De belevenissen van Erik Bouwman, onze man in Zuid-Korea
Foto: Jan Kanning
Erik Bouwman, geboren op 30 januari 1973 in Appingedam, is vanaf nu Onze Man in Zuid-Korea. Hij is sinds afgelopen zomer bondscoach van de topschaatsers van het immens grote land en moet structuur aanbrengen in de opleiding en begeleiding van jeugdige talentjes. Vanuit het gigantisch Sportcentrum in Seoul zal Erik met regelmaat een column maken over zijn belevenissen.
Allereerst iedereen een heel goed, gezond en fantastisch 2015 gewenst! Hier in Seoul wordt Oud en Nieuw toch iets anders gevierd. In de kroeg waar ik met mijn vriendin zat waren wij eigenlijk de enigen die naar de countdown op onze klok keken en elkaar om 24 uur gelukkig Nieuwjaar wensten. Om ons heen werd er gewoon doorgekletst alsof er niets aan de hand was. Later hoorden we wel wat kreten als "happy new year", maar toch vreemd om te horen en te zien.
Ook vuurwerk zie en hoor je hier niet. En daar ben ik eigenlijk wel heel blij mee want ik heb helemaal niets met dat geknal. Ik ben een groot voorstander van de naderende vuurwerkbeperking rond Oud en Nieuw in Nederland. Dit 'anders' vieren van Oud en Nieuw is een meest recent verschil met Nederland, maar zo is de afgelopen periode van vier maanden natuurlijk een grote ontdekkingstocht geweest van de grote verschillen met Nederland en natuurlijk Grunn.
Een van de opmerkelijke cultuurverschillen is het respect voor de ouderen. Een hiërarchie op basis van leeftijd. Er wordt hier wat afgebogen op een dag. Naast de hiërarchie in leeftijd telt ook de hiërarchie in rang. Als hoofdcoach van zowel het sprint- als allround team en tevens de oudste, geldt voor mij dat mijn nekspieren het gelukkig redelijk rustig hebben. Alleen voor de oudere coaches van andere disciplines hier op het Olympisch trainingscomplex en de directeur doe ik mijn buigritueel.
Op zich is dit ‘respect’ tonen voor ouderen natuurlijk niet zo gek en lijkt het een onschuldig beleefdheidsritueel. Voor optimaal werken in een professionele topsportploeg gaat het in mijn ogen echter wel erg ver en gaat het verder dan alleen maar een beleefdheidsritueel. De jonkies moeten echt alles doen voor de ouderen.
Hebben de ouderen in ons team het koud en hun jasje nodig, die dertig meter verderop ligt? Dan kan de Benjamin deze voor hem of haar ophalen. Moet de drinkfles van de Senior sporter gevuld worden? Dan kan het jonkie dit gaan doen. Heeft de oudste zijn of haar fiets nodig op de baan? Dan zie je de jongste met die fiets zeulen. En aan tafel zitten de ouderen bij elkaar en zie je de jongeren voor hen wat te drinken halen en het zelfs nog voor hun inschenken.
Guus Hiddink vertelde me onlangs dat hij exact hetzelfde heeft meegemaakt en hierin ook verandering heeft aangebracht. Bij de voetballers van het Zuidkoreaans elftal ging het zelfs zo ver dat in het veld er niet werd gekeken wie er het beste voorstond, maar dat de bal door een jongere speler hoe dan ook naar een oudere speler werd getrapt. Cultuur boven resultaat. Bijna niet te geloven.
In de vier maanden dat ik nu werkzaam ben in Zuid-Korea loop ik tegen ontzettend veel dingen aan die niet meer van deze tijd zijn en ver afstaan van de manier waarop ik het proces van een topsportploeg wil inrichten. Ik moet hiervoor de tijd nemen en niet alles rücksichtslos om willen gooien.
“Stapje voor stapje”, denk ik bij mezelf terwijl ik op het vliegveld de jonkies mijn koffer uit de bus zie slepen en deze voor mij vervoeren naar de incheckbalie. “Deze verandering kan nog wel even wachten..”.