Een wereldspeler voor Donar? Het is ooit gebeurd.
Stelt u zich eens voor: Donar contracteert een Europese topspeler, bijvoorbeeld de guard van Rode Ster Belgrado, Stefan Jović. Gelauwerde international van basketbalgrootmacht Servië.
Lijkt onwaarschijnlijk, zo'n transfer.
Toch is het ooit een keer gebeurd. En wel in allereerste jaar van het professionele Donar, in 1973. Toen kwam zo maar een Grote Meneer van het – toen nog – Joegoslavische basketbal de Evenementenhal binnenwaaien. Misko Cermak heette hij, de vedette van Partizan Belgrado. Een basketballer met een imposant trackrecord. Liefst 168-voudig international namens het inmiddels opgedeelde Joegoslavië. Met dit land werd hij in 1970 wereldkampioen en won hij in 1968 zilver bij de Olympische Spelen van Mexico.
Een absolute topper dus, de eerste buitenlander in dienst van Donar. Met dank aan Nationale Nederlanden, de verzekeringsgigant die het Groninger basketbal liefst tien jaar ondersteunde. En ook met dank aan Alexander Andjelic, een Joegoslavische ijshockeyer die al eerder in Nijmegen was neergestreken, daar waar Nationale Nederlanden zich profileerde als ijshockeysponsor. Andjelic tipte Cermak dat het onder de vlag van Nationale Nederlanden goed toeven was was.
Cermak, economiestudent, maakte op 28-jarige leeftijd zijn professionele debuut, de leeftijd waarop topsporters in communistisch geregeerde landen – zoals Joegoslavië er toen eentje was – hun klasse in klinkende munt mochten verzilveren.
Aan zijn zijde nam hij ook nog eens een diva uit de Joegoslavische wereld van de showbizz mee. Zij, Veska Malohodzic, was een international gerenommeerde filmster. Ondanks al deze glamour moest het stel genoegen nemen met een flatje aan de Planetenlaan.
Het eerste dat de basketgrootheid deed in Groningen, was het wegsturen van de eerste Amerikaan die Donar had gecontracteerd, Arnie Berman. Dat gebeurde nog voor de start van de competitie. Cermak kon dat doen omdat hij niet alleen als speler was gehaald, maar ook als trainer. Het coachschap was in handen gelegd van de Amsterdammer Hans Perrier, die voor Cermak geen partij was als het om kennis van basketbalzaken ging. Cermak vond Berman simpelweg niet goed genoeg. In diens plaats kwam Fred DeVaughn binnengevlogen. Deze Amerikaan voldeed wel en staat voor de meest historische Donarscore aller tijden. Hij won een reboundduel en slingerde de bal onder tijdsdruk vanuit zijn eigen bucket loepzuiver in de basket van de tegenstander. De Evenementenhal, nu de theaterzaal van MartiniPlaza, stond op zijn kop. Dit was nog nooit vertoond.
Met Misco Cermak als spelverdeler groeide Donar in haar eerste jaar gelijk uit tot een smaakmaker in de eredivisie. De Joegoslavische vedette bood alleszins waar voor zijn geld en speelde menige hoofdrol. Het publiek, dat direct al in groten getale kwam opdagen, sloot de virtuoze Joegoslaaf maar al te graag in haar armen. Hij was een ware attractie, die Donar op sleeptouw nam in de grote wedstrijden tegen het Haarlemse Levi Flamingo's, met Mart Smeets in de gelederen, en EBBC Den Bosch.
In zijn tweede seizoen ging het beetje bij beetje mis met Cermak en Donar. Mede omdat zijn vrouw in Groningen niets om handen had. Er was hier, vooral door taalproblemen, geen werk voor haar en ze miste de jetsetwereld waarin ze gewend was te schitteren.
Toen Levi's Flamingo's hier lucht van kreeg, deed het pogingen Cermak naar de randstad te halen, daar waar Vesna wel zou aarden. Donar wilde echter geen medewerking aan die transfer verlenen en dat kwam zijn spel niet ten goede. Dat leidde begin 1975 tot een breuk met Donar. Cermak keerde terug naar Belgrado om bij de derde club van deze stad, Radnicki, zijn glanzende carrière af te bouwen. Zodat Vesna haar acteerwerk ook weer op kon pakken.