Donar heeft alleen nog uitdagingen over de grens
Beeld: Arnold Meijer
Een oude sportwijsheid zegt dat kampioen worden gemakkelijker is dan kampioen blijven. Die doet ook nog steeds wel opgeld, behalve nu 'even' niet in het Nederlandse basketbal. Daar is Donar zo ver boven de rest uitgestegen, dat het de eredivisie volledig is ontgroeid. De verovering van de zesde landstitel was niet meer dan een abc'tje. Nog nooit heeft de basketbaltrots van Groningen zo weinig tegenstand gehad op weg naar de 's lands hoogste eer.
Landstede Zwolle was slechts een sneue figurant in de finale van play-offs. NOS-verslaggever Leon Kersten heeft de statistieken van het finale spel nog eens opgedoken en daaruit bleek, dat er in de 21 gespeelde best-of-sevenseries nog nooit zo'n groot verschil tussen beide finalisten te zien is geweest. Tot dusver stond dat record op naam van Amsterdam, dat in 2001 Weert met gemiddeld 16 punten per wedstrijd versloeg. De marge tussen Donar en Zwolle was liefst 26.6 punten per wedstrijd.
Dat aantal had nog groter kunnen zijn als Donar in wedstrijd 3 niet even gas had teruggenomen, wellicht ingegeven door alle kritiek van de buitenwacht op deze wel heel zouteloze play-offs. De onverwachte 2-1 van Zwolle was echter niet meer dan een mislukte poging deze kritiek te weerleggen.
Hoe anders was dat in 1982, toen Donar, onder de vlag van mega-sponsor Nationale Nederlanden, voor de eerste keer kampioen van Nederland werd. Dat gebeurde in een bloedstollend gevecht met jarenlange grootmacht Nashua Den Bosch in een best-of-five, met thuisvoordeel voor de recordkampioen (16x). Even die uitslagen op een rij:
Den Bosch – Donar 88-90
Donar-Den Bosch 91-92
Den Bosch-Donar 85-87
Donar-Den Bosch 79-78
Spannender en sensationeler dan toen zijn de play-offs niet meer geweest. Vooralsnog zit dat er ook niet in, gelet op de ontwikkelingen in ons basketbal. Die zien er niet rooskleurig uit, zoals in feite voor alle klassieke zaalsporten (volleybal, handbal, korfbal en ijshockey) geldt. Die hebben vooral te lijden onder de almachtige Koning Voetbal, die in de huidige media vrijwel alle aandacht opeist. Dat werkt zichtbaar door op de commerciële sportmarkt, waar het basketbal in het verdomhoekje zit.
Het is tekenend dat zelfs Donar, met haar prachtige entourage (veel en gemêleerd publiek, goede accommodatie en sfeervolle omlijsting van de wedstrijden), als beste club van Nederland het nu al drie jaar zonder fatsoenlijke hoofdsponsor moet doen. Dat moet te maken hebben met de minimale landelijke exposure van het basketbal. Zelfs het brengen van de uitslagen in de eredivisie is voor kranten als het AD , Trouw en De Volkskrant geen issue meer. De enige krant die nog een basketbalverslaggever heeft, is De Telegraaf, maar deze man – de oud-international Charis Sideris – is de laatste jaren danig op rantsoen gesteld. Ofwel; zijn stukkies worden steeds kleiner. Ook de NOS laat zich zelden zien. En de enige zender die basketbal uitzendt, Ziggo Sport, trekt amper bekijks.
Mede daardoor is de Dutch Basketball League verworden tot een ondergeschoven kindje in de vaderlandse sportwereld. Met alle vervelende gevolgen van dien. Met kunst- en vliegwerk kan er nog een eredivisie van tien clubs worden geformeerd. Daarbij moet wel eens de hand worden gelicht met de licentie-eisen. De meeste clubs moeten zich zien te redden met een minimaal budget van een paar ton. Zelfs Landstede Zwolle, de nummer twee van Nederland, komt niet aan het half miljoen.
In dit spectrum van veredeld amateurisme steekt Donar er met kop en schouders bovenuit. De club staat er sinds 1973, toen het op de professionele toer ging en tegelijkertijd de Evenementenhal als topaccommodatie kreeg, bijzonder goed op bij de sportminnende Stadjers. Donar zit in hun hart en moet alleen FC Groningen qua populariteit boven zich dulden.
Daar zit hem ook de grote kracht van de club, in Jan (en Jantina) Publiek. Geen zaalsportclub in Nederland die bijna 1500 seizoenkaarten verkoopt. En die zijn echt niet voor een habbekrats te koop. Daar wordt een kleine 200 euro voor betaald en zijn alleen al goed voor een inkomstenpost van zo'n drie ton. Er is ook geen zaalsportclub die 22 euro durft (lees: kán) te vragen voor één wedstrijd. Met een ook al florerende businessclub en allerlei andere vormen van sponsoring is de begroting inmiddels weer boven het miljoen uitgekomen, naar verluidt 1.3.
Dat is nog altijd fors minder dan in de glorietijden van Ton Boot (bijna 2 miljoen toen), maar ruim voldoende om in het huidige vaderlandse basketballandschap de eerste viool te kunnen spelen. Met afstand zelfs. Dat verklaart ook dat het aantal kampioensbanners dit decennium razendsnel groeit. Het zijn er sinds 2010 al vier. Voor het eerst is er nu ook een titel geprolongeerd, waarmee duidelijk wordt dat de hegemonie van Donar nog altijd groeiende is.
Vooruitblikkend lijkt het er niet op dat Donar zijn overheersing in de eredivisie kwijt raakt. Het zit er dik in dat het aantal verkochte seizoenkaarten naar een recordhoogte gaat, het aantal businessclubleden weer boven de 200 leden komt en de aantrekkende economie ook nog voor nieuwe sponsorinkomsten zal zorgen. De florerende financiële cijfers zorgen in de rest van basketballand voor nogal wat afgunst. Beneden Meppel wordt Donar gezien als de poenclub, die met een dikke portemonnee een beetje de grote jongen uithangt. Dat steekt, maar het is een bejegening die bezijden de waarheid is. Immers, het volk is al drie jaar Donars grootste sponsor. Het geeft de vitaliteit van de club aan, ze is niet afhankelijk van een hoofdsponsor. Dat mag een luxepositie heten, maar in de loop der jaren wel zelf afgedwongen. Er is al meer dan veertig jaar een ideaal basketbalklimaat in Groningen. Die beleving is nergens anders in Nederland te vinden.
Waarmee we bij de keerzijde van deze glanzende Donarmedaille zijn gekomen, basketbal leeft alleen nog in de metropool van het Noorden. En vooralsnog is er geen zicht op beter. Ja, elk jaar duiken er verhalen op dat Den Helder, Nijmegen en Utrecht ook weer bezig zijn met een revival van eredivisiebasketbal. Tot dusver blijft het bij mooie plannen, is de wens de vader van de gedachte. Er blijkt steeds onvoldoende geld voor te vinden.
Alleen daarom al zou de leiding van Donar zich eens serieus moeten beraden op de toekomst. Moet er niet eens een nieuwe sportieve koers worden uitgezet? Bijvoorbeeld richting een Beneliga, zoals international Arvin Slagter ook bepleit. Want elk jaar een landstitel gaat gauw vervelen. En draagt zeker niet bij aan de nodige exposure. Topsport kan niet zonder topspanning, dat is op den duur de dood in de pot. Dat was op Hemelvaartsdag al te merken, de titelvreugde was minder uitbundig dan bij voorgaande kampioenschappen..
Bij Donar ligt deze problematiek echter nog niet op de bestuurstafel. Het ambitieniveau mag best eens worden opgeschaald. Out of the box-denken, zoals bij de Tilburg Trappers (deze ijshockeyclub heeft haar heil gezocht en gevonden in Duitsland), is geen ding in MartiniPlaza. De clubleiding, inclusief de technische staf, vindt dat 'die andere clubs' zich maar aan Donar moeten zien op te trekken door een stapje harder te lopen.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een bevlogen man als Gert Schurer van Aris loopt zich in Leeuwarden de longen uit zijn lijf, maar het lukt hem maar niet Friesland voor het basketbal te winnen. En bovendien: Donar zit toch ook al drie jaar zonder hoofdsponsor? Zo eenvoudig is het allemaal dus niet.
Er is overigens wel een serieuze uitdager op komst. Die zetelt, hoe kan het ook anders, in de Bossche Maaspoort. Daar heeft ondernemer Bob van Oosterhout de teugels in handen genomen. Het eerste wat hij deed is een aanval op Donar proclameren. Omdat Van Oosterhout geen luchtfietser is, moeten zijn woorden serieus worden genomen. Bovendien heeft hij met zijn succesvolle sportmarketingbureau Triple Double veel connecties in de sponsorwereld. Het eerste wat hij deed was een hoofdsponsor voor een slordige drie ton (New Heroes) binnenhalen.
Echter, ook met twee topclubs blijft de eredivisie basketbal een mager scharminkel. Daarom zit er voor Donar niets anders op dan haar blik te richten over de grens. Internationaal valt er nog veel eer te behalen. Dit nu voorbije seizoen heeft Donar een aardig woordje meegesproken over de grens, zij het op het vierde niveau. Nu moet het vizier maar worden gericht op een trede hoger. Goed presteren in Europees verband zorgt voor nieuwe impulsen bij spelers en publiek en draagt ook wezenlijk bij aan de uitstraling van de stad Groningen. Trouwens, ook de NBB mag blij zijn met een (volks)kampioen als Donar. De enige zaalsportclub van Nederland die een huldiging in hartje stad, op de Grote Markt, krijgt.