De techniek van het zwemmen

Door: Dick Heuvelman

foto: Jan Kanning

De buurvrouw deed het al een tijdje. Elke dag, weer of geen weer, toog zij in de morgenuren heen. Soms wat pipjes, nadat de ooghoeken moeizaam van geronnen slijmsliertjes waren ontdaan. Soms ook met de frisheid van wilde limoenen. Niets en niemand kon haar weerhouden. Terwijl er toch tal van aanvaardbare excuses voor handen waren (en zijn) om een keertje te verzaken. Een slecht op gang komende ongesteldheid, een rauwe keel, een snotneus of gewoon een beste bui regen, die je luttele minuten eerder doorweekte dan de bedoeling was.

Mevrouw de buurvrouw gaat namelijk dagelijks te water om zwemmend te trimmen, dan wel trimmend te zwemmen.

Met rode konen en plat geslagen permanent komt ze altijd weer thuis. Haar door chloor gezuiverde lippen zodanig getuit, dat haar aangezicht iets van triomfantelijkheid uitstraalt. Zo uit ze zich ook, als ze weer eens langskomt om mijn vrouw te laten zien hoe haar breiwerkje vordert.

“Goh, ben je weer aan het zwemmen geweest?,” trapt die van mij steevast een open deur in.

“Ja heerlijk, joh. Het water was zo lekker, hé. Wat knap je daar van op! Dat moet je ook eens doen,” is daarop het stereotiepe antwoord.

Het is net als met tal van andere dingen –als je iets maar lang gevoeg volhoudt, krijg je vanzelf respons. Op die manier lieten al heel wat meningen zich vervormen. Wij tweetjes zijn, nadat ik eerst bij Willy Loos een zwart en snel gesneden Speedo-zwembroekje had gekocht, daarom ook dagelijks op kloeke wijze in het azuurblauwe water gaan duiken. Dus niet via het trappetje je voorzichtig en rillend laten zakken, nee…kletsboem in één keer d’r in. In een zwembad dien je kordaat te handelen, al is het alleen maar om de badjuffrouw recht in de ogen te kunnen kijken.

Onze buurvrouw had niets te veel gezegd. Het is inderdaad verkwikkend, elke dag een zwembadje pikken. Heilzaam voor lichaam en geest. De slogan ‘Zwem je fit’ is zeker geen kretologie. Om het slechte weer hoeft u het niet te laten. De openluchtbaden zijn tegenwoordig verwarmd - bij ons tot 22 graden - en behaaglijke stralen uit verchroomde douchekoppen voorkomen dat je blauw van de kou je kleren weer aantrekt.

Toch -ik wil daar niet omheen draaien- heeft al dat zwemgedoe mij ook tegenvallers gebracht. Tijdens het fancy fair zwemmen op zonovergotendagen was dat nooit aan het licht gekomen, maar toen mijn vrouw en ik voor het eerst twintig baantjes schoolslag à 25 meter deden, bleek dat zij over die afstand een flink stuk sneller was. Bijna twee baanlengtes moest ik prijsgeven, ook al omdat zij vele meters pakte bij de keerpunten. Een toch wel ontnuchterende ervaring, die noopte tot tegenmaatregelen.

De openbare bibliotheek bleek mij van dienst te kunnen zijn. Daar ontdekte ik het boek ‘De techniek van het zwemmen’. Zo te zien was het boek nog niet eerder uit de stelling met sportboeken gehaald. Geen bladzijde was ontsierd door vetvlekken en ezelsoren. Onder het hoofdstuk schoolslag las ik dat je sneller gaat naarmate je de glijfase opvoert in relatie met de arm/trekbeweging. Niet die woeste schokbewegingen dus waarmee de Russin Bogdanova veel wereldrecords liet sneuvelen, maar meer de rustige, oer-Hollandse stijl waarmee Kleny Bimolt ons ‘H.O.L.L.A.N.D.- Holland spreekt een woordje mee’ liet roepen. Verder werd mij duidelijk gemaakt wat te doen als de basisrand nadert: Diep inademen, hoofd en bovenlichaam energiek omkiepen in de nieuwe zwemrichting, voetzolen tegen de wand plaatsen, armen strekken en krachtig afzetten van de wand.

Dat je met zelfstudie best wat kunt bereiken, bleek al vrij spoedig, want a):mijn vrouw kon me niet meer hebben en b):de badjuf vond dat ik, in tegenstelling tot mijn vrouw, een goede stijl van schoolslag had. U zult begrijpen dat hier in mentaal opzicht harde klappen werden uitgedeeld. “Maar,” zo stak de badjuf mijn vrouw een hart onder de riem, “jij hebt meer aanleg voor crawlen.”

Het duurde niet lang of de rollen waren wéér omgedraaid. Opnieuw keek ik tegen een achterstand aan. Want hoe technisch en fraai ik die schoolslag ook doe, het crawlen is een flitsender en bovenal snellere manier van voortbewegen in het water. Vergeefs heb ik tot nu toe geprobeerd mij deze slag aan te leren. Het wil niet vlotten met de coördinatie tussen arm- en beenslag, met als gevolg ontmoedigend gespartel. Als er ooit een kans is voor Anton Koekoek om zich als zwemtrainer te bewijzen….


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE