De Lagos-connectie
Terug in de tijd. Het verzoek om dat via een stukje weer eens te doen overviel me een beetje. We hebben ons huis verkocht, laten een nieuw bouwen en voor dat er staat verblijven mijn vrouw en ik in een vakantiepark. Wij noemen het gekscherend: ‘onder de brug’. Buiten je vertrouwde omgeving is het net alsof de inspiratie ‘anders’ is. Ik kon maar geen leuk onderwerp vinden. Tot ik werd geholpen door Ziggo Sport, want dat hebben we hier in ons vakantieoptrekje.
Ziggo Sport heeft een reeks commentatoren van wie de een het vak wat beter onder de knie heeft dan de ander. In dit specifieke geval moet ik, laat op de avond kijkend naar de weinig opzienbarende Spaanse competitiewedstrijd Granada-Betis, genoegen nemen met Johan van Polanen. Johan heeft tijdens zijn opleiding, als hij die al heeft genoten, ergens een afslag gemist. Je kunt je een hoop dichterlijke vrijheid permitteren wanneer je verslag doet van een voetbalwedstrijd, maar bepaalde dingen bieden daar nu eenmaal geen ruimte voor. Johan van Polanen kent de uitdrukking ‘koppen’ niet. Terwijl dat toch een essentieel onderdeel van het spel is. De man die het meest indrukwekkend ‘koppen’ kon zeggen was de legendarische jeugdleider van mijn voetbalclub WVV, Engel Wubs. Als de bal de lucht in ging en de angstig geworden kleine jongens trokken hun hoofd in dan klonk het gebiedend: KOP-PEN! Degene die erin slaagde met een kopbal te scoren kreeg van de man een reep chocola.
Goed, Johan van Polanen kent het koppen dus niet. Hij denkt dat dat ‘knikken’ heet. Dus heeft hij het consequent over ‘inknikken’, ‘wegknikken’, ‘kon net niet knikken’. Tijdens Granada-Betis kopt een verdediger na een corner de bal wat ongelukkig recht de lucht in, wat een gevaarlijke situatie voor zijn eigen doel tot gevolg heeft, waarop Van Polanen met een hilarische kreet komt: ‘omhooggeknikt’. Een zogeheten contradictio in terminis, een tegenstrijdigheid in de term. Je kunt immers niet omhoog knikken. Een knik is altijd een beweging naar beneden. Ik rol van de bank van het lachen, in mijn eentje in dat kamertje van het vakantiehuisje aan een visvijver.
En meteen is het idee geboren. Als bij toverslag. De kopbal van Taribo West. Hoe het daarmee zit, daar komen we naderhand nog op. Het is in elk geval de aanleiding om dit stukje te schrijven over een bijzonder trainingskamp dat FC Groningen in januari 2000 belegde in het Zuid-Spaanse Marbella.
De FC is in die tijd herstellende van een donkere periode. Gedegradeerd tot lid van de Eerste Divisie, toen Toto Divisie geheten, moet het verloren gegane terrein worden herwonnen. Die opdracht heeft de leiding van de club in handen gelegd van niemand minder dan ‘Mister FC Groningen’, Jan van Dijk. De zaken worden professioneel aangepakt. Daarom halverwege het seizoen ook een trainingskamp in een aangename omgeving. In het rijkeluisoord Marbella vertoeft de selectie met alles erop en eraan in een luxe hotel. Dat verdient in de minder drukke wintermaanden een aardig zakcentje bij met het huisvesten van voetbalploegen uit andere windstreken. Zo deelt FC Groningen het onderkomen met het Schotse Dundee United, maar ook met de nationale ploeg van Nigeria. Die bereidt zich voor op de Africa Cup of Nations, het prestigieuze toernooi op het Zwarte Continent, dat jaar gemeenschappelijk georganiseerd door Ghana en Nigeria. Het betekent voor de olympisch kampioen van vier jaar eerder in Atlanta uiteraard extra druk. Falen in eigen land is geen optie.
De Nigerianen worden gecoacht door Jo Bonfrère, de oud-speler van MVV. Toevallig ken ik zijn assistent Stephen Keshi, omdat die lange tijd voor Anderlecht uitkwam. Keshi is een ontzettend aardige vent, die de brug tussen de Europese en de Afrikaanse mentaliteit met tact en verstand van zaken kan slaan. De verschillende ploegen treffen elkaar dagelijks bij het ontbijt en het diner. De Nigerianen zitten gewoonlijk in een soort kring, met de spirituele leider Jay-Jay Okocha in het midden. Er valt een zekere rangorde te zien. In de selectie voor ons Nederlanders bekende spelers als Finidi George, Tijani Babangida, Sunday Oliseh en Garba Lawal. De twee in Engeland voetballende sterspelers Nwankwo Kano van Arsenal en Celestine Babayaro van Chelsea zijn er nog niet, die zullen later arriveren.
En dat laatste wordt een dingetje. Hoe vriendelijk de Nigerianen elke dag iedereen ook groeten, intern wordt er steeds maar serieus gepraat, met ernstige gezichten. Wanneer Kanu en Babayaro er eindelijk zijn moeten zij helemaal aan de buitenkant van de kring gaan zitten. Kanu, heel vreemd getooid met pantoffels die mijn oude grootvader niet hadden misstaan. We kijken er met verstand naar. En de Schotten uit Dundee net zo.
Op het trainingscomplex bezet FC Groningen een deel en een veld verderop ziet het groen van de Afrikaanse toppers. Gek genoeg is Bonfrère in een hoekje op het gras neergeploft, terwijl de selectie in een er diagonaal tegenover liggende hoek in een druk debat verwikkeld is. We vragen de coach wat er aan de hand is. ,,Ze vergaderen er over of Kanu en Babayaro wel mee mogen’’, is het korzelige antwoord. De reactie laat zich raden: ,,Dat beslist de coach toch?’’ Jo kijkt nauwelijks op en zegt: ,,Niet in Afrika, niet in Afrika. De twee hadden meteen moeten aansluiten.’’
Het is uiteindelijk goedgekomen met Kanu en Babayaro, maar dat ging dus niet zonder slag of stoot. Afrika is nu eenmaal Europa niet. Er gebeurt in en rond het voetbal daar zo veel dat wij niet begrijpen. Interlands die moeten worden overgespeeld omdat de Afrikaanse voetbalbond bewezen acht dat tovenaars stiekem een doel behekst hebben door er dierenbotjes in te leggen. Je zult het in Europa niet tegenkomen.
Van Nigeria op zich wist ik eigenlijk niet zo heel erg veel. Dat het een enorm groot land is met honderden stammen en talen en grofweg verdeeld in een zuidelijk christelijk deel en een noordelijk islamitisch. Ik herinnerde me uit mijn tienerjaren wel de burgeroorlog tussen de Nigeriaanse centrale overheid en de afgescheiden provincie Biafra. Met de verschrikkelijke hongersnoden, de ‘Biafrakindjes’ met hun opgezette buikjes. De machtsstrijd tussen de generaals Gowon en Ojukwu, van wie de eerste namens Nigeria zegevierde en van de weeromstuit meteen door een coup werd afgezet. Nooit ben ik vergeten dat Gowon een persconferentie gaf, in Kenia waar hij op staatsbezoek was toen de staatsgreep plaatsvond. Hem werd naar zijn gevoelens gevraagd. Was hij boos? Gowon vertrok geen spier van zijn gezicht en sprak, geheel naar Shakespeare, de gedenkwaardige woorden: ,,De wereld is een schouwtoneel. Je komt op, speelt je rol, en je gaat af.’’
Afrika. Continent dus van militaire coups, vreemde rituelen en gebruiken, tovenaars in lange gewaden. In Marbella drentelen de lange gewaden ook rond de spelersgroep. Hun rol is volslagen onduidelijk. Zijn het bestuursleden van de bond? Of misschien medicijnmannen? Vermoedelijk zijn het zogenoemde ‘maraboes’, inderdaad toverdokters.
We zullen het nog te weten komen. Na een paar dagen kennen we elkaar wel en wordt er op de gang of in de eetzaal nog vriendelijker gegroet. Daar komt Taribo West, die net van Inter Milaan de overstap naar rivaal AC Milan heeft gemaakt. West heeft altijd twee opstaande staartjes op zijn hoofd. Bij Inter gekleurd in blauw-zwart, bij Milan rood-zwart en bij Nigeria groen. Nu dus groen. West is van het uitgelaten type dat schaterlachend door de corridors schrijdt. Een imposante figuur ook. ,,Ever saw me play?’’, wil hij op een gegeven moment van mij weten. ,,Sure’’, antwoord ik naar waarheid. Ik vertel hem van de halve finale UEFA Cup Schalke’04-Inter in Gelsenkirchen. Mijn neef Youri speelde voor Schalke. Twee jaar eerder had Schalke de beker ten koste van Inter gewonnen. Nu was het 1-0 voor de Italianen na de eerste wedstrijd en in een zinderende slotfase van de return scoorde Marc Wilmots alsnog 1-0 voor de Duitsers. Waarop een orkaan van geluid losbarstte, die niet meer tot bedaren kwam. De scheidsrechter wachtte daarom heel lang met het beginnen van de verlenging. Daarin bleef het lawaai voortduren tot uit een corner Taribo West met een ferme kopbal gelijkmaakte en Inter daarmee de weg naar de finale opende. ,,The stadium fell silent’’, zeg ik. West slaat me op de schouders en begeeft zich tussen het groepje teamgenoten dat iets verderop in de gang loopt. Dan zie ik hem de handen ten hemel heffen en hoor hem keihard roepen: ,,You hear that man? You hear? I silenced the stadium.’’
Diezelfde middag gebeurt er iets heel merkwaardigs. De staf van de Nigeriaanse ploeg zoekt contact met die van FC Groningen. De vraag luidt: hebben jullie een goede clubarts? Die heeft FC Groningen in orthopedisch chirurg Gekie Meins. Kniespecialiste par excellence. De Nigerianen zeggen niet te weten of Jonathan Akpoborie van VfL Wolfsburg wel mee kan naar de Africa Cup. Hij heeft knieklachten en er moet een dokter naar kijken. Maar die hebben ze toch hopelijk zelf wel? Nou, wel en niet. Het is maar vanuit welk gezichtspunt je het bekijkt. Naar de Nederlandse norm, om die maar eens van stal te halen, niet. Volgens de Afrikaanse vermoedelijk wel. Lange gewaden, dophoedjes, bezweringen, daar twijfelt men dan toch eventjes aan. Kortom, er moet een echte deskundige naar kijken.
Gekie Meins is echter een vrouw. Dat is een complicerende factor, omdat er nogal wat moslims in en rond de ploeg zitten. Goede raad is duur. Akpoborie zelf, zo laat men doorschemeren, heeft er geen moeite mee en de staf eigenlijk ook niet. Maar een paar van die ‘gewaden’ moeten er geen lucht van krijgen, want dan is Leiden (of in dit geval Lagos) in last. Dus wordt er een geheime operatie op touw gezet. De ‘keuring’ moet plaatsvinden op een ‘onmogelijk’ tijdstip, wanneer eventuele kwaadwilligen te rusten liggen. En bovendien in een achterafkamertje. Aldus geschiedt. Gekie bekijkt de knie van Jonathan Akpoborie op een onzalig uur ergens in een achterafkamertje. Conclusie: geen bezwaar om de speler mee te nemen naar de Africa Cup.
Eind goed al goed dus. De week loopt ten einde. Nigeria keert terug naar Lagos om daar op de 22ste van de maand aan de Africa Cup te beginnen. Als grote favoriet, de finale is op 13 februari in de Nigeriaanse metropool. Ook Dundee United vertrekt naar huis, om zijn bescheiden rol in de Schotse League weer te spelen. FC Groningen is gewapend voor het tweede deel van de competitie, op weg terug naar de eredivisie. Wat blijft is de herinnering aan een in veel opzichten opzienbarend trainingskamp. Want wanneer moet je je nou druk maken om geheimzinnige figuren in lange jurken?
Epiloog
Hoe ging het verder? FC Groningen wordt geen kampioen van de eerste divisie, die eer is voorbehouden aan NAC. Maar Jan van Dijk dirigeert zijn ploeg wel degelijk terug naar de hoogste afdeling. De slotscène is op de Emmer Meerdijk, waar back Magnus Johansson de groenwitten naar de overwinning en de promotie schiet.
Nigeria wordt geen Afrikaans kampioen. Het elftal van Jo Bonfrère haalt wel de finale, waarin het met 2-2 gelijkspeelt tegen Kameroen, dat vervolgens de strafschoppen beter neemt en met de titel aan de haal gaat. Toch zijn de maraboes tijdens het toernooi nog in actie gekomen. Tijdens de halve finale van Nigeria tegen Senegal. Het staat 0-1 en de Nigerianen dreigen de finale mis te lopen. Vlak voor tijd loopt ene Kashimaro Laloko, bondsbestuurder, naar het Senegalese doel en verwijdert daar twee dingetjes. Fetisjen volgens de Nigerianen. Laloko wordt geschorst, maar Nigeria wint de wedstrijd alsnog: 2-1… Omdat er meerdere incidenten rond ‘juju’ (zwarte magie) zijn, verbiedt de Afrikaanse bond voor de volgende Africa Cup in 2002 de zwarte magie.
Jonathan Akpoborie raakt een jaar later in opspraak. En wel zodanig dat VfL Wolfsburg hem op nonactief zet, waarna de Nigeriaan het nog een korte tijd probeert bij de club waar hij ooit in Duitsland begon: 1. FC Saarbrücken. Maar de Saarlanders trekken de bezoedeld
geraakte Akpoborie ook niet lang en ontslaan hem. Wat is er gebeurd? Zijn familie in Lagos is eigenaar van een schip, dat voor de kust van Benin wordt aangehouden door de autoriteiten van dat land. De familie wordt er van beschuldigd kinderen als slaven naar Gabon te vervoeren. Opgehelderd wordt de zaak nooit, maar vanaf dat moment kleeft er een smet aan de naam Akpoborie. De Zwitserse cineaste Heidi Specogna maakt over de affaire een film onder de titel ‘Das Schiff des Torjägers’. Jonathan Akpoborie woont weer in Lagos en is zaakwaarnemer voor voetballers.
Er ontstaat later nog een bescheiden Lagos-connectie bij FC Groningen. Als eerste komt de kleine aanvaller Pius Ikedia naar het Oosterpark, geleend van Ajax. Pius groeit uit tot een publiekslieveling. De tweede Nigeriaan in het groen-wit heeft een grote reputatie opgebouwd bij FC Midtjylland in Denemarken en komt voor een recordtransferbedrag naar de Euroborg: Oluwafemi ‘Femi’ Ajilore. De controlerende middenvelder slaagt op de een of andere mysterieuze manier niet in Groningen. De laatste Nigeriaan, tot dusver, is William Troost-Ekong. Voor zover bekend zijn er nooit maraboes in lange gewaden noch geheimzinnige fetisjen rond Oosterpark en Euroborg gesignaleerd.
Tot slot aan alle lezers een welgemeend excuus. Bij dit stukje had een foto moeten staan van de Groninger delegatie samen met de Nigeriaanse selectie, want die heb ik. Alleen, door de verhuizing zit dat prentje ergens in een doos in de opslag. Die houdt U van mij tegoed. Op het moment heb ik andere knikzorgen.