De Midstars-story – Deel 2
We moesten beginnen in de 4e klas van de afdeling Groningen. De eerste wedstrijd mocht ik niet spelen van mijn vader, omdat ik was blijven zitten in de 4e klas van de HBS. Dat was een Vlieg nog nooit overkomen en aangezien mijn zusje in hetzelfde jaar doubleerde, konden strenge sancties niet uitblijven. Midstars presteerde behoorlijk, maar een jaar later besloten we ons uit de competitie terug te trekken, omdat een aantal leden zich diende voor te bereiden op de school examens. Senior-leden hadden we niet, dus dat was logisch. Een jaar later meldden we ons weer aan. In de tussentijd had een aantal spelers opvallend gepresteerd op diverse toernooien. Dat vormde aanleiding voor het afdelingsbestuur om het eerste team in te delen in de 2e klasse, een ongehoord progressief besluit! Mijn latere collega en geestverwant Ton Boot, huldigde niet voor niets het standpunt dat sportbestuurderen in principe useless zijn, tenzij ze het tegendeel hebben bewezen. Dat ging dus niet op voor competitieleider Van der Stam. Het team beschaamde de verwachtingen niet, want we eindigden op de 2e plaats. De formatie bestond uit Anne Vlieg, Simon Klont en ondergetekende. Voor de 11 jarige Anne hadden we de statuten genegeerd vanaf de dag dat hij illegaal de zaal had betreden om korte metten te maken met de nummer 4 van de club. We konden niet langer om de kleine krullenbol heen.
Aangezien ergens een team werd teruggetrokken mochten we promoveren naar de 1e klas. Toen werd het menens, want daarin acteren grote namen als Pietersma, Pool, Reinders, De Vries, Rasker, Van Vulpen en Siahaya en niet te vergeten de corpsballen van Tachites met hun grote waffels. Inmiddels had de club domicilie gevonden in dorpshuis Vita Nova en was ik gebombardeerd tot voorzitter, ‘trainer’ etc. Het leiderschap was antiautoritair: besluiten werden met algemene stemmen in de kleedkamer genomen. Wel werden alle leden verplicht om in de herfstvakantie boerenkool te plukken op de velden van boer Rooda. Tenslotte moest de zaalhuur worden betaald, ballen en soms een nieuwe tafel. Meer hadden we niet nodig. De 1e klasse werd een clash tussen de gevestigde orde, die een bezadigde speelstijl hanteerde en de ambitieuze jongelingen van het Hoge Land, die tomeloos agressief tekeer gingen. Dat laatste gold ook voor Akzo Delfzijl. In de fabriekskantine werd onder leiding van papa Zeemering gewerkt aan een jeugdafdeling, die net zo booming bleek als die in Middelstum. Enkele representanten daarvan zouden zich ontwikkelen tot lastige horzels. De gevestigde orde had duidelijk moeite met wisseling van de wacht. Vaak kwamen ze niet verder dan het opfokken van de krullenbol en dat lukten ze heel aardig. Als je de mannen jaren later tegen kwam hadden ze allemaal van Jan en Anne Vlieg gewonnen, maar het was wel Midstars dat zou promoveren naar de landelijke competitie! Niet omdat we kampioen werden: we eindigden weer op de 2e plaats.
Maar voor de 2e keer zorgde een bestuurlijk besluit voor de gewenste stroomversnelling. De competitie klassen werden namelijk ingedikt tot 6 teams, met als gevolg dat er 2 keer per jaar kon worden gepromoveerd (of gedegradeerd). Dat bevorderde de doorstroming en grote trainingsijver werd op deze manier beloond. Door de nieuwe opzet kwamen er enkele plekken vrij in de landelijke competitie, met als gevolg dat Midstars mocht debuteren in de overgangsklasse, de latere 5e divisie. Verdediger Klont werd vervangen door aanvaller Hendrik Stapert. De eerste horde werd direct genomen. Op Noordelijk niveau gingen we het opnemen tegen de echte ‘groten’: Arie Ritzema, Wieger Schuur, Henk Hommes, allen Groningers. In Drenthe voerden de gebroeders Abeln en Jeen Stoker de boventoon. In Leeuwarden werd ambitieus gewerkt aan een topteam bestaande uit Harry van den Berg, Tom Pitstra, Rob Heiligers en Jan Douma. In Delfzijl kwamen Gert Zeemering, de gebroeders Danens en Johan Wessels sterk opzetten. In Assen meldde jongeling Andries Cats zich aan het front. De meeste van deze namen zullen we later nog tegenkomen.