Het leven lacht weer voor Habib Kazemi
Foto's: STAD, Magazine voor Groningen
Dat was wel eens anders, voor de succesvolle Groningse Sportcoach van het Jaar. Zijn jeugd in Afghanistan was - heel erg eufemistisch gezegd - niet plezierig. Geboren bij de verkeerde ouders, daar begon de ellende al mee: de bevolkingsgroep Hazara zat - letterlijk - in de hoek waar de klappen vielen. Omdat ze 'anders' waren, met een wat aziatischer uiterlijk, maar vreemd genoeg ook omdat ze weliswaar keurig moslim waren, maar als gematigde sjiieten in de ogen van de streng soennietische Taliban bij lange na niet moslim genoeg, eigenlijk 'ongelovigen'. Tien vermoorde vrienden of kennissen per maand, dat was voor de kleine Habib geen uitzondering.
"Mijn leven moest wel een mislukking worden," zo zegt hij het zelf. "Door omstandigheden, waar ik helemaal niks aan kon doen."
Als tiener verkleinde hij zijn toch al minimale kansen op een saai, zorgeloos leventje nog wat verder door politiek actief te worden voor een linkse partij, uit op hervormingen in een land waar het al 1.000 jaar niemand was gelukt om iets te moderniseren of verbeteren. Gevolg: voortdurend op je hoede zijn, opgejaagd, opgepakt, bedreigd, stevig gemarteld. "Daar kan ik je wel wat over vertellen, ik geloof dat ik daar nu na 14 jaar vrijheid wel toe in staat ben, maar dan moet ik het de komende week weer bekopen met nachtmerries, heb ik na de vorige keer gemerkt. Ik praat liever over alles wat taekwondo zo aantrekkelijk maakt, of mijn fantastische werk als docent hier op het Alfa College."
Van zijn ontsnapping als 20-jarige vluchteling kun je met gemak een spannende film maken. "Op de avond dat er aan de deur geklopt werd, wist ik: nu is het mis, dit is niet goed. Dat voel je gewoon. Ik kon net op tijd ontkomen, door uit een raam aan de achterkant van het huis te springen, de bergen in. Een oom hielp me naar buurland Pakistan, via het systeem van de 'ketting': een soort estafette van helpers die elkaar om veiligheidsredenen ook niet kennen, steeds een klein eindje verder richting de vrijheid. Verkleed in burka, om de controleposten om de tuin te leiden; een vrouw fouilleren, dat deden ze nu eenmaal niet!"
Hoe komt het dat we nu tegenover misschien wel de meest goedlachse sportman van de stad zitten, in ieder geval de meest energieke en veerkrachtige?
"Het leven lacht weer. Het is mooi." Habib straalt. "Dat is misschien wel de grootste winst van mijn afkomst en alle tegenslag die ik heb meegemaakt. Heel veel mensen in Nederland hebben redenen te over om gelukkig te zijn. Sommigen zijn ook echt gelukkig, zonder er lang bij stil te staan. Ik WEET dat ik gelukkig ben. Ik besef het. Dat is het grote verschil. En daar geniet ik van, iedere dag. Ik probeer het mijn leerlingen en taekwondo studenten ook op allerlei manieren mee te geven: wat een vreselijke mazzel ze hebben dat ze hier zijn geboren, iets waar ze zelf niks aan gedaan hebben. Maar waar ze wel iets mee moeten, vind ik."
Habib heeft een relatie met de Nederlandse Alinde, de kinderen Kyann en Liya zijn 4 en 3. Met zijn zakelijk CV gaat het ook redelijk: geliefd docent op het ALFA College, bondscoach bij de Nederlandse Taekwondo Bond, verantwoordelijk voor alle categorieën, docent/opleider bij de trainersopleiding van de bond, eigenaar, trainer, amateurpsycholoog en mentor op de Kazemi Taekwondo Academie; op verzoek geeft hij motivatielezingen met titels als 'Volhouden & Positivisme loont!' of 'Succes kun je afdwingen!'
Als iemand het kan weten ... In 2002 kwam hij aan in het AZC in Tolbert, als asielzoeker dus, twintig jaar oud. Iedere dag 30 km op de fiets naar school in Groningen en weer terug. Van zijn vaste weekvergoeding van € 39 moest hij € 5 inleveren, omdat hij naar een school mocht. Als hij na een zware training in de kantine van Kardinge snakte naar een kopje koffie, deed hij het vaak tóch maar niet: een bakkie koffie kostte 40 cent en daar kon je ook weer brood of avondeten voor kopen. Bijverdienen mocht wel, met schoonmaakbaantjes op het AZC - en dan kreeg je nog loon ook: 45 cent per uur, bij 25 uur doorwerken goed voor ruim een tientje dus. Waarmee je je rijk voelde. Zo rijk dat je ook eens een kopje koffie kon kopen, of een pen en een schriftje met opdruk bij de Action. Of - doe eens gek - een investering van 3 hele euro's voor deodorant!
Op de somberste dagen, als hij door een griep te ziek was om een kopje thee te zetten en er verder niemand in de buurt was, dacht hij wel eens: "Als ik nu dood ga, valt het niemand op."
"Maar het allerergste was de totale onzekerheid, die iedere dag aan je knaagde. Steeds maar afwachten of je mocht blijven. Als je te horen kreeg dat je niet mocht blijven, bezwaar maken. En weer wachten. Naar de rechtbank. Weer niet. Nog maar een keer bezwaar, het hele verhaal vertellen. Kun je je voorstellen dat het me dan wel eens moeite kosten om me op de lesstof op de ALO te concentreren? Het is een wonder dat ik dat gehaald heb. Dat is ook de reden dat ik bij de uitreiking van de prijs Sportcoach van het Jaar in Groningen, dit jaar in februari, emotioneel werd en niet meer uit mijn woorden kwam. Niet omdat ik als eenvoudig taekwondo mannetje net gewonnen had van de andere genomineerde coaches, maar omdat al die jaren ellende in Afghanistan en in het AZC ineens als een sneltrein aan me voorbijschoten daar op dat podium. In een flits zag ik alles voorbijkomen, als een film."
Ik vraag wat er allemaal zo mooi is aan taekwondo. "Ah, eindelijk een heel goeie vraag!" grapt Habib. "Het is een prachtige sport! Een bijzonder mooie uitlaatklep. Je bent nooit uitgeleerd; er zijn tientallen technieken, die je altijd weer kunt perfectioneren! Het draait, naast een geweldige lichaamsbeheersing, allemaal om respect, integriteit en hoffelijkheid. De kernwoorden in onze sport zijn: sterke bescheidenheid. Sterk in je schoenen staan, maar nederig. Op de juiste momenten een ander iets gunnen, ontzettend belangrijk in het leven!
Als er bij ons opgefokte jongens op de Taekwondo Academie komen, die een agressieve vechtsport verwachten, haken ze na een paar weken vanzelf af. Die houden het niet vol. Taekwondo heeft - net als andere budosporten als judo en karate, kungfu of wushu zoals Groninger Earl Blijd dat geeft - ook helemaal niet zo'n imagoprobleem als kickboksen. Tachtig procent van onze leerlingen is vredelievend en hoger opgeleid, HBO of Universiteit. Los van de sportieve prestaties bij het sparren, kun je taekwondo ook als 'levenslessen' gebruiken. Als jeugdige talenten twee jaar bij ons hebben getraind en dan toch stoppen, hebben ze er de rest van hun leven wat aan. En dan bedoel ik niet alleen een betere balans of een betere oog-arm-coördinatie, maar ook mentaal: ze zijn weerbaarder, kunnen beter omgaan met onzekerheid. Het schreeuwen bij taekwondo heeft een paar functies: jezelf uiten, je maakt een stof aan in je hersenen waardoor je je sterker en gelukkiger voelt (endorfine) en je lichaam maakt zich klaar voor de 'attitude' waarmee je durft te zeggen: 'Stop - nu is het genoeg!' Dat leer je allemaal. Lekker hard KIHAP! brullen, Japans voor innerlijke energie."
"Ik ben al sinds mijn vierde bezig met taekwondo. Het is een grote sport in Afghanistan, net als karate, worstelen en volleybal. De nationale sport is bozkeshi. Een soort polo te paard, maar dan niet met een bal op een keurig gazonnetje, maar in het zand, met het karkas van een dode geit, zonder kop. Die moet naar de overkant, waarbij alles geoorloofd is. Vooral in de noordelijke provincies, maar écht, ze doen het! En het gaat ergens om."
"Mijn grootste drijfveer om zo hard te werken? Ik wil iets terugdoen! Mijn leerlingen iets goeds meegeven. Dat komt allemaal door het besef dat ik in Nederland profiteer van de welvaart, terwijl ik zelf niets heb gedaan aan de opbouw; ik kom uit een land dat nooit iets aan de opbouw van de samenleving of versterking van de economie heeft kunnen doen. Met mijn achtergrond kan ik leerlingen begeleiden, als ze zich eens een keer down voelen. Ik weet wat het is. Ik wil ze laten zien, dat als het leven even niet gaat zoals je wilt, je nog steeds alles zelf in handen hebt. Je bent zelf de architect van je succes. Als je maar wil, kan alles!"
Voor wie daar twijfels bij heeft, Habib bracht het zelf in de praktijk door als twintiger die alleen Dari sprak (verwant aan Persisch), in recordtijd Nederlands te leren. Als volledig autodidact, maar dan ook echt fanatiek. Hij moest wel; als andere ALO-leerlingen een uurtje over een verslag deden, kostte het hem twee weken. Eerst altijd iemand laten lezen of er fouten in zaten, verbeteren, opnieuw opschrijven, tot het helemaal klopte. "Ik wilde alle woorden kennen. Eerst uit kinderboeken, later uit de krant. Lastige woorden knipte ik uit. Dan schreef ik ze op een groot vel papier dat ik aan de muur hing, net zo lang tot ik ze wist. Ook al is mijn zinsbouw soms niet helemaal correct, mijn woordenschat is nu zo uitgebreid, dat leerlingen soms moeten vragen: moeilijk woord, wat is dat nou weer? Sterker nog: ik droom de laatste tijd zelfs in het Nederlands!
Ik weet nog dat ik in 2006 een verblijfsvergunning kreeg. Apetrots. Toen kreeg ik een officiële brief van de regering. Of ik me wilde opgeven voor de verplichte Inburgeringscursus, die binnenkort zou beginnen. Tijd om in te burgeren! Deelnemen aan de maatschappij misschien later. Haha! Terwijl ik op dat moment al fulltime een HBO-opleiding volgde, de ALO voor docenten lichamelijke opvoeding. En iedere avond trainingen gaf. Tussendoor huiswerk en even eten! Ik antwoordde dat ik helemaal geen tijd had voor een cursus. Te druk. Daar keken ze wel even van op! Het goede nieuws is dat ze zó verbaasd waren, dat ik meteen een vrijstelling kreeg."
"Wist je dat ik zwaar ADHD heb?" Nee, wist ik niet. Habib oogt kalm. Lekker cool and collected, in balans, helemaal niet druk. "Misschien dat ik daar al die energie vandaan haal. Nadeel is wel, dat je als adhd'er per definitie te veel hooi op je vork neemt. Overdag lesgeven, 's avonds trainen, zo nu en dan een lezing, veel reizen als bondscoach. Ik heb dus geen minuut vrije tijd - en wat erger is, daar word ik soms ineens verdrietig van: ik zie mijn kinderen veel te weinig. Daarom heb ik ook besloten om in 2020 een paar stappen terug te doen. Vanaf dat moment komen mijn kinderen en Alinde op de eerste plaats. Dan weten ze dat vast."
"Ik voel me een heel bevoorrecht mens. Lang na de kopjes koffie van 40 cent die ik als student moest laten staan, zit ik nu als bondscoach bij een Starbucks, ergens in de wijde wereld. Dit weekend was ik nog even in Roemenië, goud op het jeugd-EK voor een van onze deelnemers. Maar de grootste successen vind ik de waardering van leerlingen. Met een Turkse jongen die het even niet meer zag zitten, heb ik veel gepraat. Waar hij mee zat, was helemaal niet zo groots, in onze ogen misschien best klein zelfs. Maar ik heb één ding geleerd: als iemand een probleem heeft, is dat voor hem of haar het grootst denkbare probleem dat er is. Ik geef dus nooit een oordeel als 'valt toch wel mee?' - nee, ik ga me voor honderd procent inzetten om dat probleem samen uit de wereld te helpen. Mijn eigen levensverhaal heeft die jongen blijkbaar geïnspireerd: leerling maakt met veel tegenwind de ALO af en komt terug als docent. Hij stuurde me laatst een berichtje: ik ben nu weer heel gemotiveerd. Ik ga iets van mijn leven maken. Ik weet ineens wat ik wil. Ik ga later ook lesgeven op de ALO. Kijk, dan is mijn missie dus geslaagd."