Gyas Babes

Ymkje Clevering won het afgelopen weekeinde de wereldtitel in de vier-zonder-stuurvrouw bij wereldkampioenschappen onder 23-jaar in het Bulgaarse Plovdiv. De 22-jarige studente geneeskunde roeit nog maar drie jaar. Zij geldt als een van de grote talenten waarvan we de komende jaren nog veel mogen verwachten. Net als van haar clubgenoten Sophie Souwer en Marloes Oldenburg die deel uitmaken van het nationale roeiselectie op weg naar de Olympische Spelen van Tokyo.  In eerste instantie had Ymkje Clevering zich in 2014 aangemeld  voor het 'Project 2020' een initiatief van tweevoudig Olympisch kampioen, Nico Rienks, om met acht grote sterke dames roeisters een boot te formeren voor Tokyo. Groot en sterk was Clevering die opgroeide in Haulerwijk. “Daar voetbalde ik, maar ik fietste naar school in Drachten en daar ben ik sterk geworden”, vertelt Clevering. Ze slaagde met glans voor de toelating voor het 'Project 2020', maar roeide uiteindelijk niet mee. ,,Ik wilde studeren in Groningen en niet in Amsterdam. Bij Gyas voelde ik me ook prima op mijn plaats.”

Daar kwam ze als tweede jaarsroeier in het Regionale Trainingscentrum waar ze begeleid werd door Annemiek de Haan. Zelf winnaar van zilver en twee keer brons in de acht op Olympische Spelen. Met een beetje weemoed heeft ze Clevering dit jaar afgestaan aan de nationale bond. ,,In haar eerste jaar zagen we al de ze heel goed was. Dan weet je dat ze naar de bond gaat. Heel leuk voor haar natuurlijk, maar voor ons een beetje jammer, maar het is onze taak”, constateert De Haan. Annemiek de Haan was een jaar eerder met Gyas-coach Emma Corbijn nog wel de coach van Ymkje Clevering en haar clubgenote Eline Feitsma in de vier-zonder-stuurvrouw bij de WK onder-23 jaar in Rotterdam. Daar werd toen al een bronzen medaille behaald. Clevering ging vervolgens haar eigen weg samen met Veronique Meester (Nereus, Amsterdam) in de twee-zonder-stuurvrouw waarmee ze Nederlands kampioen werd. Een uitstapje maakte Ymke Clevering naar de nationale acht waarmee ze vervolgens zilver won op de Europes kampioenschappen in Tsjechie.  Terug in de vier-zonder-stuurvrouw wonnen Elsbeth Beeres, Karolien Florijn, Ymkje Clevering en Veronique Meester de beroemde Engelse roeiregatta Henley om hun succesreeks af te sluiten met de wereldtitel onder-23 jaar.

De 1,70 meter lange Marloes Oldenburg is kleiner dan de meeste roeiers, maar de docente anatomie aan Het Wenckebach Instituut van het UMCG is wel enorm sterk. Ze meldde zich aan bij Gyas omdat ze wilde aftrainen na een lange cariere als wedstrijdzwemmer in bij het RTC in Drachten. Het roeien vond ze echter zo leuk dat er van aftrainen weinig terechtkwam en in december 2015 maakte ze indruk bij het NK Indoorroeien waar ze met de tijd van 6.54,9 over 2000 meter derde werd. De Gyas-roeister werd uitgenodigd om mee te trainingen met de nationale acht, maar werd al snel bedankt voor haar diensten. Oldenburg vervolgde vervolgens haar eigen weg en maakte een plan met Lisa Scheenaard (Theta, Eidnhoven) om samen in de dubbeltwee een kwalificatie voor de Rio te bereiken bij de Olympische kwalificatie toernooi (OKT) in Luzern. De Groningse nam een sabitacal van haar werk om dagelijks te kunnen trainen in Eindhoven. In de aanloop naar het OKT leek het plan te slagen. Oldenburg was echter ziek tijdens het OKT en hoewel de Groningse nog wel met haar zieke lijf de finale roeide was dat een onbegonnen strijd en liep de weg naar Rio dood in Luzern.

Dit seizoen pakten Oldenburg en Scheenaard de draad weer op werden tweede bij de Europese kampioenschappen. Bondscoach Josy Verdonkschot haalde halverwege het siezoen het duo uit elkaar omdat hij Scheenaard tijdelijk in de dubbelvier nodig had ter vervanging van Inge Janssen. De Groningse werd in de dubbeltwee geplaatst met Roos de Jong. Een leerzame ervaring voor Oldenburg. ,,Technisch ben ik beter gaan roeien”, aldus de Groningse. Ze verzekerde zich van een plaats in de nationale selectie van de sculsters voor de Wereldkampioenschappen eind september in Sarasota, Florida. Met Lisa Scheenaard en Roos de Jong moet de komende weken nog uitgemaakt worden wie op de WK in de dubbeltwee of in de skiff start. De kans dat Oldenburg in de dubbeltwee zal starten lijkt het grootst. Haar doel gaat echter verder dan dit jaar. Ook zij heeft het vizier op Tokyo 2020 gericht.
Sophie Souwer is de enige van de drie die al olympische ervaring heeft opgedaan, afgelopen jaar in Rio. In de acht werd de Groningse zesde. Een klassering waarvoor zeker Souwer niet naar Brazilie was gekomen. De verloskundige wist een ding zeker: ze wil door naar de volgende Spelen, maar wil dan meedoen voor de medailles. Souwer (30 jaar) begon met roeien op latere leeftijd. Nadat ze was afgestudeerd als verloskundige legde zij zich volledig toe op het roeien in het seizoen 2012-2013. Vanuit de skiff kwam ze in de nationale dubbelvier waarmee in 2013 diverse successen werden behaald. Tijdens het WK met de vierde plaats bleef de vier net buiten de medailles. De Groningse kwam daarna in de acht. Grote resultaten werden niet behaald in deze boot. Op haar internationale trips leerde ze ruim drie jaar geleden wel haar Italiaanse vriend kennen. Martino Goretti was roeier in de lichte vier-zonder-stuurman van Italie. Souwer heeft door hem ook de liefde voor het Italie leren kennen waar ze vorig jaar na de Spelen regelmatig trainde. Niet alleen in de boot, maar ook op de fiets en mountainbike. In Nieuw Zeeland nam ze deel aan de Iron man en terug in Nederland begin dit jaar was sterker dan ooit en heeft een plaats in de prioriteitsboot, de dubbelvier. Op de nationale kampioenschappen won ze de kleine nummers, de skiff en dubbeltwee. Op de internationale wedstrijden bleek de Nederlandse dubbelvier met Sophie Souwer nog niet helemaal gereed. Zowel op de Europese kampioenschappen als de laatste Wereldbeker in Luzern werd het kwartet tweede. Met Inge Janssen terug in de boot heeft het meer power en behoort de Nederlandse vier bij het WK een medaille kandidaat.