal voor de hardlopers paden aangelegd voor de duurtraining. Dit alles gesubsidieerd vanuit Brussel, om werkgelegenheid te creëren.
Als je vervolgens dit stadion, deze atletiektrainingskampbiotoop, betreedt dan kun je een aantal wonderlijke observaties doen. Je verwacht jonge, in de bloei van hun leven zijnde, fysiek topfitte topsporters bezig te zien. Het eerste deel klopt, het zijn jonge mannen en vrouwen met doorgaans mooie en afgetrainde lijven met weinig textiel om hun lijven. Tinderen schijnt in de vrije tijd dan ook erg populair te zijn en grensoverschrijdende relaties ontstaan hier met enige regelmaat.
Maar wat vervolgens opvalt is dat er wel veel fysiotherapeuten bezig zijn. De één heeft zijn massagetafel meegenomen, de ander zit op z’n knieën naast een matje. Allemaal bezig de atleten los te maken. Daar omheen zitten en liggen vervolgens veel atleten oefeningen te doen met elastieken, massages rollers en ander hulpmiddelen om het lichaam maar in de stand te krijgen te kunnen presteren. En als ze dan eindelijk aan het lopen gaan is een grote groep ook nog beplakt met (medical)tape in allerlei kleuren, maten en dwarsverbanden. Het lijkt wel alsof ze anders uit elkaar vallen.
Vervolgens gaan de atleten, uiteraard met hun eigen groepen, diverse oefeningen doen. Wat opvalt is dat iedereen ongeveer dezelfde dingen doet. Iedereen kopieert van iedereen en dat gaat blijkbaar de hele wereld over, tenminste Europa. Ook ik, als onderdeel van de biotoop, beschouw, analyseer, verwerp en kopieer oefeningen die ik zie bij anderen. Je zou er toch maar eens beter van kunnen worden. Ook dit jaar heb ik alweer een kleine variatie gezien, waarvan ik dacht: leuk, gaan we ook een keer doen. Gek genoeg zie ik Kenianen zelden ingewikkelde oefeningen doen, en zij lopen vaak het hardst. Helaas weten we dat dan weer niet te kopiëren.
En dan de verhalen over het harde trainen in onze biotoop. Als je de stopwatch ter hand zou nemen zal je registeren dat de atleten, meer niks doen dan in beweging zijn. Na elk loopje wordt vaak een pauze ingelast die –in tijd- langer is dan het loopje zelf. Hierbij wordt ook vaak nog een liggende positie opgezocht, om vooral maar niet moe te worden. Dit kan zover gaan dat een atleet 3x40 seconden hardloopt, en na elke 40 seconden 20 minuten(!) pauze heeft. Toch is het bij dit soort trainingen niet vreemd om met grote regelmaat een atleet boven een kliko te zien hangen. En dat is niet omdat hij opzoek is naar de banaan die per ongeluk met schil in de bak is gevallen…
Na zo’n training van tweeënhalf uur, begint de baan weer langzaam leeg te stromen en om een uur of één zijn er nog een paar verdwaalde 400 horden lopers (zij hebben veel ruimte nog in verband met de horden, en daarvoor is tijdens het spitsuur geen ruimte) bezig en is de baan verder leeg. Iedereen is terug naar het hotel gewandeld, gefietst of met gereden met de auto langs de kaarsrechte weg van 3 kilometer tussen Vila Real en Monte Gordo. Atleten gaan eten, rusten, koffiedrinken, om dit hele ritueel om een uur of half vier nog een keer te herhalen. Dag in dag uit. Behalve op 1 mei, want dan is het Dag van de Arbeid, en is het stadion gesloten…