Bill Pijl
Groningen afficheert zich als de basketbalstad van Nederland. Die statuur, waar anno 2000 weinig tegenin in te brengen valt gezien de vele titels en publieke belangstelling, mag mede als erfgoed van Bill Pijl worden beschouwd. Hij, die op 78-jarige leeftijd als Mister Basketball naar het hiernamaals is afgereisd, kan worden bestempeld als grondlegger van de unieke basketbalcultuur in Gruno's veste.
Zijn intense beleving van deze Amerikaanse sport leverde hem een ongeëvenaarde kennis van het spel op. Die hield hij niet alleen voor zichzelf. Nee, Bill Pijl was er alles aan gelegen dat zijn liefde voor het basketbal met zo veel mogelijk Groningers werd gedeeld. Jeugdige Stadjers vooral.
Hij had daar een ideaal podium voor, de Cort van den Linden ULO in de Violenstraat. Daar verdiende hij de kost als leraar handvaardigheid. Maar naar buiten uit was hij er bovenal dé basketbalideoloog. Gymnastieklessen waren, dank zij Bill Pijl, veelal basketbaltrainingen.
Bill Pijl kreeg wat hij nastreefde; een unieke vijver voor basketbaltalent. Met als exponenten jongens als Albert van der Ark, Eddie Landman, Jeroen Talens, Cees Snitjer en Michiel Houttuin. Allemaal door Bill Pijl hoogstpersoonlijk gekneed tot basketballers van nationaal topniveau. Maar hij bracht er meer, te veel om allemaal op te noemen.
Om hen een optimale kans op ontplooiing te bieden, richtte Bill Pijl, samen met Dick Jager – uitbater van café Time Out - in 1969 een eigen club op: de Basketbal Vereniging Groningen, kortweg BVG genaamd. Op die manier kon hij vorm geven aan nóg een ambitie: met eigen jongens doorstoten naar de eredivisie. En jawel, ook deze missie slaagde.
Tien jaar later promoveerde BVG, met Bill Pijl als headcoach, naar de eredivisie. A dream came true. Zijn ideologie had gezegevierd. Het bereiken van het vaderlandse basketbalwalhalla met zelf opgeleide spelers was ook een statement richting het grote, door Nationale Nederlanden rijkelijk gesponsorde Donar. Bij deze club werd altijd wat meewarig gedaan over de capaciteiten van Bill Pijl. Men nam hem in de toenmalige Evenementenhal niet serieus.
Ergo, men probeerde zelfs de promotie van BVG tegen de houden bij de toenmalige Topsportliga. Vergeefs overigens. En dus werd er in de Groninger sportwereld, najaar 1979, met enige spanning uitgekeken naar de stadsderby van het jaar. Hoewel… het was in feite Klein Duimpje (BVG dus) tegen de rijke Reus. Ideologie versus kapitalisme. Op voorhand een verloren gevecht voor Pijl c.s.
Vandaar ook dat de thuishaven van BVG, sporthal Vinkhuizen, niet eens was uitverkocht voor deze clash. En het liep zoals iedereen vantevoren dacht. BVG was volstrekt kansloos, hoewel Pijl met Leartha Scott en LJ Pipkin als Amerikaanse huurlingen van dienst, min of meer van zijn heilige geloof was afgestapt. In de eredivisie, wist hij ook wel, kon je nu eenmaal niet zonder buitenlanders. Op de dag van de derby had hij ook nog gauw een Antilliaan opgetrommeld, ene Ansel Aleyne. Ook deze tropische verrassing mocht niet baten, NND, zoals Donar toen ook wel werd genoemd, won zonder al te veel moeite met 116-94. Pipkin was bij lange niet opgewassen tegen Donars center Mike Schulz, die er liefst 39 punten ingooide.
Ook in de drie daarop volgende derby's – dubbele competitie vandaar – was er voor BVG geen eer te behalen. De eredivisie was voor de eigen kweekclub simpelweg veel te hoog gegrepen. Met degradatie als logisch gevolg. Van de veertig wedstrijden kon BVG er slechts twee winnen, beide keren met de diep gevallen landskampioen Rotterdam-Zuid als tegenstander.
De basketbalideoloog Bill Pijl was een illusie armer en de vaderlandse basketwereld haar laatste stadsderby.