Breedtesport bestaat niet

Door: Frank de Vries

Sport is populair. Veel mensen doen het, nog meer mensen kijken er naar. En sporten is natuurlijk gezond. Voor beleidsmakers en bestuurders is het een dankbaar onderwerp. Je hebt het via het thema sport snel over bewegen, gym op school en het belang van leefbare wijken. Daar is niets mis mee. Integendeel zelfs. Sporten en bewegen helpt om overgewicht tegen te gaan. Recent onderzoek van de RUG laat zien dat meer bewegen zelfs leidt tot een daling van zorgkosten. En dat is natuurlijk pure winst. Maar deze positieve medaille heeft in mijn ogen wel degelijk negatieve keerzijdes. Ik noem er twee. In de eerste plaats leidt deze wel heel brede focus op ‘bewegen en sport’ tot een brede waaier aan goede bedoelingen, nieuwe beleid en zogenaamd baanbrekende initiatieven. En dat allemaal terwijl iedereen die zich van oudsher al stevig bezig hield met het (laten) sporten van jong en oud moeite genoeg ervaart om dat te blijven doen wat nodig is. Kijk maar naar de zorgen van veel sportclubs en vrijwilligers die elke week weer met hart en ziel in touw zijn. Het zou in mijn ogen goed zijn de bestaande verbanden veel beter te benutten bij het ontwikkelen van nieuwe voorstellen. Gebruik de bestaande sportinfrastructuur en verzin daar niet allerhande zaken om heen. En zet daar ook een beloning tegenover!

Maar eigenlijk gaat het mij hier om een in mijn ogen nog veel indringender punt. Er bestaat onder beleidsmakers en bestuurders een bijna niet te onderdrukken neiging een soort schisma in de sport aan te brengen. En die ziet er ongeveer zo uit. Er is a. breedtesport voor iedereen en b. topsport voor de happy few. En gelet op de massa en het publieke bereik verdient breedtesport meer aandacht en middelen. Ik heb eerlijk gezegd dit onderscheid nooit begrepen en vind het vooral schadelijk. En belangrijker nog: iedereen die een beetje actief is in de sportwereld weet dat dit onderscheid er ook helemaal niet is en, beter nog, niet hoort te zijn. In de meeste sporten en bij de meeste clubs is sprake van een gezond samengaan tussen lekker bewegen en sporten van jong en oud aan de ene kant en het streven naar prestaties en aanleren van een cultuur van winnen en excelleren. En beiden hebben elkaar nodig. In de ruim 35 jaar dat ik als bestuurder, trainer en coach actief ben in de roeiwereld heb ik er altijd naar gestreefd om grote groepen jonge roeiers op te leiden. Daarbij heb ik altijd een open oog en oor gehad voor diegenen onder hen die ambities koesterden en net even dat stapje extra wilden en konden zetten.

En als ze dat zelf (nog) niet wisten dan hielp ik als dat kon een beetje mee met het ‘ontdekken’ van hun eigen mogelijkheden. En juist voor die laatste groep, de talenten om het dan zo maar te zeggen, was dat cruciaal. Die jonge roeiers hadden zo op deze manier een beeld van het algemene niveau waaraan zich nu juist wilden onttrekken door hun ambitie en prestatie. Dat is in zekere zin natuurlijk een wat elitaire houding, maar die is nodig om je talent te ontwikkelen. Ik maak mij sterk dat mijn ervaring niet uniek is en dat ook in andere sporten dan het roeien coaches en sporters dit zo ervaren. Wat mij betreft zou in de discussie over de betekenis van sport in onze samenleving veel meer focus zou moeten liggen op ‘talentontwikkeling’. Ik vind dat iedereen en in het bijzonder elke jongere er recht op heeft dat er aandacht is voor hun talenten. Ook op sportief gebied en juist als dat leidt tot pure topprestaties.  Bewegen is goed en sporten is fantastisch. Maar winnen is minstens net zo belangrijk als meedoen. En breedtesport: dat is echt een lege huls.


Frank de Vries

Over Frank de Vries

Hij is helemaal wild van de roeisport. Is coach van talenten van De Hunze. In z'n vrije tijd is Frank de Vries politicus. Hij was vele jaren wethouder&loco-burgemeester van Stad. Momenteel is hij consultant op allerlei vlakken. Ook is hij Coach en bestuurslid bij KGR De Hunze. Frank produceert met regelmaat columns voor Sport in Stad.