Hendrik en Roelof Maring

Door: Henri van Voorn

In deze aflevering halen we herinneringen op aan vader en zoon Maring die tientallen jaren een stal in de nabijheid van de Groninger drafbaan runden. Hendrik Maring was oorspronkelijk kapper van beroep, maar zijn liefde voor de dravers deden hem in 1959 besluiten om zelfstandig trainer in Uithuizen te worden.  Dat was in de tijd dat Uithuizen nog een drafbaan had. Vervolgens verplaatste Maring zijn bedrijf naar de Hooiweg in Paterswolde. Op de plek waar alweer jarenlang sporthal De Marsch staat, exploiteerde Hendrik Maring jarenlang stal De Braak. Zoon Roelof ging na het afronden van de Mulo bij pa in het bedrijf aan de slag. Vanuit Paterswolde reisde Maring jarenlang met zijn paarden naar de noordelijke koersbanen. In zijn gloriejaren heersten de westelijke toptrainers als Willem Geersen, Jan Wagenaar en Jan van Dooyeweerd beneden Zwolle. Maring zijn werkgebied lag veelal op de noordelijke banen en daar waren er toen nog heel veel van. Van het rijtje Zuidhorn, Noordwolde, Leeuwarden, Joure, Eenrum, Aduard, Zwolle, Groningen, het oude Wolvega, Drachten, Heerenveen, Emmeloord en Sappemeer zijn nog maar een paar banen in gebruik. Veel van die banen waren grasbanen en daar verdiende Maring goed de kost. In de zestiger jaren stonden er steevast 800m draverijen op het programma waarbij de paarden meerdere keren op een middag moesten aantreden. Ook daar blies Hendrik Maring zijn partijtje mee. Succesvolle dravers in die periode waren Bonny Gregor M, Henny Dunst, X Pluto, Weerlicht B, Gerda Dunst W, Hanneke V, Ciska G, Ostar en Argonaut waarmee hij acht keer op rij won. Jarenlang had Hendrik Maring paarden in training van stal Veendam. Daarachter ging Henk Grol schuil, de opa van de bekende judoka Henk Grol.

Zo af en toe ging Hendrik Maring op woensdagmiddagen met een paar paarden vanuit Paterswolde naar de Wassenaarse baan Duindigt. Ooit het mekka van de vaderlandse draf- en rensport. Winnaars worden daar op het heilige gras gehuldigd, maar dat was in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw amper weggelegd voor noorderlingen. Zij moesten veelal genoegen neem met een plaatsgeld. Tot die ene woensdagmiddag. Hendrik had Earl Magowan meegenomen naar Duindigt. Een leuk dravertje, maar meer ook niet. Maring kon van start af de leiding nemen en dicteerde een rustig tempo. Tot zijn verbazing was er niemand die de kop kwam over nemen. In de laatste bocht ging Earl Magowan nog altijd fier aan de leiding. Al te veel illusies maakte Hendrik Maring zich nog niet, want hij wist dat op Duindigt de weg naar de finish nog lang was. Die laatste rechte lijn fungeert meestal als scherprechter.  Earl Magowan draafde dapper door en toen Maring ter hoogte van de tribune kwam begon hij hoop te krijgen op een aardig prijsje. Het was nog zo’n 150m naar de verlossende finish. Hendrik Maring snapte werkelijk niet waar de concurrentie bleef en tot zijn eigen verrassing bereikte hij als eerste de finish. Tijdens het uitlopen na de finish werd het Maring allemaal duidelijk. De ene na de andere pikeur reed langs en riep “Hendrik bedankt hoor”. De koers bleek zoals dat heet “in elkaar gezet” en Maring mocht met een grote outsider winnen. In de vorige eeuw, toen er nog fors op de draverijen werd gewed en er veel grote gokkers en illegale bookmakers waren, gebeurde dat af ten toe. Ook dat is niet meer van deze tijd.

Toen er in Paterswolde een sporthal moest komen, verhuisden Hendrik en Roelof Maring hun bedrijf naar de stallen bij de Groninger drafbaan. Van daaruit behaalde Hendrik een van de mooiste successen uit zijn loopbaan. Hij won met Lely Rodney verrassend het Kampioenschap der Tweejarigen te Hilversum. Toen Hendrik Maring 70 jaar werd moest hij noodgedwongen stoppen met het rijden in de koersen. Helemaal stoppen deed hij toen nog niet, want hij reed nog graag een paardje in de training. Hij bleef de koersen trouw en dronk iedere zondagmorgen koffie met een paar vieuxtjes bij Café Bolhuis. Dan werden er herinneringen opgehaald aan voorbije tijden. Hendrik overleed in 1996 op 82-jarige leeftijd. Zoon Roelof heeft de stal van zijn vader destijds overgenomen. Hij had er succes met paarden als Pan Fried, Lenie Bloemlust, Lely Rodney, Vanquair en Wanda Volo. Een heel bijzonder paard voor Roelof was Manolito Gregor. Die stond in training bij Jan Wagenaar, maar de succestrainer uit de jaren zeventig, kon het dier niet goed aan de praat krijgen. De Groninger sportjournalist Jelle Veenstra, die o.a. voor de Groninger Gezinsbode schreef en perschef bij GVAV was, kon Manolito voor een schappelijk prijsje kopen. Het werd een groot succes want Roelof Maring won koers op koers met Manolito Gregor. Daarbij waren ook vele lucratieve Super Trio koersen. Roelof Maring kwam begin jaren negentig tot de conclusie dat zijn stal niet meer rendabel was en besloot te stoppen. Al snel hielp hij een handje bij Joop Pool, die een stal in Een West had. Toen de destijds succesvolle Pool naar Canada emigreerde begon Roelof Maring op bescheiden schaal opnieuw een eigen entrainement. Grote aantallen paarden had hij niet meer in training, maar toch boekte hij af en toe successen. Inmiddels is Roelof Maring niet meer als trainer en rijder actief. De man die meer dan 500 koersen won bezoekt nog wel altijd trouw de koersen in het Groninger stadspark. Vanaf de baan kijkt hij dan uit op het Gasunie gebouw. Dat staat op de plaats waar hij ooit met zijn vader een succesvolle stal runde.   Hendrik en Roelof Maring bedreven de drafsport op hun manier. Noeste werkers die zich omringden met een schare trouwe eigenaren. Ze waren succesvol met doorsnee koerspaarden en zo af en toe zat er een topper tussen.


Henri van Voorn

Over Henri van Voorn

De drafsport floreerde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in Groningen. Tijdens hoogtijdagen kwamen er meer dan 5.000 toeschouwers naar de fraai baan in het stadspark. Aan het einde van de vorige eeuw werd het allemaal minder. Wat men de sport niet kan afnemen is de rijke historie. Onder het motto “gelukkig hebben we de verhalen nog” haalt Henri van Voorn af en toe herinneringen op.