Een wonderlijke reis naar Ascoli

Door: Paul Zweverink

Toen FC Groningen eind september 1983 op fraaie wijze Atletico Madrid in de eerste ronde van de toenmalige Europa Cup 3 had uitgeschakeld, was het de grote vraag welke naam uit de lotingskoker zou rollen. Het werd het grote en befaamde Internazionale uit Milaan. Voor mij het begin van een wonderbaarlijke reis naar Ascoli/Piceno.

Als assistent van toenmalig hoofdtrainer Han Berger zat ik samen met collega Henk Nienhuis die vrijdag van de loting aan de radio gekluisterd. Toen het Inter Milaan bleek te zijn, keken we elkaar aan. Zo, dat was niet mis. Na Atletico wederom een grote club, één van de voetbalbolwerken van Italië. Elftalleider Theo Huizinga schakelde snel, we zouden nog twee keer Inter kunnen zien spelen: Ascoli uit en een week later AC Milan thuis. Snel overleg vereist dus. Het eigen programma werd er bij gehaald. ,,Komende zondag hebben we zelf Ajax uit op hetzelfde tijdstip als Ascoli-Inter’’ , wist Han Berger. ,,De week daarna kan ik zelf naar Inter-AC Milan, want dat is op zaterdag’’. Het plan moest gesmeed. ,,Paul, jij naar Ascoli zondag. Henk kan de coaching van het tweede elftal van je overnemen. De week erna gaan Henk en ik dan naar Milaan.’’ 

Aldus geschiedde. Dezelfde middag nog waren de vliegtickets Schiphol –Milaan en Milaan-Ancona geregeld en het hotel in Ancona vastgelegd. ,,De rest moet je zelf regelen. Autohuur, toegang stadion. Ik meld je wel aan’’, aldus Huizinga. Met die bagage toog ik zaterdagochtend vroeg naar Schiphol, pak één (dat zou nog van pas komen..) in de tas. KLM-vlucht naar Milaan. Overstappen en in een ‘rammelbak’ van AlItalia naar Ancona. ’s Middags rond twee uur was ik bij mijn hotel. Auto huren, kijken hoe laat ik de volgende dag moest vertrekken richting Ascoli en even van de milde Italiaanse najaarszon genieten.

Zondagochtend was ik er klaar voor. Het nette pak ging aan en richting Ascoli/Piceno. De vrij luxe Fiat bracht me zonder problemen langs de Adriatische kust. Civitanova Marche, Porto San Giogio en dan bij Martinsicuro rechtsaf het binnenland in. Om 3 uur begon de wedstrijd, ik was er even na half twee. Heel brutaal had ik een grote P op mijn voorruit geplakt. Dat maakte kennelijk indruk, zonder probleem plaatste in de Fiat op Parkeerplaats 1, pal voor de hoofdingang. Vanaf dat moment ging het wat moeizamer. Ik meldde me bij de infobalie, probeerde het in mijn beste Engels en wat pogingen tot Italiaans. ‘Allenatore FC Groningen’. Het maakte geen indruk op de dame aan de balie. Ze haalde haar schouders op. Kennelijk was het aanmelden vanuit Groningen niet echt gelukt. Ik rechtte mijn schouders, trok mijn stropdas strak en liep recht op een imposant uitziende suppoost met een rode pet af. Omdat de andere suppoosten grijs-pettig waren dacht ik: ,,Deze man moet belangrijk zijn’’. Het geluk was aan mijn zijde. Net toen ik de rode Pet had aangesproken, stopte er een grote zwarte limousine pal naast me. Il Presidente Ivanoe Fraizzoli stapte uit. Dat was mijn kans, ik gaf hem de hand en zei: ,,Paul Zweverink, allenatore dell FC Groningen. Want to see the match please’’. Dat was snel geregeld, de Pet leidde me met veel Italiaans aplomb naar de perstribune en wees me een riante stoel. Ik was binnen, het spel kon beginnen.

De wedstrijd was op gang en ik noteerde de bekende namen: Doelman Walter Zenga, verdediger Giuseppe Baresi, Salvatore Bagni, de Belg Ludo Coeck en natuurlijk spits en topschutter Alessandro Altobelli. Wonderbaarlijk genoeg zat top-aankoop de Duitser Hansi Müller op de reservebank. Mijn aanwezigheid bleek aandacht te trekken, ik zat met een VI en een notitieblok op mijn plek en halverwege de eerste helft al sprak mijn buurman, naar later bleek een journalist van La Gazetta dello Sport, mij aan. Eerst Italiaans, toen Engels. Wie ik was. ,,FC Groningen, allenatore’’……..dat was genoeg. Binnen tien seconden wisten alle aanwezige journalisten het. Ik schat zeker veertig waren het. Toen het rust was begon het al. Of ik na afloop in de persruimte wilde komen, ze wilden van alles weten van het voor hen volkomen onbekende FC Groningen. 

Tegen het eind van de wedstrijd tikte mijn buurman mij op de schouders. En keek er bewonderend bij. ,,Ajax-FC Groningen uno-uno’’…. . Zo, 1-1 in Amsterdam. Dat maakte indruk. Naar beneden en daar ging het helemaal los. De ruim veertig journalisten stonden in een cirkel om me heen. De goed Engels sprekende Gazetta-journalist nam het voortouw. ,,Heeft FC Groningen internationals?’’ Ik noemde Erwin Koeman, Adri van Tiggelen en Bud Brocken. De vragen bleven komen, ik antwoordde wat ik wilde antwoorden. Maar toen kwam dit: ,,Bent u verrast dat Hansi Müller vandaag op de bank zat?’’. Ja, dat was ik wel. En vroeg waarom. Had problemen met trainer Luigi Radice werd me verteld. En toen zei ik iets wat nog een fiks staartje zou krijgen: ,,Ach, hij zal zijn geld wel krijgen toch?’’ Waarna ik naar de telefoon ging om Henk Kok van Radio Noord te spreken, hetgeen ik had beloofd.

Maandagochtend zat ik in het vliegtuig naar Milaan. En wie spreekt me daar aan? De Gazetta-journalist. Hij laat me wat sportkranten zien. En wijst me op de kop van de Corriere dello Sport. Een vette kop: ‘Allenatore FC Groningen: Müller is een geldwolf’……. Had ik dat gezegd? Nee. Maar het stond er….. . Nou ja, dan maar, dacht ik.

Anderhalf week later was het een dag voor de eerste wedstrijd. Inter trainde in het Oosterpark op die dinsdagavond. Ik stond in de spelerstunnel te kijken. Opeens stond Hansi Müller voor mijn neus. ,,Haben Sie gesagt das ich ein Geldwolf bin?’’ Het kostte wat tijd en moeite om het uit te leggen, maar het eindigde met een schouderophalen van zijn kant. ,,Die Presse in Italiën, schrecklich’.

We (FC Groningen) wonnen tot grote schrik van alles wat Inter was het thuisduel in het Oosterpark met 2-0 met doelpunten van Erwin Koeman en de parel van Maleisië Fandi Ahmad. Twee weken en een heus vermeend omkoopschandaal (Apollonius Konijnenburg/Berger) later, vond FC Groningen haar Waterloo in de Hel van Bari, waar Inter met 5-1 won.


Paul Zweverink

Over Paul Zweverink

Paul Zweverink is ondanks zijn ‘pensionado-schap’ nog altijd langs de velden in de hallen en overal waar sport bedreven wordt te vinden. Hij is freelancer bij het Dagblad en speurt als scout naar talent voor FC Groningen. Met regelmaat produceert Paul uiterst lezenswaardige verhalen en columns voor Sport in Stad.