Durven wachten

Door: Britt Tjalma

Misschien heeft u het meegekregen, misschien niet, maar ik ben na afloop van vorig seizoen een andere weg in geslagen. 

Voorheen reed ik de meeste wedstrijden ‘in dienst van’. Een hele duidelijke en in mijn optiek ook veilig rol: als je je helemaal naar de getver rijdt voor iemand anders kan er nooit heel erg veel fout gaan.

Enfin, dit seizoen was het helemaal anders. Bij team ARTECEF had iedereen een vrije rol, om het maar zo te zeggen. Diegene die in de kopgroep zat was de kopvrouw. Tijdens natuurijskoersen hoefde ik opeens niet meer het snot voor de ogen te rijden, om iemand in stelling te brengen. Ik moest mijn eigen keuzes maken, voor mijn eigen plekkie rijden. Leek me heel erg leuk aan het begin van het seizoen, bleek vooral heel lastig tijdens het rijden.

Als je zelf mee wilt doen voor het podium, moet je ook zelf voorin zitten. Zo simpel is het. Waar het nu op neer kwam, was dat ik degene was die mezelf in stelling moest brengen. Dat betekend: keuzes maken. Kiezen met welke groep je meespringt en welke je laat schieten. Puntje bij het paaltje: daar bleek ik nogal slecht in te zijn. Zo gebeurde het dat ik tijdens de Alternatieve Elfstedentocht, vanaf kilometer 120, bij elk vertrekkend groepje dacht dat ‘dit de slag zou zijn’. Ik keek niet rond in het peloton, welke ploegen die zogenaamde slag hadden gemist, nee, ik racete er zelf achteraan. Wilde dolgraag meedoen in de kop van de koers. Deed dat ook, tot kilometer 199. Totaal opgebrand moest ik het pelotonnetje met overgebleven rijdsters laten gaan. Frustrerend, maar ook leerzaam. Durven wachten, dat was het devies voor de volgende wedstrijden. 

Tijdens de koersen in Zweden reed ik met een andere tactiek: ik hield een vrouwtje in de gaten en sprong mee als zij aanging. Bleek ook nog knap lastig, want wat als er een groepje demarreert zonder ‘jouw’ vrouwtje, maar wel met kanshebsters? Juist, dan dicht je toch maar weer dat gat, want je weet het tenslotte nooit… Al doende leert men en na een aantal mislukte ontsnappingspogingen sprak ik mezelf toe: het volgende groepje, zonder mijn pionnetje, zou ik laten rijden. Zo gezegd zo gedaan. Het volgende groepje werd de definitieve kopgroep. Zucht. 

Geen vrouw overboord, de volgende koers gewoon weer proberen. Kies een ander vrouwtje om op te letten, was het devies. Deed ik. Ik had haar goed in de smiezen. Zeer content met mezelf bedacht ik na 10 km koers dat het tijd was om mijn jasje uit te doen, zodat ik beter kon bewegen en makkelijker zou kunnen accelereren. Tegen de tijd dat ik mijn jasje uitgetrokken had bleek de groep die de eindstrijd uit zou gaan vechten, u raad het al, met mijn richtpunt, te zijn gevlogen.

Best frustrerend, maar aan de andere kant ook leerzaam. Ik moet opnieuw leren koersen, zo blijkt. Het ‘leren wachten’ is me niet met de paplepel ingegoten, zoals bij andere meiden wel het geval lijkt te zijn. Het is ook niet echt mijn manier van rijden, maar ik zal het proberen. Tijdens de skeelerwedstrijden deze zomer en vervolgens tijdens de wedstrijden, volgend seizoen. Zodat ik ook op natuurijs mijn doelen behaal. 

Ik ga mezelf aanwennen om te gokken, te pokeren, zoals ik anderen zo vaak zie doen en waar ik dan enigszins jaloers op ben. Geduld kweken, want ook als je 29 bent heb je nog zeer veel te leren, zo blijkt!


Britt Tjalma

Over Britt Tjalma

Ze is geboren en getogen in het rustieke Beerta. Woont al vele jaren in Stad en verdient haar euri als consultant bij Sport Drenthe. Haar passie is bovenal het marathonschaatsen. Vooral op door de natuur gevormde ijspistes gaat Britt Tjalma helemaal los. Britt schrijft met regelmaat een column voor Sport in Stad.