Henk Nijdam

Door: Dick Heuvelman

Wielrennen is van oudsher een sport van boeren, tuinders, bakkers- en slagersknechten. Henk Nijdam was er een prototype van: én tuinderszoon én bakkersknecht. Hij kwam in 1935 ter wereld in het deel van Eelderwolde dat tot de gemeente Haren behoorde. Maar als sportman was de stad Groningen zijn 'werkplaats'. Hij jakkerde als jongste bediende van bakker Hovinga op een transportfiets kriskras door de straten van de stad en op zijn racefiets op het Bernouilleplein, over het Van Brakelplein en in het Stadspark, waar het jaarlijkse criterium ronde de Grote Vijver altijd veel bekijks trok.

De jonge Nijdam viel direct op met een offensieve rijstijl. Zijn credo: niet lullen maar fietsen. Als broekie tartte hij tijdens clubkoersen rond Slaperstil en Steentil de Grote Meneren van de Noordelijke Wieler Vereniging in die tijd; de Eppie Warta's, Drewes Kooistra's, Klaas Wiltjers en Melle van Dekkens. Die hadden moeite zijn wiel te houden als Nijdam al na twee kilometer trainen gas gaf.

Het werd al snel duidelijk; Henk Nijdam was een begenadigd wielertalent. In Noord-Nederland stond er geen maat op de man die al snel de Locomotief van Eelderwolde werd genoemd. Met benen als imposante zuigerstangen soleerde hij van de ene bloementuil naar de andere. Om echt te slagen als wielrenner, keek Nijdam door alle successen heen, moest hij zijn vleugels uitslaan. Weg uit het Noorden, dat destijds gold als een achtergebleven wielergebied. Hij verkaste naar het tussen Amsterdam en Haarleme gelegen Halfweg, waar één van de leden van de toen nationaal toonaangevende wielerclub De Bataaf, Jan Fransen, hem een kosthuis aanbood.

In dit wielernest ging het verder crescendo. Daar kreeg Nijdam ook nieuwe impulsen. Zoals het voorstel om zijn kwaliteiten als pure hardrijder ook eens op de baan etaleren, in de nationale titelstrijd achtervolging over vier kilometer. Een baanfiets was met tweede hands spullen snel opgetuigd en daarmee verscheen de noorderling op de piste van het Olympische stadion in Amsterdam. En zie: hij kwam, zag en overwon. In de finale versloeg hij de onaantastbare geachte favoriet Jaap Oudkerk met overmacht. Een jaar later al was hij ook al de beste amateur van de wereld.

Met dit in Zürich veroverde goud was zijn rush naar de mondiale top nog niet voltooid. De kroon op dit werk werd gezet op de befaamde Vigorellibaan in Milaan, waar Henk Nijdam zich nogmaals in de regenboogtrui mocht hullen, maar toen als prof. En dat in een discipline die destijds hoog stond aangeschreven in het mondiale cyclisme. De erelijst waarop Henk Nijdam kwam te staan bevatte namen als Fausto Coppi, Roger Rivière, Gerrit Schulte en Rudy Altig. Dat deze prestatie hoog werd aangeslagen, bleek eind 1962 toen Henk Nijdam werd gekroond tot Sportman van het Jaar.

Ook op de weg groeide Nijdam, die inmiddels nog verder zuidwaarts was getrokken en Zundert als nieuwe woonplaats had verkozen, uit tot een internationale toprenner. Geen wonder dat de ploegleider der ploegleiders in die tijd, Kees Pellenaars, Nijdam contracteerde voor de eerte serieuze Nederlandse profploeg, gesponsord door het omroepblad Televizier. In dit tricot ging Nijdams ultieme droom in vervulling: meedoen aan de Tour de France. En jawel, ook in dit spektakel, veroverde hij een onuitwisbare plek in de historie als tweevoudig etappewinnaar. In de Vuelta pakte hij zelfs vier dagprijzen.

Tot de de dag van vandaag is Henk Nijdam als beste noordelijke coureur aller tijden niet overtroffen. Op zijn oude dag wilde hij er niets van weten. "Ach, zei hij dan steevast, "dat was eens. Wat heb je er nog aan?" Hij was toen nagenoeg al zijn vitaliteit kwijt door een verwaarloosde suikerziekte. Van een dokter moest hij niets hebben. Het gevolg was wel dat zijn eens zo machtige stampers moesten worden geamputeed. Gekluisterd aan zijn rolstoel was kettingroken nog zijn enige genot. Hij stierf in op Konininnedag 2009 als een gebroken en verbitterd man.


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE