Eerste buitenlanders

Door: Dick Heuvelman

Beeld: Archief GVAV

Geen profclub in Nederland of er staan buitenlanders onder contract. Het is de normaalste zaak van de (voetbal)wereld. Niet in alleen in de voetballerij heeft de globalisering overigens toegeslagen, dat geldt voor nagenoeg alle professionele sporten in teamverband.

Het aantrekken van buitenlanderse voetballers begon halverwege de vorige eeuw, nadat in 1954 het profvoetbal zijn intrede in Nederland had gedaan. De eerste buitenlandse prof was de Zuid-Afrikaan Steve Mokone; hij kwam in 1957 naar Heracles.

In Groningen kwamen de eerste buitenlanders een jaar later binnendruppelen, drie in getal. GVAV kocht de Duitsers Sepp Seemann en Helmuth Fottner van Sportclub Enschede, een transactie die, zo lichtte toenmalig voorzitter Jan Hekman toe, tot een snelle rentree in de eredivisie moest leiden. Zijn club was dat jaar uit de pas gevormde eredivisie gedegradeerd en de ambitieuze Hekman had toen al door dat voetbal op het hoogste niveau niet meer met alleen Groninger spelers te realiseren was.

Behalve het Duitse duo kwam er ook nog een Hongaarse speler naar Gruno's veste, luisterend naar de naam Janos Bedly. Hij werd gecontracteerd door Be Quick, dat in de tweede divisie speelde en dat jaar flink investeerde om hogerop te komen. Bedly was twee jaar eerder zijn land ontvlucht nadat het Rode Leger de Hongaarse opstand had neergeslagen. In die tijd was het Hongarije met supersterren als Puskas en Hideghuti een Grote Speler op het internationale podium, de vice-wereldkampioen van 1954. Het verloor, tegen alle verwachtingen in, met 3-2 van Duitsland.

Dus waren Hongaarse spelers in trek en daar speelde Be Quick, dat de stadshegemonie was kwijtgeraakt aan GVAV, op in. En jawel, met fullprof Janos Bedly promoveerde de Good Old in 1960 via het kampioenschap in de tweede divisie B naar de eerste divisie. Bedly was een regelmatig scorende speler, maar ook een pierewaaier. Hij was, samen met de Algerijnse goaltjesdief Paul Amara, die bij Veendam speelde, een veel geziene gast in het uitgaanscircuit. Niet zelden stond zijn kanariegele DKW al om vijf uur geparkeerd voor dancing Frigge na een thuiswedstrijd.

Nadat Bedly met Be Quick kampioen was geworden, werd hij gekocht door het Amsterdamse DWS, dat ook zijn stapmaatje Amara aantrok. Nadat hij ook MVV nog had gediend, trok hij vervolgens als Janos Bedl (zonder y dus) de wijde wereld. Als globetrottende trainer maakte hij omzwervingen die hem voerde langs clubs als Sliema Wanderers, Pittsburgh Phantoms, Borussia Dortmund, Kansas City Spurs, Lierse SK en Rot Weiss Essen, alvorens hij stierf in 1987. Een hartaanval op 58-jarige leeftijd werd deze voetbalavonturier fataal.

Het Seemann en Fottner was slechts één seizoen te bewonderen in Groningen. Sepp Seemann ontpopte zich in het Oosterpark als een echte goaltjesdief, terwijl Fottner opviel met met zijn fijnzinnige balbehandeling. Op zich voldeden ze ook aan de verwachtingen. Seemann scoorde 15 goals en Fottner ook nog eens acht. Toch werden ze al naar één seizoen afgeserveerd.

Er waren namelijk sterke vermoedens dat de heren zich in het beslissende stadium van de kampioensrace in de eerste divisie hadden laten omkopen. Met name Piet Fransen was daar heilig van overtuigd. "Ik wilde ze wel bij de strot grijpen," vertelde Piet Fransen nadat GVAV de beslissende wedstrijd uit tegen Sittardia met 2-0 had verloren. Otto Roffel, keeper als ook aanvoerde, kon de woedende Fransen daarvan met veel overredingskracht ternauwernood van weerhouden. Hoe dan ook, Seemann en Fottner misten de mooiste kansen. Bovendien waren ze een avond tevoren met z'n tweetjes al naar Sittard afgereisd. Ze sliepen er ook. Dat versterkte de verdenking tegen hen alleen maar. 

Zonder Sepp Seemann en Helmuth Fottner keerde GVAV een jaar later wél terug in de eredivisie.


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE