De Langeleegte als rode draad

Door: Henk Elderman

Of de volgende wedstrijd van Veendam tegen Dordrecht ook doorgaat vraagt iemand aan mij. Ik kijk de man met verbazing aan. Waarom niet? Heb ik iets gemist? Nee natuurlijk niet, ik zit middenin de teloorgang van de club uit de Veenkoloniën. De supporter is in paniek. Zijn avondje uit naar de Langeleegte op vrijdagavond dreigt te verdwijnen.  Het is 15 maart 2013. Een half uur geleden heeft Veendam met 2-1 gewonnen van FC Oss. Een moeizame zege. Vergelijkbaar met de ellendige situatie waarin de club destijds bivakkeerde. Sportief gaat het wel voor de wind. Financieel moeten de eindjes aan elkaar geknoopt worden. Sommigen geven op dat moment al geen knoop meer voor SC Veendam. Het einde van betaald voetbal aan de Langeleegte nadert. Tenminste dat is de algehele verwachting. Supporters, pers, sponsors en spelers voelen het aan de sfeer in het stadion. De directie gelooft eigenlijk als enige nog een beetje in een goede afloop. Tegen beter weten in. Gezien de afgelopen decennia is een bankroet op dat moment onvermijdelijk. 

Een kleine maand later wordt het faillissement uitgesproken. De wedstrijd tegen Dordrecht is nooit gespeeld. De directie heeft zich inmiddels ook neergelegd bij het noodlot. SC Veendam bestaat niet meer. De tranen vloeien rijkelijk. ‘Als Veendam sterft, dan sterft er iets wat ons allen lief is.’ zegt interim directeur Piet Scholtens met de tranen in de ogen. Ik voel met hem mee. Ik pink een traantje weg onderweg van Veendam naar Groningen. Het doet pijn, verschrikkelijk pijn. Ook voor mij verdwijnt, beroepsmatig wel te verstaan, een avondje naar de Langeleegte. Vanuit Groningen, afslag Hoogezand via de Kielsterachterweg. Je zag de de stadionlampen al van ver branden. Jarenlang heb ik dezelfde route afgelegd. 

Acht jaar was ik, toen ik aan de hand van een oom voor de eerste keer naar Veendam ging. Toen nog vanuit mijn geboortedorp Finsterwolde. We stonden altijd achter het doel van de thuisclub. Keepers? Hiddo Reys, Johan Krol, Dick Ploeger, Sape Hoekstra. Ik maakte het debuut mee van de zeer talentvolle Wim Sterken. Hij verongelukte helaas op 22 jarige leeftijd. In de rust verhuisden we naar de andere kant van het veld. Later ging ik alleen. Met de bus. Lijn 13 van Winschoten via Heiligerlee, Westerlee en Meeden. Op de terugreis met lijn 10 via de Pekela’s terug. Ik had vrij vervoer. Mijn vader werkte bij de GADO. Nooit een seizoenkaart gehad, altijd aan de kassa de volle mep betaald voor een kaartje. Het begon met vijf gulden in die tijd. Ook in 1986 bij de eerste promotie naar de Eredivisie. Meer dan volle bak(12500 toeschouwers) en tegen het hek aangedrukt zag ik Boy Nijgh 1-0 scoren tegen Willem II. Trainer Henk Nienhuis op de schouders. Veendam en omstreken vierden feest. Een dag later stonden er rijen voor de deur van het stadion. Men wilde een een dag na de promotie direct een seizoenkaart voor eerste seizoen in de Eredivisie. 

Zo koester ik veel meer herinneringen uit de tijd dat ik nog supporter was. De legendarische bekerwedstrijd in de mist(niemand zag dat het 2-2 werd) tegen Vitesse, scheidsrechter Ab Schuurmans die voor ‘wijf’ werd uitgemaakt vanwege z’n lange paardenstaart, de drie goals binnen een kwartier van Marcel van Buuren tegen Helmond Sport, Romario aan de Langeleegte, Feyenoord-supporters die van de zittribune gemept werden door de Mobiele Eenheid en het geroezemoes op de tribunes. Een avond Langeleegte was meer dan voetbal alleen. Het ‘leven’ werd er besproken. En je kwam er omdat je vermaakt wilde worden. Als het niet op het veld gebeurde, dan was het wel raak langs de lijn. De tijd dat ik achter het doel stond was voorbij. Ik ging op de lange staantribune op zoek naar vertier en vriendschappen. Ook ouwehoeren met de supporters van de tegenpartij was daar onderdeel van. Escaleren deed het eigenlijk nooit. 

De drang om naar een thuiswedstrijd van Veendam te gaan werd door de jaren heen minder. Waar ik me eerder de hele dag kon opladen om naar het stadion te gaan, werd het steeds vaker een beslissing op het laatste moment om wel of niet naar Veendam te gaan. Andere dingen werden belangrijk in het leven. Ik maakte m’n eerste stappen als sportverslaggever bij de lokale omroep Radio Reiderland, de verkering had weinig op met voetbal en mijn studie Communicatie in Groningen vergde veel tijd. FC Groningen kwam daardoor ook in beeld. 

Totdat Radio Parkstad mij vroeg om af en toe verslag te doen van de thuiswedstrijden van Veendam. Ik hoefde niet na te denken, zei meteen ja. Dat was wat ik wilde. Ik kende immers de weg naar en aan de Langeleegte. Het was als een warm bad. Ik zat in weer en wind op de perstribune commentaar te geven. Als supporter, want ik baalde als de tegenstander scoorde. Het was de tijd van Ivan Cvetkov, Ronnie Pander, Erwin Buurmeijer, Kassim Bizimana om maar een paar namen te noemen. Veendam was een middenmoter met af en toe een uitschieter naar boven of naar beneden. Een periodetitel was een paar keer binnen handbereik. Het lukte steeds net niet om een prijs te pakken. Dat maakte mij niet uit. Ik kwam weer in het stadion. Ook als ik geen verslag hoefde te doen.

Veendam en De Langeleegte werden een rode draad in m’n leven. Ook een houvast, maar bovenal de gedachte ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ past zo goed bij mij. Het was een jas die als gegoten zit. Vandaar dat ik de club en het stadion nog altijd erg mis. Ruim vijf jaar geleden is het nu dat de club uit het betaalde voetbal verdween. Het stadion is er gelukkig nog altijd, maar het voelt anders. Bijna veertig jaar geleden begon voor mij het grote avontuur en tot op de dag van vandaag hou ik van De Langeleegte. De afgelopen jaren kwam ik er nog regelmatig om door de hekken heen naar het veld te staren. Ik zag de haast treurende lichtmasten en een grasmat waar zo weer op gevoetbald kan worden. Een wandeling naar trainingsveld 9 was bij zulke momenten ook vaste prik.

Onlangs werd het boek ‘De Langeleegte huilt’ gepresenteerd in het stadion. Leo Beenhakker was aanwezig om het eerste exemplaar in ontvangst te nemen. Maar ‘Don Leo’ vond zichzelf een goede reserve. De vorig jaar overleden Henk Nienhuis had deze eer moeten krijgen volgens hem. Daar was iedereen die aanwezig was het wel over eens. Je voelde een siddering, een traan, kippevel. Ook bij mij. De Langeleegte huilde mee. 


Henk Elderman

Over Henk Elderman

Hij is geboren en getogen in Ekamp, een gehucht nabij Finsterwolde. Voetbalde bij VVS. Nu zijn vissen en darten z'n grote liefdes. Is sportverslaggever van RTV Noord. Woont met vriendin Janet en zoon Rick in een riante villa in Harkstede. Schrijft met enige regelmaat een column voor Sport in Stad.