Emke: mijn drive is om ze zo goed mogelijk te laten roeien
Het is al weer meer dan twintig jaar geleden dat Nederland met de Holland Acht de Olympische titel won. Dat was in 1996 bij de Spelen van Los Angeles. De Groninger roeicoach Mark Emke bouwt al weer enige jaren aan een herhaling van dit succes dat bij de Olympische Spelen van Tokio in 2020 behaald moet worden. In 2004 was hij er dichtbij toen zijn Acht zilver won. Ook bij de laatste Spelen stonden zijn mannen op het erepodium voor brons. Emke is sinds 2013 weer verantwoordelijk als bondscoach voor de mannen roeiers. Joop Alberda die aangesteld was om schoon schip te maken bij de roeibond naar de teleurstellende resultaten van Londen in 2012 haalde de Groninger naar het trainingscentrum in Amsterdam.
Wie met Mark Emke praat, hoort zijn onvervalste Amsterdamse accent. In de hoofdstad liggen zijn roots. In 2010 kwam hij met zijn vrouw mee naar Groningen die bij het UMCG een goede baan kreeg. Het adviesbureau waar hij toen werkte had een filiaal in Groningen waardoor Emke zijn werk ook kon voortzetten tot 2013 toen hij de overstap maakte naar de roeibond. Het lijkt in eerste instantie niet logisch dat een rasechte Amsterdammer zijn werk heeft in Amsterdam, maar in Groningen blijft wonen. ,,Mijn huis staat er, mijn vrouw werkt er en ik kom er graag”, reageert Emke. ,,En ze moeten eens ophouden over de afstand. Als je je netjes aan de verkeersregels houdt, ben je een uur en drie kwartier onderweg. Dat is niet zo ver.” Behalve de trainingen op het Olympische trainingscentrum in Amstelveen is de bondscoach ook regelmatig met zijn roeiers op trainingskamp in het buitenland en bezoekt hij Nederlandse roeiers die in de Verenigde Staten studeren en potentieel kans maken op een zitje in een van zijn boten. Gemiddeld is hij een tot twee dagen per week in Groningen.
Gevraagd naar zijn favoriete plek in Groningen, moet Emke even nadenken. ,,Dat is heel moeilijk om te zeggen. Dat is bij mij thuis. Het is ook de stad Groningen. Daar zijn een paar leuke plekken waar ik graag kom om bijvoorbeeld een biertje te drinken. Ik vind het ook mooi om vanuit mijn huis te fietsen. Ik ben dan in drie trappen op mijn fiets helemaal in de middle of no ware. Ik fiets vaak naar het oosten tot aan de Duitse grens. Tussen de weilanden. Dat vind ik mooi.”
Emke was in 2003 de coach van de succesvolle Groningen Acht. De roeiers die uit alle delen van het land kwamen trainen in Groningen. Het was de basis van de acht die in 2004 zilver won op de Spelen. Ook Emke kwam naar Groningen om ze op het Winschoterdiep en Noord-Willemskanaal te coachen. ,,Toen was ik nog een hartstikke Amsterdammer.” Na de Spelen van Athene in 2004 ging hij door met de vier-zonder-stuur die bij de Spelen van Peking in 2008 verrassend niet de finale haalde vanwege wier aan de vin onder de boot. Na Peking gooide hij de handdoek in de ring toen hij onvoldoende waardering kreeg vanuit de roeibond en pakte zijn oorspronkelijke werk weer op bij een advies en ingenieursbureau. In 2010 verhuisde Emke met zijn vrouw naar Groningen.
,,Ik had toen niet kunnen bevroeden dat ik dit weer bondscoach zou worden.” Zijn hart ligt bij het coachen en toen hij in 2010 gevraagd werd om te adviseren bij de lichte roeiers van Portugal was hij daar al snel weer aan het coachen. ,,Ook vanuit Groningen overigens. Liet ze ook weleens naar Groningen komen, dan gingen we onder andere op de roeibaan in Harkstede trainen.” Dit project heeft hij tot de Spelen van 2012 in Londen gedaan. De Portugezen behaalden in Londen in de lichte dubbeltwee de vijfde plaats een uniek resultaat voor het roei-ontwikkelingsland. In die periode was Emke ook de centrale coach bij het RTC Noord tot dat Joop Alberda hem opriep voor het 'grotere werk'.
In 2018 won de Holland Acht van Emke in Rio de bronzen medaille. Veel van die roeiers zijn daarna gestopt. Daarmee lijkt veel ervaring weg en moet de Groninger weer opnieuw moet bouwen aan een team. ,,Het is iets waar je mee te dealen hebt. Veel van de roeiers hebben een universitaire opleiding en kunnen een goede baan krijgen. Of ze zijn al in dertig en hebben een gezin. Ik heb nu ook weer een goede groep roeiers.” Bij de wereldbeker medio juli in Luzern bleek dat al. De vier-zonder won zilver en de acht brons. Ook zijn scullers (elke roeier 2 riemen) behaalde in de dubbelvier zilver. In Luzern had Emke zelfs twee achten aan de start liggen. Ook de tweede acht presteerde goed en miste met 0,22 seconden de finale en was in de b-finale oppermachtig. Menig roeiland kijkt daar met bewondering naar.
Emke werkt graag zo lang mogelijk met een grote groep. Ook destijds bij de Groningen Acht koos hij er al voor om twee achten op het water te brengen. Op de WK en de Spelen mag er echter maar een acht varen. Hoe houdt hij de komende twee jaar zo'n grote groep nog gemotiveerd met dag in dag uit roeien, vooral de roeiers die in de tweede acht zitten. ,,Dat is geen probleem”, klinkt het zelfverzekerd. ,,Die gaan als een malle. Ook zij behalen nu leuke resultaten en ik hoop dat ze beseffen dat ze ook nodig zijn om het succes te kunnen maken voor de eerste boot.”
Wat het belangrijkste onderdeel van de race is, is moeilijk aan te geven vind Emke. ,,Vanaf het begin tot het einde van de race en dat is vijfenhalve minuut moet het helemaal kloppen.” De ploeg vaart zijn eigen afgesproken raceplan en tactiek komt er bijna niet aan te pas. ,,In een acht is dat moeilijk. Je hebt een stuurman die geeft aan wanneer je je kaarten op tafel legt. Je kunt maar een keer extra investeren dat je echt het zuur ingaat. Daarna kan het niet nog een keer. De timing daar van kan tactiek zijn. Roeien is niet als wielrennen. Je hebt er niet zoveel aan als je gaat voorliggen. Misschien een heel klein beetje dat je ze ziet aankomen. Je moet precies uitstippelen hoe je het gaat doen.”
Vergelijking met andere sporten zijn moeilijk te maken. ,,Roeien is bij uitstek een teamsport, maar er speelt geen balletje mee. Je moet heel goed met elkaar samenwerken en dan wordt het iets van een tijdrace. Misschien dat je het een beetje kunt vergelijken met een ploegentijdrace bij het wielrennen. Het zit alleen nog meer met elkaar verweven. Je voelt elkaar bij het roeien. Dat heb je bij fietsen niet.”
Emke streeft er zelf naar om de groep zo lang mogelijk groot te houden. Hoe kijkt hij dan aan tegen bijvoorbeeld Aegir en Gyas met honderden leden die elk jaar niet meer dan slechts één eerste jaarploeg in elke discipline mannen, licht en vrouwen op het water kan brengen. ,,Als er genoeg mensen zijn dan moet je meer ploegen vormen, maar dan moeten ze er ook zijn. Er zijn veel die op donderdag een keer langskomen en biertje drinken en in het weekend in een bootje zitten. Die willen niet zeven tot tien keer per week trainen. Als ze er wel zijn, laat ze dan wedstrijdroeien. Ik ken nog een heel goed voorbeeld van een roeier, die niet in de eerste jaarsacht van Aegir zat, maar die uiteindelijk wel brons won op de WK en op de Spelen roeide. Ik bedoel dan Joost Adema. Dat is het gevaar dat de mensen het talent niet goed zien. Hoe groter je de spoeling maakt, hoe groter de kans dat je daar goede roeiers uithaalt.”
Als lichte roeier behaalde hij zelf zilver in de acht en brons in de vier-zonder op WK's maar nooit op de Olympische Spelen. Het was in die tijd nog geen onderdeel op de Spelen en voor de komende Spelen is de lichte vier al weer geschrapt ten voordele van de vrouwen vierzonder. Dat moet hem pijn doen. ,,De vier-zonder was een ontzettend competitief veld. De internationale roeibond en IOC hebben besloten dit nummer te schrappen van de olympische kalender. Aan de ene kant vind ik het goed, maar aan de andere kant ook weer jammer. Het hele veld ligt nu op zijn gat. Dat heeft veel met fondsen te maken die komen vanuit Olympische bonden. De lichte dubbeltwee is nu nog als enige nummer olympisch. In Groningen hoopt Damion Eigenberg dat hij in de komende jaren in de lichte dubbeltwee naar de WK en mogelijk naar de Olympische Spelen kan. Tokio lijkt nog te vroeg voor hem. Het optreden van de Gyas-roeier op de eerste wereldbeker verliep niet geheel naar verwachting. ,,Hij heeft wat foutjes gemaakt. Daar leert hij van. Het is de eerste keer dat hij op zo'n toernooi is. Wat mag je dan verwachten.”
Een zoon van Joost Adema gaat samen met de Melvin Twellaar in de dubbeltwee naar de WK onder-23 jaar. Beide roeiers behaalden als junior al internationale successen bij de Hunze en zetten die nu voort bij respectievelijk Gyas en Aegir. ,,In Luzern startten ze om goede harde races te varen als voorbereiding op de WK die ze eind juli hebben.” De verwachtingen van het Gyas/Aegir-duo voor de WK onder-23 jaar, 26-29 juli in Poznan, ligt hoog, zeker na hun optreden in Luzern, waar ze net niet de finale behaalden en uiteindelijk tweede werden in b-finale achter de USA.
De motivatie om te coachen is in de loop van de afgelopen jaren veranderd. ,,In het begin van de Groningen Acht, wilde ik laten zien dat ik goed kan coachen. Nu is mijn drive de jongens zo goed mogelijk te laten roeien. Om hun de beste prestatie te kunnen laten leveren. Dat we al Nederlands team zo goed mogelijk worden. Dat is net even anders. Ik zit niet te wachten om naar buitenland te gaan. Ja, ik heb wel eens vragen gehad om naar het buitenland te komen, maar ben helemaal niet geïnteresseerd in geld. Vind het leuk om de jongens zo ver te krijgen dat ze goud winnen.”