De geest van Hoenderloo

Door: Henk Mulder

Terwijl Nederland zoetjes aan uit het coronadal begint te kruipen, de jongeren massaal een test gaan halen om ’s avonds weer eens lekker de beest te kunnen uithangen, wordt er links en rechts in Europa gevoetbald. Het Europees Kampioenschap van een jaar geleden is nu. En wat nog mooier is: er zijn wedstrijden in ons eigen land, in Amsterdam. Dat hebben we al eens eerder meegemaakt en op die tijd, het jaar 2000, wil ik met Uw welnemen even terugblikken.

Maar voor we daartoe overgaan maken we een nog grotere sprong terug in de tijd. We schrijven het jaar 1954, de wereld is druk doende zich te herstellen van de Tweede Wereldoorlog en om de mensen een fijn gevoel te geven is het Wereldkampioenschap voetbal sinds 1950 in ere hersteld. Deze keer is Zwitserland de gelukkige. Ook Duitsland, dan West-Duitsland geheten, mag weer meedoen. En wint, gek genoeg. De Duitsers verslaan in de finale het favoriete Hongarije met 3-2 en aanvoerder Fritz Walter klemt de Coupe Jules Rimet onder zijn linkerarm alsof de een of andere snoodaard het kleinood wil gaan stelen. ‘Wir sind wieder wer’, klinkt het in Duitsland. Hetgeen iets betekent van: we zijn terug of we zijn weer iemand.

West-Duitslands voetballers worden geleid door een op zich vrij onooglijk mannetje dat een feilloos gevoel voor psychologie heeft: Sepp Herberger. Hij verschanst zich tijdens het toernooi met zijn mannen in een hotelletje in Spiez. Daar smeedt hij de boel tot een eenheid. Zijn credo: ‘Elf Freunde müsst ihr sein’. Het mentale kneedwerk leidt tot wat in Duitse kringen later ‘Der Geist von Spiez’ wordt genoemd. Overigens speelt ook een wat praktischer feit een grote rol in de zege van de Mannschaft, want materiaalman Adi Dassler heeft de schroefnop uitgevonden en die helpen de Duitsers op het door regen modderig geworden veld van het Wankdorfstadion in Bern tijdens de finale enorm. Zij blijven op de been waar de Hongaren het idee hebben op ski’s te staan. ‘Fritz Walter Wetter’ is het. Die houdt van regen en een moeilijk bespeelbaar veld. Maar de Geest van Spiez heeft de basis gelegd voor het onverwachte succes. Met Herbergers pionierswerk op mentaal gebied hebben nadien vele coaches hun voordeel gedaan.

Enige historische kennis had ruim een halve eeuw later in het kamp der Nederlandse voetballers niet misstaan, maar daar komen we nog op. We maken de tijdsprong naar de zomer van het magische jaar 2000 en zijn niet in Spiez maar in Hoenderloo. Daar heeft het Nederlands elftal zijn kamp opgeslagen. De verzamelde vaderlandse pers, waarvan ik dan deel uitmaak, heeft vakantiehuisjes gehuurd op een belendend terrein. Dat brengt een hoop gezelligheid met zich mee. Het is prachtig weer, de accommodatie prima. Ikzelf deel een onderkomen met de twee Volkskrantjournalisten Willem Vissers en Paul Onkenhout. Dat gaat uitstekend. Er heerst een sfeer vol humor, ’s ochtends kunnen de landelijke kranten van de balie worden gehaald, het avondeten uit de kantine en wanneer we opstaan bakken we de eitjes die we van de plaatselijke Spar hebben gehaald.

Nederland is een groot kanshebber op de titel. Twee jaar eerder bereikte Oranje bijna de finale van het WK en met name de topspelers van het Ajax dat in 1995 de Europa Cup won zijn in hun prime. Dat belooft wat!

Het duurt maar een paar dagen of de uit de kluiten gewassen bewakers van het Oranje-fort kennen onze gezichten en zwaaien vriendelijk als we een training of een persconferentie bezoeken. Dagelijks wel te verstaan. Bondscoach is een oud-medespeler van de Ajacieden, Frank Rijkaard. Hij is niet iemand die controverses oproept, eerder het tegendeel, waardoor hij voor het journaille geen spraakmakende verhaaltjes oplevert. Maar dat mag de pret niet drukken. Als we van het EK een triomftocht maken dan valt er genoeg de wereld van de Lage Landen in te bezuinen. Geen nood dus.

Aanvoerder Frank de Boer loodst ons al meteen door de eerste wedstrijd, al valt die wel tegen. Tsjechië, met prima spelers als Jan Koller en Tomas Rosicky, wordt door een benutte strafschop van de captain met 1-0 verslagen. We zijn van acquit. De stemming in het toeristenpark is uitgelaten, het bier vloeit rijkelijk en als de ploeg in de tweede wedstrijd schijnbaar moeiteloos Denemarken met 3-0 oprolt gaan de verhalen dezelfde kant op: even uitgelaten. Willem Vissers zit er helemaal in. Hij leest elke ochtend nauwgezet zijn pennenvruchten nog eens een keer na. Dat is voor Paul en mij aanleiding om hem er steevast mee te plagen. Ik kan in Hoenderloo mijn eigen krant niet krijgen, dus maal ik er verder niet om. ‘Lees eens iets van een ander joh’, klinkt het elke ochtend weer vanuit het keukentje waar de eieren in de pan liggen te sputteren.

De derde groepswedstrijd is een testcase. Wereldkampioen Frankrijk is de tegenstander, eens kijken waar Nederland nou precies staat. Christophe Dugarry opent in Amsterdam de score, Patrick Kluivert maakt gelijk, maar de Fransen staan bij rust toch voor door een doelpunt van David Trezeguet. In de tweede helft staat Nederland op en verslaat de beste ploeg van de wereld met 3-2 omdat weer Frank de Boer en Boudewijn Zenden, met de winnende, de boel omdraaien. Dat betekent ongeslagen naar de kwartfinale, naar de Rotterdamse Kuip om de Joegoslaven uit het toernooi te verjagen.

Het is dan even tijd om naar huis te gaan. Om mijn dochter van twee te zien en mijn vrouw, die zwanger is van onze zoon. Even op adem komen, even een avondje niet slap ouwehoeren met de collega’s. Het is een fijn intermezzo. Goed ter mentale voorbereiding op de knock-out wedstrijden die gaan komen. Nog drie keer winnen en de beker kan de hoogte in. Mede-organisator België heeft de plaat al gepoetst, Oranje moet de eer en reputatie van de Lage Landen hooghouden. Na de wedstrijd tegen Joegoslavië kunnen alle superlatieven uit de kast worden gehaald. In een kolkende Kuip wordt het 6-1, met liefst drie treffers van Patrick Kluivert. Wie kan Nederland nog stoppen?

Rond de veldjes van het vakantiepark is de ‘Geest van Hoenderloo’ voelbaar. Dit kan niet meer mis. Alle voorbereidingen worden getroffen voor het schrijven van jubelverhalen over een triomftocht door de Amsterdamse grachten, huldigingen door de koningin en wat dies meer zij. Sommigen heffen te midden van de euforische stemming een waarschuwend vingertje, maar die worden dan subiet tot ‘Orde der Azijnzeikers’ bevorderd. Bovendien: de Geest van Hoenderloo is er een paar kilometer verderop bij de ploeg ook, dat kan niet anders. Hoe versla je anders de taaie Joego’s met vijf goals verschil? Laat Italië in de halve finale maar komen.

Het toernooi heeft nog maar vier ploegen over en dat betekent een veel grotere run op de persconferenties. De bewakers zweten zich een ongeluk, maar wuiven ons nog steeds zonder omhaal door. De Italiaanse collega’s willen alles van ons weten. Leuke lui, met veel respect voor het Nederlandse voetbal. Ze laten ons weten dat hun Azzurri wel heel erg boven zichzelf zullen moeten uitstijgen om in Amsterdam te winnen en de finale te bereiken. Eigenlijk schatten ze de kansen op hooguit tien procent. Zij hebben de geest niet, die Nederland wel heeft. Aha: de Geest van Hoenderloo.

Het is warm in de Arena als er afgetrapt wordt. Scheidsrechter is de nogal pedante Duitse tandarts dr. Markus Merk. Die drukt al meteen een stempel op de wedstrijd als hij na een kwartiertje de Italiaan Gianluca Zambrotta geel geeft en na een dik half uur nog eens. Italië staat met tien man tegen een oppermachtige tegenstander. ‘Begin maar vast te schrijven’, klinkt het op de perstribune. De Italiaanse collega’s slaan hun handen voor het gezicht: kansloos!

Vijf minuten later geeft Merk Nederland een strafschop. Frank de Boer, trefzeker vanaf elf meter tegen de Tsjechen in de eerste wedstrijd, gaat hem nemen. Is hij mentaal op dit klusje voorbereid? De spelers hebben het nemen van penalty’s uitentreuren geoefend, dat weten we. De aanvoerder heeft een vaste hoek. Maar onder de druk verandert hij plotseling van plan en mist. Herberger niet geraadpleegd? Er wordt aanvankelijk schouderophalend gereageerd als Francesco Toldo, de Italiaanse keeper, de bal stopt. Tegen tien man, nog meer dan een helft, dan kun je wel een strafschopje missen nietwaar?

Wat de Nederlanders dan mentaal tekort blijken te komen is wat hun tegenstanders voldoende in voorraad hebben: je niet van de wijs laten brengen. Italianen hebben het verdedigen tot kunst verheven en brengen hun kunde en onverzettelijkheid in de praktijk. Er is voor Nederland geen doorkomen aan. Italië weet dat het hoogst haalbare een verlenging en daarna strafschoppen is. Dan telt elf tegen tien niet meer. Dan is het weer man tegen man. De Nederlandse spelers kunnen met die wetenschap niets, zo blijkt. Het zit hem in het hoofd. Mentaal, psychologisch. Herberger niet geraadpleegd? De Geist von Spiez in de gedaante van de Geest van Hoenderloo? Het wordt uiteindelijk het Spook van Amsterdam.

Penalty’s. Een drama ontvouwt zich voor de ogen van 55.000 toeschouwers in de Arena en miljoenen voor het televisiescherm. De Nederlandse spelers zakken door de hoeven. Frank de Boer mist, Jaap Stam mist, Paul Bosvelt mist. Alleen Patrick Kluivert houdt het hoofd koel en passeert Toldo. Op de perstribune vallen we van de ene verbazing in de andere. Wat is dit voor vertoning? Op een gegeven moment schieten we er zowaar van in de lach, het is niks meer of minder dan kolderiek. Je kunt toch wel een penalty in een doeltje schieten? Dat is toch niet te veel gevraagd? De Italiaanse collega’s doen aandoenlijke pogingen om ons te troosten. Met teksten als: ‘wij hebben er alles aan gedaan om jullie in de finale te krijgen maar klaarblijkelijk willen jullie zelf niet’. Ze begrijpen onze laconieke reactie niet.

Omdat Di Biagio, Pessotto en Totti de misser van Maldini ruimschoots goedmaken is Nederland uitgeschakeld. De Geest van Hoenderloo heeft niet gewerkt. Wel in het vakantiepark maar niet in het naastgelegen kamp van Oranje.

Voetbal zit tussen de oren. Als de kop weigert kunnen de benen niet meer. Dat is de les van Euro 2000. Je moet de geest hebben als je oog in oog met de keeper staat. De Geest van wat dan ook.


Henk Mulder

Over Henk Mulder

Hij is een oer-Groninger. Geboren en getogen in Winschoten. Henk Mulder schrijft bijna z'n hele leven over voetbal en aanverwante zaken. Nu is hij officieel pensionado. Henk produceert met regelmaat columns voor Sport in Stad.