De Europese avonturen van een volleybaldier (1)
Foto: Jan Kanning
Lycurgus heeft net de eerste wedstrijd van de Europese tour weer achter de rug (0-3 zege). In het Overijsselse Rijssen nota bene. Als het behalen van de Europacup een prijs is was nu dus de prijs een tripje Rijssen. Kan me niet voorstellen dat daar iemand vrolijk van wordt, ook niet in Rijssen. Dit is een gevolg van een besluit van de CEV (Confédération Européene de Volleyball) om loting te sturen en zo ploegen de eerste ronde niet te ver te laten reizen en zo kosten te besparen. Feitelijk is de eerste ronde hiermee een voorronde geworden.
Het spelen van Europacupwedstrijden waren de krenten uit de pap van mijn actieve volleybalcarrière. De dynamiek, de entourage, het reizen, de hotels, avonturen binnen en (vooral) buiten het veld waren, zeker achteraf bezien, toch wel heel bijzonder.
Met een fijne groep kerels op een queeste naar het onbekende om daar gezamenlijk een goed resultaat neer te zetten. Onderwijl de ledige reis- en hotelmomenten vullend met spelletjes, ouwehoeren en af en toe een zowaar een goed gesprek of een heuse volleybalanalyse. Bij ons toen gelukkig (bijna) geen solitaire afzondering met koptelefoontjes, mobieltjes en tabletjes.
De eerste keer
In het seizoen 2008-2009 speelde Lycurgus voor het eerst Europees. Alles was nieuw. Niet alleen voor de spelers en staf, maar ook voor het bestuur en management van de stichting. Financieel en organisatorisch was de Europacup een behoorlijke extra belasting. Chemes Hummené uit het verre Hummené, Oost-Slowakije, was de tegenstander in de eerste ronde. Andere koek dan Rijssen dus.
Thuis werd in een vol sportcentrum alfacollege in een puike pot met 3-1 gewonnen.
Twee weken later volgende een dik 20 uur durende busreis naar Hummené. Onze diagonaalaanvaller, Richard Fransen, had door de ellenlange busreis nogal last van zijn rug gekregen en in een kolkende, Oostblokachtige ambiance werd met matig spel met 3-0 verloren. Het was een gekkenhuis op de tribune met als apotheose de val van een dronken supporter van de hoge tribune. Deze werd efficiënt per ambulance afgevoerd.
Na de nederlaag volgde direct een beslissende “golden set” om te bepalen wie verder mocht in Europa. In deze set herpakte we ons goed en met een sterke invalbeurt van onze wispelturige Canadese womanizer en reservediagonaal, Yasmin Cull, werd in het hol van de leeuw met 10-15 gewonnen. Feest natuurlijk. Al was het even schrikken toen het veld bestormd werd door dronken supporters van Chemes. Deze bleken gelukkig een vrolijke dronk te hebben en wilde ons slechts feliciteren en gearmd met ons op de foto. Binnen 30 minuten na de wedstrijd zaten we met een krat bier weer in de bus op weg naar huis. Karel-Jan Buurke van RTV Noord heeft nog een leuke videoreportage van deze trip gemaakt.
De tweede ronde troffen we een Spaanse topploeg uit Teruel (tussen Valencia en Zaragoza). We vlogen op het mooie Valencia en zaten aldaar heerlijk op het terras in de Spaanse novemberzon. In de wedstrijd waren we op de eerste set na redelijk kansloos. Voor ruim 3000 supporters en onder ook grote media-aandacht verloren we met 3-0. Noemenswaardig verder was de doodsmak van Richard Fransen uit een standbeeld in Teruel. Aan deze val van ca. 4 meter hoogte op zijn heup hield hij gelukkig slechts een kneuzing en een standbeeldklimverbod van onze fysio, Jan Pegels, over.
De return in Groningen ging minder dik verloren (1-3 meen ik), maar de uitschakeling was een feit.
(wordt vervolgd)