Één sport, twee werelden
Het is al vaker gezegd: atletiek is niet één sport, maar een verzameling sporten die we atletiek noemen. Kogelstoten en hoogspringen hebben niet zo heel veel met elkaar te maken. De ene wereld gedomineerd door testosteron bommen, andere door melancholische leptosomen. Maar één dingen hebben ze wel gemeen. Ze sporten op hetzelfde veld. Zo ook afgelopen zaterdag in Gent, op een Belgische indoorbaan. Een internationale die door veel Nederlanders wordt gebruikt als laatste voorbereiding op het Nederlands Kampioenschap van volgende week. De sfeer is Belgisch, pasta in plaats van patat (het is indoor) en veel bier voor het publiek.
De atleten zijn veelal jonge mensen in de fysieke bloei van hun leven strijden alsof hun leven er vanaf hangt. Grote intensiteit. Vreugde en verdriet staan heel dicht bij elkaar. Thijmen Kupers, back in business na een jaar afwezigheid, gebruikte de wedstrijd als training. Heel hard starten en in het middenstuk veel verzuring pakken, daar wordt je op dit moment beter van was het advies van de coach. Het werd een daardoor een zware maar bevredigende race. Weer een stapje gezet naar een topprestatie op het Europees Kampioenschap begin maart een Glasgow.
Volgende week het NK nog als laatste trainingsprikkel (en natuurlijk de titel terug veroveren), waar hij samen met teamgenootjes Bram Buigel en Wessel van Veenen op de 800 meter zal lopen. En dan is hij klaar voor de EK. Het verdriet kwam dit keer van Suzanne Voorrips na een mislukte race in Nantes beloofde het hier hard te gaan. Niets bleek minder waar. Het tempo lag laag, het werd tactisch een rommelige race en Suzanne eindigde in een teleurstellende 2.09. Een groot vraagteken voor het NK dus, toch nog maar even kijken of we in training nog een goede test in training kunnen doen om nog wat zelfvertrouwen te tanken. Tot zover Gent.
De volgende naar Schoorl voor het NK 10 kilometer op de weg. Een hele andere wereld. In de eerste plaats is het buiten en lopen we in druilerig weer. Maar vooral wat een ander soort mens. Is dit ook atletiek? De gemiddelde leeftijd ligt hier boven de 40. De toppers en de recreanten lopen hier door elkaar, waarbij de laatste groep sterk in de meerderheid is. De emoties zijn minder heftig. De meeste atleten “lopen hun eigen wedstrijd”. En onderling worden veel tijden uitgewisseld en verwachtingen uitgesproken.
Testosteron bommen vinden we hier niet. Dat wordt allemaal wat minder na je veertigste. Ik zal niet zeggen dat het wat belegen is, maar minder explosief zeker. Een totaal andere wereld, maar de strijd is er niet minder om. Helaas grijpen Niek Blikslager en Jacelyn Gruppen net naast de medailles. En ook daarover is de teleurstelling bij Jacelyn groot, dus we zijn uiteindelijk wel allemaal topsporters die maar één ding willen: winnen. De één doet het echter tussen duizenden recreanten in een pittoresk plaatsje, de ander voor een etend en drinkend Belgisch publiek.