De Midstars-story
Het begin speelde zich af in Medemblik. Bij mijn beste schoolvriend kwamen nog een paar makkertjes van een jaar of 10 oud opdraven om te gaan voetballen. Maar het goot van de regen, en toen kwam de vrouw des huizen op het lumineuze idee een gammel netje over de bolvormige eettafel te spannen. Uit een schoenendoos kwamen een paar eenvoudige batjes voor de dag en een heuse pingpongbal. En toen gingen we los! Ik was gefascineerd: van mij mocht het vaker regenen!
Het vervolg voltrok zich in Loppersum. Na onze verhuizing naar Middelstum (1962) was ik na strenge ballotage toegelaten als lid van LTC De Weer. Tennis was een elitaire sport en derhalve waren de tennisbanen in Noord-Groningen gesitueerd nabij de opstallen van een herenboer. Vanwege het feit dat mijn opa boer was, kreeg de familie Vlieg het groene licht om de gelederen te versterken. En misschien was het ook een aanbeveling dat de meisjesnaam van mijn moeder De Boer luidde. Al snel rees mijn ster op de betonbaan, gelegen halverwege Middelstum en Loppersum. In de wintermaanden verzamelden de jeugdige leden van diverse Noord-Groninger tennisclubs zich op zaterdag avond in het dorpshuis te Loppersum. Daar stonden twee tafeltennistafels opgesteld, van elkaar gescheiden door een potkachel. Ondanks dat men op z’n paasbest was uitgedost (lange broek, overhemd en glimmende schoenen) werd er tot een uur of 10 fel gestreden. Vanaf dat moment vertrok een ruime meerderheid om elders in het dorp de ‘wilde wieven’ het hof te maken. Ik bleef in mijn kleffe overhemdje bezweet achter in afwachting van hun terugkeer, om vervolgens te profiteren van hun verslapte concentratie. Om een uur of één stapte iedereen weer op de fiets om in de ijzige kou op huis af te koersen.
In die tijd werd nog op straat gespeeld. Eén van mijn favoriete bezigheden was een soort tienkamp of (liever nog) twaalfkamp te organiseren. Liefhebbers genoeg, maar niet iedereen was zo allround als de organisator. Tot de vaste deelnemers behoorde Jan Klaver, zoon van de beheerder van het nieuwe dorpshuis ‘Vita Nova’. Op regenachtige dagen bleef de mobilisatie van sportvrienden achterwege en zetten Jan en ik in ‘Vita Nova’ vier kantine tafels tegen elkaar, netje erop geklemd en dan gingen we elkaar uren lang te lijf. Dat mocht van zijn vader, behalve als in het gebouw een lichaam lag opgebaard. Om het op te leuken speelde één van ons de verachtelijke chinees. Die moest worden verslagen. Vriend Jan speelde de rol van verachtelijke Chinees met verve, derhalve moest ik mij wel schikken in de rol van Onoverwinnelijke. Eigenlijk waren we de tijd ver vooruit, want de Chinezen speelden in de eerste helft van de 60’er jaren nog helemaal geen rol op het internationale sporttoneel. Toevallig passerende getuigen van onze veldslagen roemden ons spelniveau. Tsjonge, zou er überhaupt wel één Chinees tegen ons opgewassen zijn?? We zouden het nooit weten, tenzij…
Tenzij er een club werd opgericht die zich zou aansluiten bij de NTTB. Er werd gerekruteerd uit de deelnemers van de twaalfkampen. Die werden op straat verbouwereerd van harte gefeliciteerd met hun nieuwe lidmaatschap. Van ballotage was geen enkele sprake, wel werd de leeftijdgrens bepaald op twaalf jaar of ouder. Dat laatste betekende onder meer dat ene Anne Vlieg, die regelmatig in mijn slipstream viel te signaleren, nog twee jaar Brinta moest eten alvorens hij mee ten strijde mocht trekken. De jongeling leed zichtbaar onder deze onzin, die deel uitmaakte van onze ‘Statuten’ die opgesteld waren door twee oudere jongeren, speciaal aangetrokken voor het uitvoeren van de formaliteiten. De gemeente stelde een lokaal van een oud schooltje beschikbaar als speelruimte. Gratis!! Dat mocht ook wel, want de ruiten waren ingegooid met sneeuwballen, de vloer was verre van egaal en het toilet bestond uit een klassieke ton. Uiteraard moest het gezelschap van een naam worden voorzien. Als inmiddels 15-jarige was ik nogal gecharmeerd van Amerikaanse namen als
Golden-State Warriors, Denver Broncos en Chicago Bears. Na een nachtje peinzen werden de grote sterren uit Middelstum in deze sfeer getrokken: De ‘Midstars’. Vervolgens was het logo niet moeilijk meer. In 1965 werd de zo ontstane vereniging aangemeld bij de NTTB.
Vanaf het prilste begin opteerden we voor een progressieve benaderingswijze van de te volgen route. Om onze internationale aspiraties (het verdelgen van iedere vorm van Chinese oppositie) te realiseren, wilden we niet ‘All-the-way’ gaan. Om de NTTB ervan te overtuigen dat we zo hoog mogelijk moesten instromen, daagden we het beste team van de Noordelijke regio uit: Argus Harkstede. Onder aanvoering van good-old Arie Ritsema en de shooting star Hidde Doornbusch kwam Argus uit in de toenmalige landelijke Hoofdklasse. Dat was slechts één klasse onder de Eredivisie! Bij winst van de Stars zou de NTTB wel weten wat er diende te gebeuren. Bij het betreden van het zaaltje in Harkstede verschoten we binnen 5 minuten van kleur: De vedetten waren zich aan het opwarmen en de vloer lag al bezaaid met zweet. Gelukkig waren ze in Harkstede zo verstandig geweest hun vierde team tegen ons in te zetten. Tijdens het duel maakten gevoelens van belediging plaats voor die van ontnuchtering : Argus 4 bleek ons te machtig. Ergo: er was nog een hele lange weg te gaan.
Wordt vervolgd…