Het “olifantje” en “mooie Mario” in Stad
Het absolute hoogtepunt in de 30 jaar dat ik als freelance sportjournalist voor Radio Noord actief was, is zonder twijfel de Giro d’Italia die in mei 2002 de stad Groningen aandeed. Uniek in de Groninger sporthistorie en dat allemaal dankzij het initiatief van journalist Dick Heuvelman.
In deze rubriek heeft Dick twee jaar geleden al eens uit de doeken gedaan hoe hij het voor elkaar kreeg om de start van de befaamde Italiaanse wielerronde naar Groningen te halen. Een tot op heden niet geëvenaard huzarenstuk. Met de komst van de Giro kwamen twee bijzondere Italiaanse renners naar de stad. Wereldtoppers en spraakmakend tegelijk. Mensen waar ik iets mee heb. Ik heb het dan over Marco Pantani en Mario Cipolinni.
In de dagen voorafgaand aan de start van de Giro begon Groningen langzaam roze te kleuren. Op zaterdag 11 mei startte de ronde met een tijdrit van 6,5 km lengte in het oude centrum van Groningen. Ik had het geluk dat ik als enige freelancer tezamen met vele vaste medewerkers van RTV Noord op zaterdag en zondag voor de radio actief mocht zijn. Dat werd werken onder bijzondere omstandigheden, want de Giro vroeg (en vraagt nog steeds) enorme bedragen aan media die de ronde van nabij willen volgen. De persruimte bij de finish aan de Stationsweg bleef dan ook akelig leeg.
Met mijn accreditatie mocht ik plaatsnemen op de tribune bij de finish en van daaruit had ik zicht op het scorebord waar de tijden van de gefinishte renners verschenen. Het was een beetje behelpen maar wat me van die middag is bijgebleven is het enorme enthousiasme van een vader met zijn zoontje een rij achter me. Hij moedigde elke renner luidkeels aan en had het niet meer toen Michael Boogaard en Jan Boven uit Woldendorp goede tijden neerzetten. Mijn grote held, Marco Pantani, kwam in het verhaal niet voor. Zijn carrière zat toen al behoorlijk in het slop en hij zou de finish in Milaan ook niet halen. Pantani, alias “het olifantje” of “de piraat” beleefde in 1998 zijn beste jaar. Hij won zowel de Giro als de Tour de France. De kleine klimgeit met die kale schedel schitterde op de Franse en Italiaanse cols.
Hij was in Italië ongekend populair. Zeker in de streek waar hij vandaan kwam. Zijn ouders runden een koffietent in de badplaats Cesenatico. Een schitterend plaatsje aan de Adriatische kust met een mooi haventje. Ik ken die plaats goed vanwege bezoeken aan de drafbaan van het vlakbij gelegen Cesena. Groot was de schok in Cesenatico toen Marco Pantani in februari 2004 dood werd aangetroffen in een hotelkamer in het nabijgelegen Rimini. De vechtjas, die helaas vaak in verband werd gebracht met doping en drugs, was aan een mix van cocaïne en antidepressiva overleden. Toen we in 2007 weer eens in Cesenatico waren, hebben we een bezoek gebracht aan het speciaal voor hem gebouwde museum. Fietsen, shirts, attributen, ereprijzen, krantenartikelen, tv beelden en foto’s brengen je daar terug naar de tijd dat “het olifantje” spraakmakend door wielerland trok. Daags daarna heb ik het familiegraf bezocht. Een prachtig bouwwerk waar je zelfs even binnen kunt zitten. Daar heb ik zitten wegdromen en zag ik Marco Pantani in gedachten weer over de Alpe d’Huez en de Groninger Stationsweg flitsen.
De zondag van de Giro in Groningen stond in het teken van die andere wielerheld, Mario Cipolinni. Wielrenner, meer specifiek topsprinter, van beroep tussen 1988 en 2005. En wat voor een sprinter. Een imposante verschijning, die in zijn loopbaan maar liefst 191 zeges boekte. Het leverde hem de bijnamen “super Mario” en “mooie Mario” op. De eerste keer dat ik Mario live zag was in de Franse plaats Blois in juli 1999. Daar eindigde een Tour de France etappe en wij stonden op een paar honderd meter van de finish op de fraaie brug over de Loire. Toen het peloton kwam aan gedenderd was er een man die precies voor ons uit het zadel kwam. Een soort oermens zette aan voor de eindsprint en even later hoorden we uit de luidspreker zijn naam schallen. Mario Cipolinni had de etappe gewonnen. Zo zou hij 12 Tour etappes winnen en maar liefst 42 etappes in de Giro d’Italia. Logisch dat Mario favoriet was voor de eerste etappe van de Giro in 2002 die de renners van Groningen naar Münster voerde.
Voordat de etappe van start ging zou bisschop Wim Eijk de renners zegenen. Ik had het geluk dat op het moment dat ik ‘live’ in de uitzending kwam de bisschop langs mij liep met het wijwater. Ik liep met hem mee en ondertussen kon hij de luisteraars vertellen wat hij ging doen. Toen we aan de overzijde van de Grote Markt bij de Oude Ebbingestraat aankwamen stond Mario Cipolinni achteraan. Hij was de eerste die de bisschoppelijke zegen ontving. Wat een imposante man zo van dichtbij! Een reus van 1m89 lengte op een ogenschijnlijk te kleine fiets. Mario had trouwens gewoon het shirt van de sponsor aan. Tijdens de proloog op zaterdag toerde hij rond in een veelbesproken “tijgerpak”. Nadat de renners vertrokken waren, moest ik in de studio aan het Martinikerkhof bij een televisie de rit volgen. Meerijden in de karavaan was financieel niet haalbaar voor de regionale omroep. De hele middag waren er ontsnappinkjes, maar uiteindelijk eindigde het in Münster met de zo gewenst massasprint. Weer kwam Mario Cipolinni uit het zadel, gaf een ruk aan het stuur en ………..won de etappe. Hij zou in de in Groningen begonnen Giro uiteindelijk zes etappes winnen. De eindzege ging naar Paolo Savoldelli. Daar kwam Marion niet voor in aanmerking. Wie ooit naast hem heeft gestaan weet dat je met zo’n imposant lichaam wel kunt sprinten, maar geen torenhoge cols kunt bedwingen.