Chef poepluiers en flesjesbabymelk
Ja, ja ik kom er zo aan, probeer ik onze drie maanden oude dochter Lee duidelijk te maken terwijl ik haar tweelingzusje Iben in mijn armen heb om haar een flesje voeding te geven. Maar ze begrijpt het niet en krijst maar door. Vijftien minuten later wanneer Iben verzadigd is, kan ik het gekrijs dan eindelijk stoppen door ook Lee een flesje in haar mond te duwen. Haar hoofd is vuurrood van het schreeuwen en de traantjes biggelen over haar wangen. Terwijl ik Lee tevreden stel met haar voeding hoor en zie ik dat Iben inmiddels haar luier lekker aan het volschijten is. Het lijkt wel of Lee het ook hoort, want er verschijnt een glimlachje op haar gezicht. Na ongeveer dertig minuten heeft Lee haar buikje ook rond en mag ik eens gaan kijken wat Iben aan poep heeft gefabriceerd. Gadverdamme, het is door de luier heen gegaan en haar rompertje en broekje zitten ook onder de poep. Nu is het zaak om op een tactische manier die kleertjes uit te krijgen, zodat niet alles onder de poep komt te zitten. Dat lukt helaas niet en er zit niets anders op dan Iben even in badje te doen om haar schoon te krijgen. Nadat ze weer helemaal schoon is, doe ik haar nog even met hangen en wurgen schone kleertjes aan om vervolgens ook Lee van een schone luier te voorzien. Terwijl ik klaar ben met Lee en blij dat ze alleen maar een plasluier had, kijk ik naar twee tevreden dames die vrolijk naar me lachen. Maar dan opeens trekt Lee een moeilijk gezicht en hoor ik dat ook zij bezig is om een dikke poepluier te fabriceren. Shit, denk ik terwijl Lee er inmiddels hard om moet glimlachen. Na ook die luier te hebben verschoond zijn we inmiddels ruim een uur verder en is het hopelijk even twee uur rustig en is het wachten op wat de volgende ronde ons gaat brengen.
Dit is zo ongeveer het topsportritueel waar ik me momenteel in bevind en waar mijn vriendin en ik elkaar afwisselen.
Iben en Lee zijn inmiddels in slaap gevallen en terwijl ik even op de bank ga zitten laat ik in mijn gedachten het jaar 2016 nog even de revue passeren. Vorig jaar om deze tijd zat ik nog in Korea en maakten we ons op voor de belangrijkste fase van het schaatsseizoen. Best trots om als coach uiteindelijk verantwoordelijk te zijn geweest voor de meest succesvolle (Koreaanse) WK afstanden ooit. Vele avonturen en de reden waarom ik daar niet ben doorgegaan heb ik in voorgaande columns voor Sportinstad al eens uitgetikt. Doorgaan was wat mij betreft geen optie. Maar met het schaatsseizoen dat nu in volle gang is en de goede contacten die ik nog steeds met mijn Koreaanse schaatsers onderhoudt, is het gemis er soms ook.
Inmiddels ben ik al 9 maanden bezig met een soort van sabbatical, maar zo voelt het totaal niet. De eerste maanden stonden vooral in het teken van de contractuele afhandeling met de Koreaanse Bond en tevens de organisatie m.b.t. de terugkeer en verhuizing naar Groningen (van verscheping inboedel en auto tot huisvesting) Daarna lag de focus op de naderende geboorte van Iben en Lee en ben ik druk geweest met een splitsing en verkoop van ons huis. Vorige week hebben we ons huis in de Oosterpoort verlaten om medio april weer in dezelfde straat terug te keren omdat we het huis daar pal tegenover hebben gekocht. In de tussentijd overbruggen we in het Drentse Zwiggelte.
Druk genoeg, maar langzaamaan begint de hunkering naar nieuwe uitdagingen in de sport weer een beetje te borrelen in mijn lijf. Terwijl ik mezelf de vraag stel wat welke uitdagingen dat zouden kunnen zijn, hoor ik weer hevig gekrijs opdoemen. Iben en Lee willen weer eten! De rust is weer voorbij! Ik moet weer aan de bak!