Groene Uilen overweegt promotie naar eredivisie
Foto: Groeneuilen.nl
Krijgt Groningen een tweede representant in de eredivisie basketbal? Het zou zo maar kunnen. Nu studentenclub De Groene Uilen op weg lijkt naar titelprolongatie in de promotiedivisie, het één na hoogste niveau, is de vraag in het Willem Alexander-Sportcentrum: Wat nu? Er zijn twee opties: promoveren of blijven zitten waar je zit.
Coach Hans Nieboer gaat vooralsnog voor de eerste mogelijkheid, dus de stap zetten naar de eredivisie. ”We zijn het inmiddels serieus aan het overwegen. Vorig jaar waren we te laat hiermee, ook al omdat we het kampioenschap niet direct zagen aankomen. Dat is nu wel het geval en ja, ik ben van mening dat je in competitieve sport de ambities moet hebben zo hoog mogelijk te spelen. Dus een stap omhoog maken als de kans daar is, in dit geval het kampioenschap.”
Maar, beseft Nieboer ook, om dat doel te realiseren zal er nog heel wat afgepraat moeten worden. In eigen kring, maar vooral ook met de top van de universiteit. Nieboer: ”De RUG mag zich graag profileren als een sportvriendelijke universiteit, dus zeg ik: laat het maar eens zien dan. Ik denk dat wij een prima visitekaartje zouden kunnen zijn als het gaat om het uitdragen van een aantrekkelijk topsportklimaat bij de RUG. Er is ook een flinke pot geld voor topsport. Daar wordt weinig aanspraak op gemaakt, hoor ik zo links en rechts. Alleen door de roeiers van Gyas. Maar zij krijgen niet alles, hoor! Er zit nog genoeg in. Met dat geld kunnen wij een aardig eredivisieteam op de been brengen.”
Nee, Nieboer gaat niet van de toren blazen dat hij en zijn Uilen met ‘grote broer’ Donar wil gaan concurreren. ”Zeker niet, wij willen het heel anders doen. Met een eigen visie, een eigen stijl. We hebben met veel oud-Donarspelers al een aardige basis, maar als de RUG in dit verhaal meedoet, worden we aantrekkelijk voor basketballende studenten in Nederland. Die zijn er veel. In dat plaatje passen trouwens ook buitenlandse studenten, want de RUG werkt samen met tal van universiteiten in Europa en ook elders in de wereld. Via deze netwerken kunnen we laten zien dat Groningen een echte basketbalstad is, met twee clubs.”
Nieboer ziet mooie visioenen. ”Gelet op de ontwikkelingen in de eredivisie zie ik voor ons zeker geen rol in de marge weggelegd. Immers, er gaat steeds minder geld om in de eredivisie en daardoor moeten steeds meer clubs het met Nederlanders doen. Die zouden wij, als ze tenminste studeren, een studiebeurs kunnen bieden onder de vlag van de universiteit. Is toch ook een prachtige reclame voor de RUG, ja toch? Ik denk dat een tweede basketbaltopclub naast Donar veel exposure oplevert, ook landelijk. Want dat zou, althans in deze tijd, bijzonder zijn.”
Echter, alleen met financiële steun van de universiteit is Groene Uilen er nog niet. Nieboer: ”We moeten ook een organisatie opbouwen met mensen van buitenaf, zowel bestuurlijk als ook met vrijwilligers. Ik denk namelijk dat je het eredivisieteam van de Uilen in een aparte stichting moet onderbrengen, zodat al die andere, vooral recreatieve teams geen last van ons hebben. Je kunt die mensen niet verplichten om mee te helpen om wedstrijden van het eerste volgens de regels van de FEB neer te zetten. We zijn maar een vereniging van 120 leden, dus voor dat werk moeten we vrijwilligers van buiten zien aan te trekken. Maar in Groningen zitten veel echte basketballiefhebbers, dus dat moet kunnen. We gaan in het kader van logistieke zaken ook praten met de Hanzehogeschool en het Alfa Collega, Die kunnen hun studenten stageplekken bij ons aanbieden.”
Al met al denkt Nieboer dat hij met een begroting van rond de ton een waardig eredivisieteam op de been kan brengen, waarin ook plaats zal zijn voor twee Amerikaanse broodspelers. “Voor hen zie ik vooral een rol als mentor weggelegd, maar ze moeten natuurlijk wel presteren. Of beter gezegd: de kar trekken. Als we daarmee bij onze wedstrijden een mannetje of duizend trekken, ben ik dik tevreden.”
Het zou overigens niet de eerste keer zijn dat de stad met twee teams in de eredivisie van de partij was. Eerder was dat in 1979 al eens het geval. Toen was het vooral de slagroom op de taart van basketbalgoeroe Bill Pijl, die met steun van cafébaas Dick Jager een droom waarheid zag worden. Hij maakte van een schoolclubje van de Cort van der Linden MULO in precies 10 jaar tijd een heuse topclub. Met voor het overgrote deel zelf opgeleide jongens als Jeroen Talens, Albert van der Ark, Michel Houttuin en Cees Snitjer. Lang duurde het feestje van Pijl niet, precies een jaar. Toen werd er al weer gedegradeerd. Van de veertig wedstrijden werden er slechts twee gewonnen, beide keren van het in verval geraakte Rotterdam Zuid.
Hans Nieboer ziet betere perspectieven. ”Als het lukt wat ik in mijn hoofd heb, gaan we zeker voor een winstpercentage van tussen de vijftig en zestig procent.”