De FC moet passen in financiƫle ratrace

Door: Dick Heuvelman

Als FC Groningen, met aartsrivaal SC Heerenveen als eerste opponent, aantreedt voor haar 39ste eredivisiejaar staan twee voorspellingen zo vast als een huis: de Trots van Noorden wordt (weer) geen kampioen, maar zal evenmin degraderen. Het zal wel weer uitdraaien op een plek ergens tussen zes en tien. Alle reden voor de FC, zou je zeggen, om frank en vrij ten strijde te trekken. Zeker in eigen huis, waar  de geachte clientèle de laatste jaren vooral morrend op de tribune zat.

Maar is dat reëel, die publieke eis voor meer amusementswaarde? Daarvoor heb je niet alleen een trainer nodig met gedurfde tactische concepten in zijn ransel, maar – nóg belangrijker – ook voetballers met de benodigde kwaliteiten. En daaraan, kwaliteit dus, schort het de laatste jaren meer en meer in het Noordleasestadion. De club zit, puur voetbaltechnisch gezien, in een neergaande spiraal.

Toen FC Groningen elf jaar geleden de Groene Kathedraal betrok, kreeg het profvoetbal in Stad en Ommeland een nieuwe dimensie. Een groter, gerieflijk stadion met meer commerciële mogelijkheden leidde tot een dusdanige impuls, dat het rechter rijtje kon worden verwisseld voor het linker. Met dank aan spelers als Erik Nevland, Luis Suarez, Marcus Berg, Andreas Granqvist, Fredrik Stenman, Bruno Silva, Gibril Sankoh, Dusan Tadic en Tjaronn Chery. Allemaal jongens met extra klasse in hun benen. En die ook nog eens veel geld opleverden voor verdere investeringen in de selectie.

Inmiddels kunnen we stellen dat die extra dimensie langzaam maar zeker is verdwenen. FC Groningen is er niet in geslaagd het Euroborgmomentum uit te bouwen en is, om in wielertermen te spreken, in de verkeerde waaier terecht gekomen. 

Dat zit hem niet zo zeer in de resultaten als wel in de uitvoering van het, wat wel wordt genoemd, product betaald voetbal. Nog altijd speelt FC Groningen mee in de betere helft van de eredivisie, ook al omdat de concurrentie in dezelfde glijdende schaal zit. Maar dat gebeurde de laatste tijd met spel dat te vaak niet boeide: traag, risicoloos en geen – althans zichtbare – beleving. Met als gevolg dat de tribunes steeds meer lege plekken vertonen. Er is inmiddels ook een aantrekkelijk alternatief: Fox Sports, dat tegen betaling van (veel) minder geld dan een seizoenkaart alle eredivisiewedstrijden live aanbiedt.

Deze ontwikkeling baart de clubleiding uiteraard ernstige zorgen. Weliswaar zijn recettes niet meer de belangrijkste inkomstenbronnen, maar betaald voetbal speel je wel voor publiek. Dat is onmisbaar voor de ambiance. Inmiddels heeft de directie van FC Groningen voor komend seizoen een tamelijk ingrijpende maatregel genomen: verlaging van de prijs van losse kaarten. Met zo'n dertig procent.

Of dat enig soelaas biedt, is nog maat de vraag. Het publiek, zeker dat in het kritische Groningen, wenst waar voor zijn geld. FC Groningen is, anders dan Nijland ons wil doen geloven, geen volks- annex cultclub zoals Union Berlin en het Hamburgse Sankt Pauli, waar het altijd vol zit met gepassioneerde supporters, ongeacht of ze nu in de eerste, tweede of derde Bundesliga actief zijn. Vergeleken met de eerste Euroborgjaren heeft de FC grofweg de helft van haar seizoenkaarthouders zien afhaken. En dan te bedenken dat er tot 2010 nog een wachtlijst was. 

Dan wordt al gauw gekeken naar de clubleiding. Zo werkt het nu eenmaal in de voetbalwereld, waar opportunisme in combinatie met de waan van de dag hoogtij viert. Het zou evenwel te kort door de bocht zijn om Hans Nijland en co. als zondebok te bestempelen. Daarvoor is de problematiek te complex. 
De verminderde aantrekkingskracht van FC Groningen heeft vooral te maken met de in hoog tempo veranderende voetbalmarkt, die de laatste jaren wereldwijd een heel ander voetballandschap aan het creëren is. Die gang van zaken heeft de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse clubs in toenemende mate ondermijnd. Clubs als FC Groningen moeten tegenwoordig op zien te boksen tegen snel opkomende voetbalculturen in de Verenigde Staten (zie de transfers van Kappelhof, De Leeuw en Hoesen) en China (Chery). Maar ook in Europa moet het terrein prijsgeven. Qua financiën kan de eredivisie zelfs niet meer aan tegen de tweederangs competities van Engeland en Duitsland, terwijl ook België weer meer te bieden heeft. Neem een club als Ingolstadt, momenteel hekkensluiter in de Tweede Bundesliga. Dat toucheert liefst 16 miljoen aan tv-gelden, waar FC Groningen blijft steken op ruim drie. Ook een land als Turkije komt steeds meer in zwang bij de heren voetbalprofs. 

Het ziet er naar uit dat deze ontwikkeling nog wel even doorgaat en dat Nederland een soort armoeland wordt in de internationale voetbalgemeenschap, ook al omdat Nederland niet een echte sportcultuur kent. Profvoetballers verdienen in onze ogen al gauw te veel en we gruwen massaal als een transfer van 222 miljoen wordt beklonken. Nederland loopt ook achteraan wat betreft betaal-tv. Kijken naar voetbal graag, als het maar niks kost.
In deze context is het logisch dat FC Groningen achteruit boert. Nijland kan niet mee in deze financiële ratrace. Hij moet het doen met koopjes, zoals die verkrijgbaar zijn bij de Actions in ons land. De scouting kan speuren wat zij wil, écht grote talenten gaan al op jeugdige leeftijd naar clubs als Manchester City, Chelsea, Bayern, Juventus, Barcelona , Real Madrid en noem maar op. En in eigen land naar Ajax, Feyenoord en PSV. Geen titelstrijd of de scouts van deze clubs zitten op de tribune.

Tien jaar geleden was dat nog anders, toen kon FC Groningen nog door de mazen van de 'grote jongens' heen vissen en had het beet bij talenten als Suarez, Luciano, Berg, Tadic, Femi, Lindgren, Enevoldsen, Andersson, Pedersen, Van Dijk, Matavz, Granqvist en Kostic.

In schril contrast daarmee staan de meest recente transfers. Voor Lars Veldwijk is het diepst in de buidel getast, naar verluidt 375.000 euro. Een spits met deze (schamele) marktwaarde is veelzeggend over de financiële kaders waarin FC Groningen nu opereert. Voor het eerst in de Euroborgjaren moet de (fors) begroting worden teruggeschroefd, van 18.3 naar 16.5 miljoen euro. Structureel komt de club vijf ton tot een miljoen tekort op jaarbasis. 

Vandaar de nieuwe policy met het aantrekken van spelers, meer huurconstructies en minder dure aankopen. Tijdens de perspresentatie maakte Nijland bekend dat er een derde huurling onderweg is naar Groningen, de 20-jarige Mexicaanse flankspeler Uriel Antuna, eigendom van  Manchester City. 
Met passen en meten kon Nijland het spelersbudget op hetzelfde niveau houden, maar daarvoor moest de selectie wel worden ingekrompen. Eerder al zijn de salarissen omlaag gegaan. Vandaag de dag is zo'n 250.000 euro het maximum wat er in de Euroborg verdiend kan worden. Dat was ooit vier ton plus. Van elke euro gaat bij de FC 50 cent naar het 'voetbalbedrijf', waar bij vergelijkbare clubs de percentages doorslaan in het voordeel van het voetbal.

De onlangs opgestapte voorzitter Jan Smit – financieel expert als hij is –  ging bij Heracles prat op een verhouding 80/20, waardoor hij met een begroting van dertien miljoen bijvoorbeeld een spits als Armenteros op de loonlijst kan zetten. Dat weet Nijland ook en daarom is het niet uitgesloten dat hij de huidige organisatievorm nog eens scherp tegen het licht gaat houden om meer ruimte te creëren voor datgene waar het uiteindelijk allemaal om draait, het voetbalbedrijf dus.

Niettemin kan het tot dusver transferbeleid als uitermate zuinig worden betiteld. Ruw geschat moet er ondanks alles nog altijd zo'n vier miljoen in de transferkas zitten. Daarvan is dit voorjaar, na een verzoek van Nijland, ruim twee miljoen bijeengebracht door de trouwe participanten van het investeringsfonds. Onlangs is dat aangevuld met de opbrengsten van de vertrekkers Linssen (krap een miljoen), Tibbling (700.000) en Sorlorth (naar schatting 300.000).

Kortom, FC Groningen heeft, zoals het zich laat aanzien, haar kruit nog niet verschoten op de transfermarkt. Of, dat zou ook niet onlogisch zijn, de investeringspot is 'even' gebruikt voor het dichten van het begrotingsgat. Nijland lijkt nog wat troefkaarten tegen zijn borst te houden, te meer omdat de club er rekening mee houdt dat keeper Padt (gelimiteerde transfersom van een klein miljoen) en spits Mahi (vraagprijs rond de vier miljoen) nog gaan verkassen voor het sluiten van de transfermarkt.

Maar 'groeiaankopen' van twee miljoen of meer zitten er niet meer in omdat daar salarissen tegenover staan die niet meer passen in het loongebouw van FC Groningen. Daarom ook is het accent verlegd naar de jeugdopleiding, ofschoon de doelstelling zoals die staat beschreven in het ambitieuze  project Talenten op één – de helft van de selectie moet vanaf 2018 bestaan uit zelf opgeleide spelers – volgend jaar bij lange na niet wordt gehaald. Van de 19 A-selectiespelers zijn alleen Bacuna en Van Nieff op Corpus den Hoorn groot geworden. 

De vraag is trouwens of dat ooit wel zal gebeuren. Feijenoord bijvoorbeeld zag de afgelopen jaren al een hele ris talenten vertrokken voordat zij ook maar één minuut op het vlaggenschip actief waren. De landskampioen is een graag beviste vijver voor met name kapitaalkrachtige Engelse clubs. FC Groningen spiegelt zich in deze echter vooral aan AZ, waar deze aanpak wel werkt.

Maar of daarmee de hut weer vol gespeeld kan worden, zoals dat in het beleidsplan voor de komende jaren wordt omschreven, staat nog te bezien. Vooralsnog zullen Nijland en zijn kompanen alle zeilen moeten bijzetten om de neergaande spiraal, zowel qua euro's als ook toeschouwers, om te buigen. De druk staat er vol op in de Euroborg.


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE