Hagelslag
In Voetbal International stond in het buitenlands overzicht het volgende berichtje: Omdat de Spurs altijd in de duurste hotels logeren moeten alle leerling-profs een cursus bezoeken waar hen geleerd wordt hoe ze slakken moeten eten in exclusieve restaurants.
Blij dat ik geen leerling-prof bij Tottenham Hotspur ben, dacht ik bij mezelf toen ik dit las. Alleen bij het idee al heb ik de neiging te gaan kokhalzen. Als ik een slak als statussymbool naar binnen zou moeten werken, leverde ik onmiddellijk mijn contract in. Een slak komt er bij mij niet in. Net zo min als kip, forel, reerug, oester of fazant, om maar eens wat variaties in het duurdere restaurantwezen te noemen. Alleen al vanwege het culinaire aspect ben ik niet in de wieg gelegd voor een carrière op welk hoog niveau dan ook.
Neem de koningin. Of een minister. Of de directeur van een multinational. Of een IOC-bons. Die worden geacht alles te eten wat de exquise internationale pot schaft. De aankomende topvoetballers van Tottenham Hotspur dus ook. Om het niveau van de club aan te geven. Misschien iets voor Be Quick? Na de woensdagmiddagtraining met de hele pupillenafdeling naar Chalet le Grillon in Harenermolen om die jongetjes hazepeper te leren consumeren. Naast elke stoel een kotsbakje, je weet maar nooit.
Dan werd ik liever lid van Groen Geel, waar -stel ik me zo voor- eten uit de muur van cafetaria ’t Smulhoekje een goed en smakelijk gebruik is. Een balletje gehakt, een biefstukje of een sateetje, dan houdt het bij mij wel ongeveer op.
Dat heeft zijn voordelen, vooral wanneer je in dit vak in het buitenland werkzaam bent. Mijn vrouw, die er nauwlettend op toeziet dat mijn vetpercentage op een aanvaardbaar peil blijft, hoeft niet ongerust te zijn dat ik tijdens een trip over de grens te veel aanzet. Het tegendeel is eerder het geval. Zelfs een land met een grote culinaire reputatie als Frankrijk krijgt geen vat op mij als het op zogenaamd lekker eten aankomt. Een salade mixed is geen probleem en een entrecôte wil ook nog wel, maar als de collega’s eens hun honger willen stillen in een vistent met vijf sterren aan de Bretonse kust, haak ik af. Een onvoorwaardelijk neen klinkt ook uit mijn mond als een bezoek aan ‘De Pakistaan’ in Parijs wordt voorgesteld. Dan zoek ik mijn heil wel bij Mc Donald.
Wielrennen is ook geen vak voor mij. Van wat die jongens bij de ravitaillering in hun etenszakjes krijgen uitgereikt, zou ik, tot wanhoop van de soigneurs, het meeste in de berm kieperen. Kip, rijstevlaatjes en als toetje een mueslireep. Geef mijn portie maar aan Joop. De samenstelling van mijn ideale etenszakje zou zijn: drie plakken cake, twee marsrepen, een stuk Leidse kaas, een paar plakjes rosbief, druivesuiker en stukjes sappige sinaasappel. Dan kan ik wel een tandje zwaarder trappen.
Het best zou ik -lijkt mij tenminste- als anti-eter tot mijn recht komen als schaker of dammer. Ik zie nog de heer Joesoepov tijdens zijn tweekamp met Timman dagelijks het podium in Tilburg betreden met een zakje brood en een kan thee. Dat je het daarmee ver kunt schoppen, is onomstotelijk bewezen. Immers, Timman, die me ook zo’n exclusieve smikkelaar toelijkt, werd compleet van het bord gevaagd.
Hagelslag bij het ontbijt, dat is ook een must. Zoals dat eveneens is voor onze volleybalinternational Carolien Keulen, die onlangs in een interview verklaarde pakken met hagelslag mee te nemen naar het buitenland. Ook nu Carolien bij Bologna in Italië speelt, doet zij het niet zonder deze oer-Hollandse lekkernij op het brood. Het was mij uit het hart gegrepen toen zij de volgende bekentenis deed: “Ik moet elke dag één boterham met hagelslag hebben. Ik eet al mijn hele leven lang hagelslag.”
Ik ook, Carolien. Net als haar zweer ik bij melkhagelslag van Venz. Die van AH vindt ze ook lekker. Daarover kan ik niet oordelen. Nog nooit gehad. Mijn tweede keus is het eigen merk van de Mikro. Thuis kregen we vroeger altijd hagelslag van De Gruyter. Was ook niet slecht. Zonder hagelslag heeft Carolien geen (volleybal) leven. Nog kan ze heel erg boos worden als het WK ’82 in Peru ter sprake komt. “De manager zou alles inslaan. Zoveel potten pindakaas, zoveel pakken hagelslag. Had die eikel van die surrogaat hagelslag, van die vieze chocofantasie meegenomen. Jasses! Vier weken van dat vieze spul moeten eten! Dat was heel erg.
Het moge duidelijk zijn dat Carolien Keulen sinds deze ontboezemingen hoog in mijn achting is gestegen. Veel hoger dan die snobs van Tottenham Hotspur met hun slakken.