De Sportwereld Rond in een 11-tal vragen: Martin Cusiel
RTV Noord-journalist Martin Cusiel is geboren op Kerstavond 1981 in Stad en is opgegroeid in Paddepoel, tegenover het voetbalveld van het roemruchte Astrea. Daar begon Cusiel logischerwijs als jong ventje zélf te voetballen. Omdat hij naar eigen zeggen niet over enig voetbaltalent beschikte, belandde leutje Cusiel onder de lat. Na een tijd als doelman bij Astrea, stond hij daarna in de oudere jeugd (als B-junior ook al bij de senioren) onder de lat bij Gruno. Na zijn periode in Vinkhuizen wilde Cusiel graag samen met zijn broer in een team spelen bij GVAV. Na enkele jaren als doelman veranderde hij toch van positie, omdat de voormalige sluitpost vanwege een armblessure na wedstrijden en trainingen nauwelijks kon werken de dagen erna. Cusiel speelt nog steeds in dat team, GVAV 3, maar tegenwoordig als spits. Hij heeft zijn geliefde Stad inmiddels verlaten voor Eelde, waar hij met z’n gezin resideert. Wonend in Drenthe blijft Cusiel toch een Stadjer in hart en nieren. Hij werkt sinds enige jaren (achter de schermen) bij RTV Noord. Zijn journalistieke carrière begon onder meer bij de sportredactie van Dagbladen van het Noorden. Volgde namens AD één seizoen sc Heerenveen en FC Groningen.
Wat is voor jou het meest indrukwekkende moment in de Groninger sportgeschiedenis?
Het kampioenschap van Donar, toen MPC Capitals, in 2004. Wat een wedstrijden waren dat zeg! In de rij om kaartjes te bemachtigen en tijdens de wedstrijden een ware heksenketel met mascotte Dondergod als aanjager. Tegenstanders liep het dun door de broek. Chip Jones van Den Bosch dunkte uit blinde paniek zelfs nog in de eigen basket dat seizoen. On-Nederlandse taferelen, gewoon in Grunn! Maar vooral de manier waarop de titel werd behaald, is mij bijgebleven. Bijna alle spelers hadden wel pijntjes of blessures, maar ondanks het drukke speelschema presteerde iedereen optimaal. ‘Werkbasketbal’, aldus de enige echte kampioenenmaker: Ton Boot.
Leukste sport om naar te kijken?
Wielrennen is de enige sport waar ik echt tijd voor wil (vrij)maken. De afgelopen maanden heb ik dan ook veel plezier beleefd aan de drie grote rondes. Met de Giro, Tour en Vuelta heb ik meer dan de eendagskoersen, omdat je gedurende de rondes de verhoudingen ziet en uit kan kijken naar aanvallen van bepaalde renners. Eendagskoersen doe ik vaak af met een 601 op teletekst of een samenvatting in het sportjournaal.
Leukste sport om te doen?
Voetbal. Ik speel al jaren bij GVAV en het gevoel van 'ik mag weer' is iedere zondagmorgen nog net zo groot als toen ik klein was. Vanuit mijn bed schoof ik dan het rolgordijn opzij en keek naar de parkeerplaats, waar bij regen een plas lag, precies onder een lantaarnpaal. Was er geen plas, dan had ik goede hoop dat het niet afgelast zou worden. Werd ik 's nachts wakker, dan spiekte ik nogmaals. Regende het dan, dan baalde ik als een stekker en ging chagrijnig weer slapen. Inmiddels gaat het bijna altijd door vanwege de opkomst van kunstgras. Doodzonde, want je hoort vies van het veld te komen. En ik moet bekennen dat bij slecht weer, voetballen op Sportpark Kardinge ook geen pretje is.
Favoriete sporter aller tijden?
Pfoe, dat is een lastige. Er zijn zo ontzettend veel helden waardoor ik voetbal leuk ben gaan vinden. Rinat Dasajev zorgde er bijvoorbeeld voor dat ik het als klein jongetje stoer vond om onder de lat te gaan staan. Maar ook spitsen als George Weah en Tore André Flo vond ik geweldig, net als de in de afgelopen periode onafscheidelijke tennislegendes Rafael Nadal en Roger Federer. Unieke sporters! Maar oké, ik zal moeten kiezen. Dan wordt het de man waarvan ik als 16-jarige voor 150 gulden een officieel Argentinië-shirt kocht met naam en rugnummer: Gabriel Batistuta, ofwel ‘Batigol’. Mottig lang haar, dodelijk voor de goal, een onnavolgbaar schot, het Fiorentina-shirt met Nintendo als sponsor; bij hem klopte alles. Met als toetje zijn manier van juichen. Heerlijk!
Grootste ergernis op sportgebied?
Mensen die zichzelf te serieus nemen. Dat zie je helaas overal terug. Van amateurvoetbalscheidsrechters die bij 20 graden op zondagmorgen in de kelderklasse besluiten dat er halverwege de eerste helft een drinkpauze nodig is, tot profs die geen tijd hebben voor een reactie van een minuutje, omdat ze toch echt in hun ijsbad moeten om te herstellen. Dat laatste zal vast goed zijn voor je herstel, maar dat ene minuutje ga je echt niet dood aan.
Beste sportprogramma op tv?
Het gebeurt maar zelden dat ik goed voor een sportwedstrijd ga zitten. En een wedstrijd terugkijken vind ik ook zo suf. Dan check ik liever de uitslag via teletekstpagina 818. Waar ik graag een uitzondering voor maak is 'Tien jaar terug'. Parallel aan de huidige competitie zendt FOX Sports wekelijks de samenvattingen uit van de Eredivisie, maar dan van het seizoen 2010/2011. Schitterend! Vooral de vergeten voetballers vind ik genieten. Wiljan Pluim en Julian Jenner als net-niet spelers bij Vitesse, Wouter Gudde scorend voor Excelsior, Joonas Kolkka slalommend bij NAC Breda, Mads Junker als goalgetter bij Roda JC en de vergeten spits Jonathas bij AZ. Om maar wat voorbeelden te noemen…
Beste sportprogramma op de radio?
Hoewel Langs de Lijn onnavolgbaar blijft, kies ik hier toch voor De Perstribune. De combinatie van een gast uit de media met een gast uit de sport maakt het programma uniek. En er komen sneller onbekende of vergeten sporters aan bod, zonder dat het saai wordt. Een mooi format. Mijn ideale radio op weg terug van mijn eigen voetbalwedstrijd op zondag. De onderbrekingen, omdat er tijdens de uitzending iets gebeurt op de voetbalvelden, geven het toch ook nog een vleugje Langs de Lijn.
Beste sportboek?
Ik lees nauwelijks moet ik bekennen. Zo heb ik al zeker tien jaar een in Edinburgh gekochte biografie van Ian Rush op de plank staan. Ik heb er nog steeds niet de puf voor gehad aan het boek te beginnen. Het boek van Alasdair Gold over Martin Jol heb ik al wél gelezen en die heeft een speciaal plekje voor mij. Die kreeg ik namelijk van twee oud-collega's toen ik na een aantal jaren fulltime werken, eindelijk mijn hbo-diploma haalde. Het verhaal erachter is de wedstrijd FC Zwolle - RKC in 2003. Jol verloor destijds als trainer van RKC van de Zwollenaren. Woest wisselde hij al voor rust de dramatisch Serginho Greene. Voor het blok 'Sportjournalistiek' zaten we met z'n zessen op de familietribune met als opdracht: 'maak een wedstrijdverslag.' Na afloop wachtte ik bij de parkeerplaats tot Jol eraan kwam en ik riep 'Mag ik u wat vragen!?' Zijn antwoord was: 'Rot toch op, joh!'. Mijn klasgenoten lachten, maar vanwege deze poging kreeg ik wel een halve punt extra en de zin 'RKC-trainer Martin Jol weigerde de pers te woord te staan' haalde het verslag.
Beste sportcommentator?
Sorry Nederlandse commentatoren, maar dit is toch echt John Motson. Sowieso geeft Brits verslag al een extra dimensie, maar verslag doen zoals hij dat deed: onnavolgbaar. Dat was voor mij een van de redenen om in mijn jeugd het spel FIFA veel te spelen. Ik herhaalde zijn zinnen, die je na een paar potjes wel kon dromen. Ik moest toch wat, aangezien ik ook al geen talent voor gamen had.
Wat is dé sportlocatie van de stad?
Corpus den Hoorn. Het complex heeft de charme van de amateursporten die er gebruik van maken, maar ademt door de komst van de nieuwe trainingsfaciliteiten van de FC ook professionaliteit uit. Ik ben van de technische snufjes en als je dan leest dat er meetapparatuur in zowel het veld als de lichtmasten zit, dan maakt mijn hart een sprongetje. Maar ook in het Topsportzorgcentrum klopt alles. De motiverende teksten in de catacomben bijvoorbeeld, heerlijk.
Met wie zou je een Groninger koek van stadsbakker Meijer willen eten?
Riemer van der Velde. Ik sprak hem tijdens mijn stage op de sportredactie van Dagblad van het Noorden. Hij bleef ronduit praten en zei dat we eigenlijk eens in de Groninger binnenstad af moesten spreken voor een verhaal, omdat hij goede herinneringen had uit zijn studententijd in Stad. Grunneger kouk, TikTak-koffie en een zonnetje, dat lijken mij ideale omstandigheden om die herinneringen eindelijk eens vast te leggen.