De Sportwereld Rond in een 11-tal vragen: Martijn Folkers
Martijn Folkers (32 jaar) is journalist bij RTV Noord en groot sportliefhebber. Geboren in Oost-Groningen, om precies te zijn in Musselkanaal. De boomlange en rossige verslaggever speelt sinds jeugdjaren bij zijn ‘SVau’ Mussel. Op zijn twintigste ging Folkers op kamers in Stad en studeerde hij Human Resource Management. Tussendoor woonde de Oost-Groninger een half jaar in Kaapstad, alwaar hij met enige regelmaat Ajax Cape Town bezocht. Met zijn vader bezocht hij de laatste jaren voor het pijnlijke faillissement van Veendam bijna iedere veertien dagen De Langeleegte. Was daar ook getuige van het allerlaatste profdoelpunt ooit van Veendam door Tom Overtoom tegen FC Oss. Werkte bij uitgeverij Media Totaal, waar hij vooral stukjes schreef voor het ook al ter ziele gegane weekblad Groot Groningen. Sinds vijf jaar in dienst bij RTV Noord en Folkers volgt met een kritische blik de handel en wandel van de Statenleden van de provincie. Komt voor zijn werk tevens vaak terug in zijn geliefde Oost-Groningen.
Wat is voor jou het meest indrukwekkende moment in de Groninger sportgeschiedenis?
De wedstrijd BV Veendam - Helmond Sport op 19 mei 2011. Het is voor veel sportliefhebbers een vergeten moment, maar Veendam stond 45 minuten lang op de drempel van de play-offs finale voor promotie naar de Eredivisie. Veendam stond bij rust met 3-0 voor. In de rust dachten we: ‘Dit is te mooi om waar te zijn.’ Dat bleek ook, want een volledig onnodige rode kaart van Michael de Leeuw pal na rust gooide roet in het eten. Het werd nog 3-3 en de uitwedstrijd ging verloren. Het was een sneu einde voor een geweldig seizoen, want Veendam werd 4e. Dat was een onverwacht cadeautje, zo vlak na een bijna-faillissement in 2010. Twee jaar later ging de club alsnog ten onder. Eeuwig zonde.
Leukste sport om naar te kijken?
Dat is toch wel voetbal, alhoewel veel wedstrijden soms ook dodelijk saai zijn. Helemaal zonder publiek 90 minuten lang naar een tv-scherm kijken is niet veel aan. Maar vanuit een vol stadion, achter het doel, met een pint en pie in de rust, is voetbal prachtig. Het liefst een authentiek stadion van pak ‘m beet Archibald Leitch. Veel mooier dan zo’n moderne betonbak langs een ringweg.
Leukste sport om te doen?
Ik twijfel tussen voetbal en tennis. Ik ben een hele matige voetballer en heb iets meer talent voor tennis. Tennis moet je helemaal zelf doen, je kunt niet verzaken en het is heel mentaal. Bij voetbal kun je leunen op meer getalenteerde teamgenoten (alle tien). Is ook lekker.
Favoriete sporter aller tijden?
Heb ik niet echt, eerlijk gezegd. Ik volg de sport om het spel, de emoties, de verhalen rondom een wedstrijd of sportclub.
Grootste ergernis op sportgebied?
Bobo’s, ijdeltuiten, overbetaalde voetballers die niks kunnen, gebrek aan relativeringszin bij voetbalclubs en bestuurders die hun ego’s opblazen. Iets om je heerlijk over te ergeren, of om te glimlachen. Het is goed dat ze er zijn, want zonder hen maakt het ook zo saai.
Beste sportprogramma op tv?
Tussen pak ‘m beet 2009 en 2012/2013 was Voetbal International op z’n top. Scherp, onafhankelijk, relativerend, humoristisch en nog zeker niet zo ordinair als nu. De running gags over de lengte van Dick Advocaat of diens geldzucht, de bewondering voor Leo Messi, Özil en Ronaldo, toen was het programma volstrekt origineel en komisch. Zij haalden Jan Boskamp uit België om eens uit te leggen wat Merab Jordania voor man is als nieuwe eigenaar van Vitesse. Het bleek direct een gouden greep. Vandaag de dag zitten er nog humoristische fragmenten tussen bij vlagen, maar is het beste er wel vanaf. Is ook niet gek, want de vernieuwing is er wel uit.
Beste sportprogramma op de radio?
NOS Langs de Lijn. Goede radioverslaggeving, als je geen tv bij je hebt zit je op het puntje van de stoel. Andy Houtkamp, Arman Avsaroglu, goede stemmen, puntig, kennis van zaken en boeiende vertellers. Ook luister ik soms naar Radio Rijnmond, de omroep die héérlijk chauvinistisch Feyenoord volgt. Dennis van Eersel en Frank Sinclair zijn soms boos, gefrustreerd, schelden nog net niet, en juichen ongegeneerd. Eigenlijk kan het niet als publieke omroep, maar Rijnmond doet het op z’n Rotterdams. Oprecht en onvervalst.
De Dick voor Mekaarpodcast van Michel van Egmond en Martijn Krabbendam vind ik de beste podcast. Bij de Eeuwig ouwehoeren over Feyenoord, talloze anekdotes over spelers van weleer en het laatste nieuws over de club. Vooral dat ouwehoeren over Mike Obiku, Joszef Kiprich en de andere helden van het Appie Happie-elftal uit 1993 is heerlijk om naar te luisteren.
Beste sportboek?
De Renner van Tim Krabbé is prachtig. Nadat ik dat boek had gelezen heb ik zelfs in een vlaag van verstandsverbijstering tegen een vriend gezegd: ik wil die Mont Ventoux opfietsen. Hij houdt me eraan, ik heb nu al spijt. Ventoux van Bert Wagendorp is ook prachtig. Kieft van Michel van Egmond is ook mooi. De val, de wederopstanding, de kwetsbaarheid van de mens. Beseffend dat hij op enig moment de regie kwijt is. Indrukwekkend.
Beste sportcommentator?
Evert ten Napel in zijn beste dagen. ‘Het Volksparkstadion is van Oranje’ of ‘Branco, slijpt de messen, en ke-gelt die bal langs de muur en een schitterende goal.’ De intonatie, het tempo, alles klopt aan die zinnen. De zin ‘Van Basten, de Nuriev onder de voetballers’ is ook zo’n zin. Een commentator mag je meeslepen, Ten Napel kon dat ooit als geen ander.
Wat is dé sportlocatie van de stad?
Martiniplaza. Ik vind de Euroborg vanbinnen mooi, het is een voetbalstadion, maar als ik er naartoe loop of fiets heb ik er geen gevoel bij. Het staat langs een ringweg, het is een en al beton van buiten. In Martiniplaza is de sfeer altijd goed, er wordt niet alleen topsport, maar ook topamusement aangeboden. En je zit lekker warm. Ook lekker. Ik heb een aantal jaren op een ijskoude Langeleegte gezeten in weer en wind, dan leer je zaalsporten wel waarderen. Toch mis ik de gang via de Kielsterachterweg naar de Langeleegte. Dat gaat voor mij nog boven Martiniplaza, ondanks wind en kou.
Met wie zou je een Groninger koek van Stadsbakker Meijer willen eten?
Met Jack Suiveer. Ik zou hem de vraag willen stellen: hoe kan het dat iemand die zó bevlogen is over sport in het algemeen, niet in de sport werkt? Ik heb ooit een stukje geschreven dat ik hem wel als nieuwe directeur van Veendam zou willen zien. Dat was vlak na het stoppen van Wim Jansen in 2012, die het na een paar maanden alweer voor gezien hield. Ik kende Suiveer helemaal niet, maar sportgeweten Dick Heuvelman zei dat ik dat op moest schrijven. Ik was nog maar 24 en naar Dick luister je nu eenmaal. Ik zeg niet dat het Jack was gelukt om Veendam in de benen te houden, daarvoor was de situatie te precair, maar Jack is wel iemand die iets in beweging krijgt. Bij Donar en Lycurgus heeft hij hele mooie dingen gedaan. In een regio die op de brede schaal niet altijd sportminnend is, is dat een wereldprestatie.