Dick Nanninga
Er moet een blijvende herinnering aan Dick Nanninga komen in de Oosterparkwijk. Dat vinden twee vooraanstaande stadse politici, Tjeerd van Dekken en Sandra Beckerman. De eerste is sportwoordvoerder voor de Partij van de Arbeid in de Tweede Kamer, de twee voert de fractie van de Socialistische Partij aan in de Staten van Groningen. En ja, ze wonen in het Oosterpark.
Hun actie heeft een grote kans van slagen, want Dick Nanninga was een bijzondere jongen. Zo bijzonder eigenlijk ook dat hij, hoewel geboren in 1949, niet meer leeft. Simpelweg omdat hij zichzelf, toen de roem rond hem was opgetrokken, heeft verwaarloosd. Hij was niet de eerste, en zeker ook niet de laatste sportman die zich liet aftakelen. Wielrenners als Jaap Eden en Jean-Luc Vandenbroucke, voetballers als Georg Best en Garrincha, als ook tal van boksers gingen hem voor.
Dick Nanninga stierf zonder zijn benen. Die waren hem afgenomen in het ziekenhuis, omdat hij zich als suikerpatient niet aan de daarvoor geëigende levenswijze wilde houden. Van dokters moest hij niets hebben. Hij dacht dat hij zo sterk was, dat hij nagenoeg zijn leven lang zijn gezondheid tartte. Shaggies van de zware Van Nelle en pijpjes bier, daar lustte jij wel pap van.
Daardoor werd hij, de man die voetbalhistorie schreef door als enige Nederlander een velddoelpunt te maken in WK-finale – die van 1978 in Argentinie - , slechts 67 jaar. Hij had er vrede mee, zei hij toen zijn doodsstrijd het einde naderde. Zijn uitleg: hij had voor drie keer 67 jaar geleefd.
As kind van het Oosterpark werd hij logischerwijs ook voetballer van Oosterparkers, de klassieke buurtclub. Hij was toen vooral gioed in turnen en tafeltennissen. Als pingponger kon hij zelfs naar de grote clubs in de tijd. Dick Nanninga koos echter voor het voetbal.
Lang bleven zijn exceptionele kwaliteiten onder de radar, vooral door zijn nonchalante levenswijze. Toen hij in het derde van Oosterparkers aan de lopende band scoorde, haalde trainer Gabe Westerdiep hem naar het eerste elftal. Niet iedereen binnen de groenwitte club was het daarmee eens, maar Westerdiep zette door.
Westerdiep had het goed geschoten. Ook in Oosterparkers 1 groeide Dick Nanninga uit tot de schutter van dienst. De klassieke volksclub promoveerde vooral dank zij de Nanninga-goals naar de hoogste amateurklasse. Ook op dit podium ontpopte hij zich tot een gevreesde midvoor.
Hoewel hij in hetzelfde stafion speelde als FC Groningen, zagen ze hem bij de profclub simpelweg over het hoofd. Ron Groenewoud, toetertijd trainer van de FC, deed vooral minachtend over die 'lange'. Toch werd Dick Nanninga profvoetballer. Hij was toen al 24.
Eerst voor 350 gulden in de maand plus een Opel Kadetje bij Veendam en toen hij op de Langeleegte ook bleef scoren, ging hij al een jaar later naar Roda JC. Daar in Kerkrade, temidden van de kompels uit de mijnbouw, voelde hij zich direct thuis.
Ook bij Roda groeide Dick Nanninga uit een succesnummer. Dat leidde uiteindelijk tot uitverkiezing van het hoogste van het hoogste, het Nederlands elftal. Met Oranje vloog hij naar Argentinie, waar het WK ter duscussie stond omdat destijds een een militaire junta met harde hand regeerde. Nanninga was er in het geheel niet bang voor. "Die kogels kop ik terug," zei hij in een interview toen de gevaren van voetballen in Argentinie ter sprake kwamen.
Na zijn hoogtepunt in Argentinie trad het verval in. Eerst als voetballer, maar dat werd nog gecompenseerd door een baan als verkoper van wc-potten bij de sanitaire handel van Sfinx in Maastricht. Echter, nadat zijn huwelijk met Elly, die als 17-jarige al hun eerste kind baarde, op de klippen was gelopen, ging het ook met de mens Dick Nanninga achteruit. Hoewel zijn gezondheid brozer en brozer werd, bleef hij shaggies draaien en pinten pakken. Want, zei hij, het moest vooral gezellig blijven.
Die gezelligheid moest hij vorig jaar bekopen met een relatief vroege dood. Hij werd slechts 66 jaar. Maar in zijn Oosterpark wordt hij inmiddels dus weer tot leven gewekt.