De verloedering van een sport

Door: Dick Heuvelman

Foto: Jan Kanning

Voornaamste conclusie zaterdagavond in Groningen na het Nederlands Kampioenschap vallen en opstaan (en weer doorgaan), ook wel kunstrijden op de schaats geheten: de bontjas komt er nauwelijks nog aan te pas. De verloedering van een sport met aanzien. Men neemt het niet zo nauw meer. Amper nog enige vorm van etiquette te bekennen. De sjiek heeft de hal moeten ruimen voor middle class en nog lager.

Doodgewoon volk, voor het meerendeel in -niet zelden sjofele- vrijetijdskleding gehuld. Dat de tand des tijds ook het kunstrijden niet ongemoeid laat, is nog tot daar aan toe, maar van zo’n rigoureuze omwenteling ben ik toch wel even geschrokken. Kunstrijden behoort een zaak van cachet te zijn, zoals ijshockey het aureool van een rotzootje tot in lengte van dagen met zich mee dient te dragen. Er zijn nu eenmaal dingen in het leven die horen.

Oh zeker, hier en daar liep nog een historisch exemplaar rond dat aan de goede tijden van weleer deed denken. Een dame van stand dus. Met een lange bontjas (nerts) omhangen, waarboven een gezicht uitsteekt met een onmiskenbaar AVRO-label. Een hoofd ook dat zojuist een stevige was- en watergolfbehandeling heeft ondergaan. Om haar nek hangt een bril aan een goudkleurig kettinkje. Het zachtrose montuur is bewerkt met allerlei frutseltjes. Zie je haar niet, dan ruik je haar wel. De geplooide huid, die gedeeltelijk nog kon worden weggewerkt dank zij een intensieve cosmetica-behandeling, is besprenkeld met odeur van een gerenomeerd Frans maison.

Dit van decadentie overlopende type heeft het kunstig schaatsen van oudsher de grandeur bezorgd die het verdient. Kunstrijden, zo wist je, was iets voor rijkeluisdochters. Die met hun blozende wangen in plaats van naar school naar Londen werden gestuurd om een dubbele Axel te leren van een dure privétrainer. Of naar het beroemde Zwitserse wintersportoord Davos, waar een nóg weer duurder iemand woonde die wel wist hoe je een flitsende pirouette moet draaien.

Het gaat, zo heb ik geconstateerd, met kunstrijden dezelfde kant op als met andere sporten, waarvoor vroeger het woordje elite kon worden geplaatst. Het is met tennis begonnen. Eens een reuzegezellige bezigheid voor de upper ten, doch in een onbewaakt ogenblik eigen gemaakt door Jan-met-de-Pet die ook eens een keertje poenig wil doen. Met alle vervelende gevolgen van dien, zoals het hebzuchtige oorwurmponem van Lendl. Nu wordt golf door een volksoverval bedreigd. Golfers, weest op uw hoede! Ik weet wel, het is vechten tegen de bierkaai, maar houd in elk geval de geruite broek in ere! Laat hem niet zo verslonzen zoals de bontjas is overkomen in het kunstrijden.

De bontjas heeft plaatsgemaakt voor electronisch vernuft. De videocamera. Het nieuwste statussymbool in de ijsstadions. Na een vluchtige inventarisatie tekende ik de volgende merken en types op: Canon VC 10, Sony Handycam (2x), Newvicon (met pistoolhouder), Blaupunkt CR 8010, JVC, Sony Video 80 AF, Fuji x-8 en Panasonic M3. Let wel; deze opsomming is niet volledig.

Het spul wordt bediend door vaders wier kroost probeert kunst te schaatsen. Hetgeen niet meevalt. Een Cherry Flip of een Rietberger wil nogal gauw de mist ingaan, laat staan een dubbele Axel. Billekoek is het harde gelag dat er op volgt. Dank zij de moderne techniek, worden de valpartijen nu haarscherp op de registrerende band vastgelegd. Zodat die onfortuinlijke uitglijders uit ten treure in een ruzieachtige sfeer (want moe bemoeit zich er dan ook mee) kunnen worden geanalyseerd. En dan maar hopen dat het de volgende keer beter gaat en het toch al geteisterde staartbotje nieuwe opdonders bespaard blijft.

Het is prachtig te zien met hoeveel toewijding de vaderlijke cameralieden hun werk doen. Er zijn er die het ding professioneel op de schouder torsen en van tijd tot tijd door de knieën gaan om nog een beter schot te kunnen maken. Anderen wensen geen enkel risico te lopen en gaan elk trillingsgevaar uit de weg. Zij hebben hun camera op een statief geplaatst. De laatste methode, zo leerde ik, heeft als voordeel dat je er een pijpje bier bij kunt drinken.

Ook weer een signaal dat de zaak in de etiquettesfeer aan het afglijden is. Vroeger bedacht je je als kunstrijbezoeker wel twee keer om ordinair aan een flesje bier te lurken. Dat gaf geen pas. Net zo min als een kelkje beerenburg. Daarvoor hebben ze het langebaanschaatsen uitgevonden.        

 


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE