De sportwereld rond in een 11-tal vragen: Harry Snuk

Door: Jan A. Van der Veen

Door: Jan A. Van der Veen
Datum: 11 november 2019

Hij is ter wereld gekomen in Peize doch voelt zich z'n hele leven al een Stadjer. Harry Snuk (16/08/1949) verhuisde op z'n derde levensjaar naar de Hyacinthstraat, verkaste verderop in het leven naar Haren en bivakkeert sinds 1991 in het zo rustieke Paterswolde met lieftallige echtgenote Hennie met wie hij sedert 1976 het leven deelt. Het setje heeft geen kids. 'Ik kan amper op mezelf passen laat staan op kids', grimast Harry. Hij deed z'n studiejaren op de Groen van Prinsterschool, de Hendrik Wester ULO, de Siebrand Strating MTS en volgde een studie Electrotechniek aan de Avond HTS. Straatvoetbal, pleintjesvoetbal en blokjesdvoetbal op schoolpleinen deed Harry in z'n jonge leven. Bij vv Haren vertoonde hij ook jaren z'n kunsten. Tegenwoordig is lange afstanden fietsen z'n passie. Harry was 15 jaar wielerspeaker, 10 jaar speaker bij de thuismatches van Lycurgus en 7 jaar organisator Pro Winn Noord-Nederland in samenhang met wielerkoersen. Nu is hij af en toe klusjesman bij motorwegraces en grasbaanraces. Harry is eigenaar, grootaandeelhouder en directeur van ISN, gespecialiseerd in Electrotechniek alom in den lande.

Wat is voor jou het indrukwekkendste moment uit de Groninger sportgeschiedenis?
Dat waren de Special Olympics in de Stad in 2000. Ik was speaker en organisator van de wielerwedstrijden op de baan in Corpus den Hoorn. We hadden speciaal aangepaste boxen gemaakt voor de fietsen, maar dat bleek niet nodig te zijn. De meeste deelnemers hadden gewone fietsen. Dat was lachen. Ik heb bij sporters nooit eerder zo'n beleving meegemaakt. Ze vlogen ons om de hals zelfs na een zesde plaats waarna ze een medaille kregen. Het was een fantastische week.

Leukste sport om naar te kijken?
Wielrennen en kickboksen. Wielrennen is een fascinerend spelletje. M'n moeder verheugde zich ook altijd op drie weken Tour de France. Niet vanwege de renners, maar de plaatjes op tv van mooie kastelen en dergelijke. Kickboksen is ook fascinerend. Die lui gooien in drie keer drie minuten alles wat ze kunnen eruit.

Leukste sport om te doen?
Wielrennen. Ik doe het drie keer per week en 's zomers vier keer. Altijd ritjes van 50 kilometer. De ene keer vanuit Paterswolde richting Norg, de andere keer richting Zuidlaren. Ik fiets ook toertochten in het hele land. Ook bestijg ik regelmatig m'n mountainbike.

Favoriete sporter aller tijden?
Jack Middelburg oftewel Jumping Jack. Hij heeft de TT gewonnen en was ook het snelst in de GP's in Finland en Engeland op Silverstone. Jack is overleden na een val op het stratencircuit in Tolbert. Ik was erbij. Ben onmiddellijk naar huis gegaan. Ik moet er nog regelmatig aan denken. Jack was een fantastisch coureur en een heel prettig figuur in de omgang.

Grootste ergernis op sportgebied?
De hypocrietie in de schaatssport waaarvan wordt gezegd dat die zo schoon is. Ik geloof er helemaal niets van. Af en toe wordt er eentje gepakt, maar er wordt lang niet zo intensief gecontroleerd als bij wielrenners en atleten. Er zijn bijvoorbeeld schaatsers geweest die ineens Olympisch kampioen werden en daarna nooit meer een platte prijs reden. Het zegt alles.

Beste sportprogramma op televisie?
Sporza op Belgie 1. Met name de wielerkoersen en veldritten. Het volgen van de Tour, Giro, Vuelta, de klassiekers vind ik heerlijk. Het is bijna altijd feest met Jose de Cauwer en Michel Wuyts, de commentatoren. Veronica Inside is ook een leuk programma, masr wel van een ander gehalte. Men kletst zoals wij in de kroeg kletsen. Cafepraat dus.

Beste sportprogramma op de radio?
Langs de Lijn en Radio Tour. In de auto is het met name fascinerend. Opwindende reportages afgewisseld met lekkere muziek. Wat wil een mens nog meer?

Beste sportboek?
Dat zijn er drie omdat ik geen keus kan maken. Het boek 'Jumping Jack' van Natascha Kayser is ontroerend en indrukwekkend. Het boek 'De wielermaffia' van Tyler Hamilton stijgt de idioterie te boven. Ik wist niet was ik las met name over Lance Armstrong. En natuurlijk het boek 'De Renner' van de onverbetelijke Tim Krabbe.

Beste sportcommentator?
Uiteraard Theo Koomen. Hij was een spraakwaterval, superenthousiast, onbevangen en had een ongebreidelde fantasie. Ik hoorde hem onlangs nog voor de radio in het kader van 100 jaar beeld en geluid. Men had de finish van een Touretappe gemist door het nieuws en vroeg Theo om het finishverslag later nog even over te doen. In die jaren waren er nog geen rechtstreekse tv-uitzendingen. Om vijf na vijven klonk 'We gaan live over naar Theo Koomen voor de ontknoping van de vijfde etappe van de Tour'. En los ging Theo, die vrolijk het spelletje meespeelde.

Wat is de sportlocatie van de stad?
Als Oosterparker was het natuurlijk het Oosterparkstadion. Ook vond ik en vind ik nog de Drafbaan in het Stadspark een geweldige locatie. Die hele omgeving is ook ongekend.

Met wie zou je wel eens een Groninger koek van Stadsbakker Meijer als ontbijtje willen eten?
Dat had ik graag willen doen met Jackie Nolle en Baby Austin. Zij waren lspraakmakende stadse boksers, maar zijn veel te vroeg uit het leven verdwenen. Baby bokste d. ook altijd op de kermis om een centje bij te verdienen. Hij draaide dan altijd een tijdje om z'n tegenstander heen en gaf hem daarna een flinke dreun. Einde oefening en het publiek was helemaal wild. Jack en Baby waren prima gozers.


Jan A. Van der Veen

Over Jan A. Van der Veen

Jan van der Veen werkte jaren voor het Nieuwsblad van het Noorden. Daarna als freelance journalist onder meer voor het Algemeen Dagblad, De Volkskrant, KRO, RTL4, Veronica, Sport7 en SBS om zijn loopbaan vervolgens dicht bij huis af sluiten bij RTV Noord. Altijd in voor nieuwe dingen. Kritisch waar nodig, maar met name enthousiast.