Hennie van Nee
FC Groningen heeft weer eens een speler van Heracles binnengehengeld. Nadat Bryan Linssen al van de Almelose club werd overgenomen, maakte de clubleiding onlangs bekend dat ook Mike te Wierik, die toch tot de vaste inboedel in het Polmanstadion leek te behoren, naar de metropool van het Noorden komt om hier zijn voetbalkunsten te gelde te maken.
Het doet me denken aan de eerste speler van Heracles die in 1965 naar GVAV, de moederclub van FC Groningen, werd getransfereerd. De blauwwitte club had destijds met de van Sparta afkomstige keeper Tonny van Leeuwen, de van het Amsterdamse Blauw Wit overgekomen B-internationals Martin Koeman en Ferry Petterson, als ook de van PSV gekochte Gerrit van Tilburg en Jan Renders, een heel aardig elftal in het Oosterpark staan. Er ontbrak echter één belangrijk element; een goalgetter.
Rikkert La Crois had als 31-jarige zijn tijd gehad en ging zijn heil zoeken bij Veendam. Zijn opvolger werd door de almachtige baas van de club, Jan Hekman, gevonden in Almelo. Bij Heracles dus. Daar had ene Hennie van Nee zich in de kijker gespeeld als gemakkelijk scorende midvoor. Vooral zijn goals in de wedstrijden tegen Ajax hadden indruk gemaakt. Zo veel zelfs dat de Britse bondscoach Dennis Neville Van Nee selecteerde voor het Nederlands elftal.
Die moet ik bij GVAV hebben, dacht Hekman. Met Van Nee erbij, zo was zijn filosofie, zou GVAV meedoen in de top van de eredivisie. Vandaag de dag is zo'n transfer – een Nederlandse international naar de Euroborg halen – ondenkbaar, maar in die tijd lukte dat nog. Hekman moest er flink voor in de buidel tasten. Het transferbedrag lag rond de 100.000 gulden, een fabelachtig bedrag in 1965.
Toen deze transfer bekend werd gemaakt, steeg de voetbalkoorts acuut in Stad en Ommeland. De voetbalminnende Groningers rekenden zich al flink rijk met die nieuwe aankoop. Ze namen Van Nee's statistieken voor lief. Die waren toch niet bepaald indrukwekkend te noemen: 12 goals in 28 competitiewedstrijden. Maar ja, die doelpunten tegen Ajax, daarmee had hij zijn potentie toch ondubbelzinnig aangetoond, was de stellige overtuiging van Hekman. En ja, zijn wil was toen wet in het Oosterpark.
Als visionair had Hekman al heel wat voetbalzaken goed ingeschat, maar met Van Nee ging hij gigantisch het schip in. Hennie van Nee is de Groninger voetbalgeschiedenis ingegaan als de miskoop van de (20ste) eeuw. De man die bij Zwolse Boys debuteerde in het betaalde voetbal, kwam maar niet uit de verf en werd in de loop van het seizoen 1965-66 zelfs verbannen naar het tweede elftal. Hij bleef steken op zegge en schrijve één doelpunt in Groninger dienst. Het klikte in het veld niet, zei Van Nee vele jaren later in het Nieuwsblad van het Noorden. Hij werd gezien als een grootverdiener en dat wekte jaloezie op in de spelersgroep.
Voor Hekman zat er niets anders op dan al na één seizoen afscheid te nemen van zijn recordaankoop: dit zou niet meer goed komen. Ook bij het publiek had Van Nee geen enkele krediet meer en daarom werd hij zonder pardon op de toen nog bestaande transferlijst gezet. Kickers Offenbach hapte toe en voor een dumpprijs, 45.000 gulden, verkaste de in Groningen gesjeesde schutter naar de Biberaberg, de legendarische thuishaven van de Kickers. Daar scoorde Van Nee wél weer en mede daardoor werden de Kickers kampioen van de Regionalliga.
La Gantoise, zeg maar het GVAV van Gent (de club heet nu AA Gent), was het volgende station en ook in Vlaamse land toonde Van Nee zijn aangeboren neusje voor de goal. Met 25 treffers in 27 wedstrijden werd hij er een Grote Meneer, waarbij aangetekend dat La Gantoise toen wel op het tweede niveau speelde.
Hennie van Nee besloot zijn loopbaan in 1971 bij Haarlem, waar hij trouwens op slechts drie goals bleef steken. Maar wat erger was, was dat de geboren Zwollenaar geen lang leven beschoren was. Hij stierf als 56-jarige aan een acute hartstilstand.