De Sportwereld Rond in een 11-tal vragen: Henk de Haan
Ook in coronatijd zit hij uiteraard niet stil. Oud-voetballer van FC Groningen en Veendam Henk de Haan heeft zich met zijn kenmerkende enthousiasme gestort op het geven van serenades met bugel en organiseert online bingo’s voor allerhande bedrijven via hun verschillende personeelsverenigingen. Daarnaast verschijnt er op zijn facebookpagina regelmatig een gewaagde goocheltruck uitgevoerd door ‘Magic Henky’ zelf. Naast zijn zakelijke beslommeringen maakt de zakenman/entertainer zich op voor een verhuizing. Komende zomer verlaat hij zijn geliefde Groningen voor een prachtig stekje in Appingedam waar zijn vrouw vandaan komt. Vanuit zijn knusse werkkamer stuurt Henk zijn positieve donderslagen de wereld in. Enthousiasmering van wie dan ook is daarmee meteen gegarandeerd.
Wat is voor jou het meest indrukwekkende moment in de Groninger sportgeschiedenis?
De bronzen medaille die schaatser Jan Pesman won op de 5000 meter tijdens de Olympische Spelen van 1960 in het Amerikaanse Squaw Valley. Ik ben zelf geboren in 1962 dus uiteraard kwam ik daar pas veel later mee in aanraking, maar mijn vader was een vriend van Jan. Prachtig verhaal, een boer uit Stedum die een medaille pakte op de Spelen. Dat was iets magisch voor mij. Mijn vader raakte er niet over uitgepraat. Voor een Olympiër is dat het allerhoogste, eremetaal pakken. Het mooie was verder dat ik later zelf met hem in aanraking kwam. Ik werkte bij de Rabobank in Delfzijl en daar lag die bronzen plak bij ons in een kluisje. Regelmatig kwam Pesman langs om te kijken of hij nog steeds zorgvuldig opgeborgen was. Dit was het geval. Geweldig toch! Wat me ook altijd bijgebleven is is de ijshockeywedstrijd Rusland tegen het Nederlands team in het Stadspark. Dat was in 1978, we beginnen even met wat dingetjes uit de oude doos haha. Ik kan zo de namen opdreunen die toen meededen: Makarov, Maltsev, Fetisov, de legendarisch goalie Tretjak. Dat was echt een sensationeel goede ploeg die naar het ijsstadion in Groningen kwam. Naast de deur, ongelooflijk. En persoonlijk als afsluiter de iconische UEFA Cup wedstrijd FC Groningen tegen Atletico Madrid in 1983. We waren voorafgaand aan dat duel in een hotel ingescheept, ter hoogte van waar nu MartiniPlaza staat. Toen we op de wedstrijddag naar het stadion reden, normaal gesproken een ritje van vijf minuten, was er drie uur voor de aftrap al geen doorkomen meer aan. Hele volksstammen waren op de been om dit spektakel niet te hoeven missen. Zoals bekend wonnen we de wedstrijd met 3-0 en mocht ik in de 65e minuut invallen. Eveneens onvergetelijk.
Leukste sport om naar te kijken?
Formule 1. Vooral fascinerend als je in het echt ziet hoe snel dat allemaal gaat. Met 200 kilometer per uur door een bocht. Dan denk je: dit kan helemaal niet. Zelf heb ik een aantal keren een reis mogen organiseren naar een wedstrijd in Spanje op het circuit van Barcelona-Catalunya. Onvergetelijk. Het lijkt erop alsof het autootjes zijn die in zo’n loopingbaan zitten waar je vroeger als kind meespeelde. Die snelheden. Vroeger volgde ik het ook wel, maar met de opkomst van Max Verstappen is mijn liefde voor deze sport weer helemaal opgeleefd. Die oranjezee op de tribunes, ja dat geeft toch echt wel iets heel speciaals. De documentaire die Ziggo onlangs over hem uitzond is ook een echte aanrader. Komt met de feestdagen vast nog wel een keer voorbij. Gaat over zijn levensverhaal tot nu toe, dat hij op zijn derde al in een kart zat. Fantastisch.
Leukste sport om te doen?
Biljarten. Buitengewoon rustgevend en iedereen kan het spelen. Ik weet nog dat ik het leerde van de heer E. Schenkel. Hij resideerde in een verzorgingstehuis in Ten Boer waar mijn vader klusjesman was. Ik ging vaak met hem mee als er weer een eens een boiler vervangen moest worden. Leerde ik als klein mannetje de fijne kneepjes van het spel onder leiding van meneer Schenkel. Dat was een biljartcoryfee uit Ten Post. Verder heb ik enorm genoten van mijn voetbalcarrière, tennis ik op de zondagochtend bij een 60+ clubje en probeer zoveel mogelijk te wandelen en fietsen. Alles om zo fit mogelijk te blijven.
Favoriete sporter aller tijden?
Johan Cruijff. Zonder enige twijfel. Die man was zo groots. Ik heb niet tegen hem gespeeld, stond twee keer wissel. Hij had altijd gelijk, daar was geen speld tussen te krijgen als hij het over voetbal had. Ik weet nog dat ik een warming-up aan het doen was met Grads Fühler, ook een enorme bewonderaar. We speelden een oefenwedstrijd met Veendam tegen Ajax in Stadskanaal. Johan was coach van de Amsterdammers. Kwam hij daar het sportpark op met die kenmerkende beige regenjas aan en liep het veld op. We namen meteen een pauze want Cruijff kwam eraan. Zo’n bewondering had ik voor die man.
Grootste ergernis op sportgebied?
De VAR. De inconsequentheid waarmee ingegrepen wordt vind ik heel hinderlijk. Goals afkeuren als spelers een millimeter buitenspel staan. Vreselijk. Hou gewoon de voeten aan als scheidslijn en kom niet met al die andere lichaamsdelen waarmee ook gescoord kan worden. Je ziet het ook aan de grensrechters. Die durven de vlag al helemaal niet meer omhoog te steken, bang als ze zijn door de VAR teruggefloten te worden. Wat doen die eigenlijk nog op het veld als ze hun belangrijkste bijdrage, het zien van buitenspel, steeds ondermijnd zien? Vroeger zat er een rapporteur voor zo iemand op de tribune. Nu ongetwijfeld ook nog plus de VAR. Dubbele controle. Applaus dat ze het nog willen doen.
Beste sportprogramma op tv?
Studio Sport op zondagavond om 19.00 uur met Tom Egbers. Een klassieker die nog altijd in mijn systeem zit.
Beste sportprogramma op de radio?
Bureau Sport op vrijdagmiddag om 13.30 uur op Radio 1. Het presentatieduo Erik Dijkstra en Frank Evenblij vind ik prachtig. Voordat je het weet is het voorbij, het duurt denk ik een half uurtje. Zelf heb ik ook paar keer een bijdrage mogen leveren, recentelijk over Arjen Robben. Originele radiomakers die het net even anders aanpakken.
Beste sportboek?
Twintig brieven aan Frank Rijkaard en één terug, van David Endt. Hij heeft een hele bijzondere manier om het voetbal te beschrijven, de liefde druipt er vanaf. Endt is een groot liefhebber en kenner van het Italiaanse voetbal. Tevens een echte fan van Internazionale, rasechte Interista. Ik ben in contact met hem gekomen toen ik mijn shirtje ruilde met Altobelli na het duel dat wij met FC Groningen speelden tegen de Italiaanse grootmacht. Toen schreef hij daar een hele leuk column over: de voetballer uit Ten Boer die aan het shirt van wereldkampioen Altobelli kwam. Gouden kerel die Endt. Een tweede ‘boek’ dat mij te binnen schiet is Appie Happie van Dik Bruynesteyn. Eerder een strip natuurlijk, maar daar kon ik altijd enorm van genieten. Dick tekende vaak een rechtsback, Henri Buitenzorg na het paard, die alleen maar aan het rennen was. Voorzetten op zichzelf gaf en deze vervolgens ook persoonlijk inkopte. Ik heb dat ook een paar keer geprobeerd, het lukte steeds nét niet.
Beste sportcommentator?
Theo Reitsma. Hij was daar op het moment dat het Nederlands elftal geschiedenis schreef in 1988. ‘Dit is een goed stel hoor.’ Vooral zijn rust en kennis kon ik waarden. Evert ten Napel is ook een topper uit die tijd. Van de commentatoren nu mag ik Gio Lippens heel graag horen. Toen hij bij RTV-Noord werkte ben ik op toevallige wijze een paar keer met hem mee geweest, bijvoorbeeld naar de Fanny Blankers-Koen Games. Leerde je hoe dat allemaal in de atletiekwereld in zijn werk gaat. Ik kan echt van hem genieten als hij liveverslag doet van de Tour de France.
Wat is dé sportlocatie van de stad?
Het Jannes van der Wal denksportcentrum in de Oosterparkwijk. Een schitterend gebouw uit 1932, ontworpen in de stijl van de Amsterdamse school. Daar wordt nu op hoog niveau gedamd en geschaakt. Je kunt er ook de lokale dartshelden aan het werk zien. Ik kom er regelmatig langs, Oliemuldersweg 43. Ook vanuit architectonisch perspectief een echte aanrader.
Met wie zou je een Groninger koek van stadsbakker Meijer willen eten als ontbijtje?
Wytze Kooistra. Ik kan het heel goed met hem vinden en ben net als hem betrokken bij de actie steunjeugdsportgroningen.nl. Met de verkoop van loten proberen we zoveel geld in te zamelen voor de jeugd zodat die goed kan blijven sporten. Hij is zo iemand die je ziet en daarna meteen kunt vertrouwen. Zo voel ik het in ieder geval. Tijdens dat ontbijtje gaan we bespreken hoe we zoveel mogelijk loten kunnen verkopen om die actie tot een groot succes te maken.