“Better never stops!”
Beeld: Jan Kanning
Sofia. De dag na de wedstrijd. Kater! Het is slecht wakker worden op de ochtend van 11 januari. De wedstrijd spookt door mijn hoofd. Wat laten we een ontzettend grote kans liggen op het bereiken van de laatste 16 in de CEV cup. Een reeds historische en uniek geleverde prestatie voor Abiant Lycurgus had hiermee nog meer glans kunnen krijgen.
We spelen ontzettend slecht in de uitwedstrijd. We verliezen vooral van onszelf door een gebrek aan “echte” mentaliteit. Of is het een off-day? Speelt faalangst een rol of hebben we gewoon te maken met een betere tegenstander? In alle eerlijkheid heb ik het antwoord nog niet. Ik word “gechallenged” als coach. Ik pak mijn Ipad en kijk via de app van de NOS naar de afscheidsrede van Barack Obama. Het raakt me, vooral de woorden richting zijn vrouw en kinderen. Trots is hij op ze. Misschien is het de kater die me emotioneel maakt, maar ik heb gelijk de drang om Louise en June te zien. Ik FaceTime liggend in bed met ze. Denkend aan gisteravond, de kater en de afscheidsrede van Obama kan ik snel relativeren. Er gaat niets boven winnen, maar vooral niets boven mijn “kleine” meiden.
Toch laat de wedstrijd me allesbehalve los. Het is een vervelend gevoel. Het gevoel dat we ondanks een hele slechte wedstrijd alle sets maar zeer close verliezen en alle kansen in mijn beleving hadden om er meer uit te halen. Boven de 20 toeslaan, juist bij spanning opstaan, goede dingen doen op het juiste moment, kansen zien in plaats van de belemmering. Het is een bekend thema in de sport. Er wordt over geschreven, gesproken en geoordeeld. De charme van sport, iedereen praat erover mee, alsof we er allemaal verstand van hebben. Als toeschouwer bij FC Groningen hoor ik het vaak in vak SS: “Ze willen niet”, “Er zit geen echte drang in”, “Het zijn geen klootzakken”, “Wat teleurstellend”. Het is altijd hetzelfde aan het eind van de wedstrijd. Veelal oordelen en interpretaties van mensen die niet dicht betrokken zijn bij het proces en op basis van hun kennis geen vraag stellen maar oordelend vinger wijzen. Of zoals Sean Spicer de nieuwe “Press Secretary” van het witte huis zegt: “De feiten kunnen anders uitgelegd worden!”
Toch is het mijn taak als trainer-coach om te achterhalen waar het “probleem” zit. De oplossing te vinden. De juiste vraag te stellen. Waarom? Omdat ik er primair alleen maar ben om het maximale uit het individu en het team te halen. Situaties als deze maken mij beter in mijn vak. De casuïstiek van Sofia zet mij aan tot leren. Ik verdiep me via het internet in het thema mentale veerkracht, karakter, leiderschap op het veld en faalangst. Het is grappig wat je tegen komt als je deze zoekwoorden allemaal invult in de browser. Het gaat over het leiderschap van Kuijt en van Bommel ze worden getypeerd als echte winnaars. Over Iniesta die met zijn introverte karakter juist meesterlijk leiderschap vertoont door technisch begaafde dingen te doen als het nodig is. Of over Co Adriaanse die zijn spelers na een zeer teleurstellend verlies in de oefencampagne met Willem II tegen AA Gent 26 km laat lopen. Diversiteit alom. Een artikel van hoogleraar psychologie Nico W. van Yperen van de Rijksuniversiteit Groningen spreekt me aan in mijn zoektocht naar beantwoording van het “probleem.” Dhr. Van Yperen heeft het over Christian Taylor. Deze tweevoudig Olympisch atleet is het toonvoorbeeld van mentale veerkracht door na een zware blessure zijn techniek volledig aan te passen en op herhaling (na 2012) met succes zijn Olympische titel te verdedigen in 2016. Mentale veerkracht, een onmisbare eigenschap om de top te halen, vooral omdat de allerbeste atleten meer verliezen dan winnen.
Mentale veerkracht betekent letterlijk “het vermogen om na te zijn uitgerekt of ingedrukt, weer de oorspronkelijke vorm of positie aan te nemen.” Het wordt ook wel aangeduid als herstellingsvermogen, elasticiteit, of de kunst om zichzelf te herpakken. Een sporter met veerkracht herstelt zich van tegenslag door terug te keren op hetzelfde niveau, of beter, dan daarvoor (Van Yperen, 2016). Het artikel zorgt er bij mij voor dat ik vooral niet moet blijven hangen in het verlies, maar mentaal sterk moet zijn. Veerkracht moet tonen.
Donderdag, terug in Nederland, evalueren we met de groep de wedstrijd tegen Levski Ball Sofia. De evaluatie is gericht op stilstaan bij de ervaring, hierop reflecteren en uitspreken, dit concreet vertalen naar een nieuwe aanvliegroute en dit toepassen in de eerst volgende wedstrijd. Met als doel; leren, verbeteren en laten zien. Niet zozeer het winnen van de tegenstander of het bereiken van de laatste 16 is onderwerp van gesprek, maar voornamelijk thema’s waar we wel invloed op hebben. Ons eigen gedrag! Niet alleen binnen volleybal, maar sport in het algemeen, zitten zo ontzettend veel handelingen en gedragingen die je ook ondanks slecht spel of een fantastische tegenstander nog steeds goed kan uitvoeren. Een positieve mindset, scherpte en het nemen van je verantwoordelijkheid is hierin van cruciaal belang. In mijn beleving maakt focus op deze thema’s het karakter van het team. Dit kunnen blijven doen is het tonen van mentale veerkracht. We formuleren dan ook enkel streefdoelen die gericht zijn op ons eigen spel. Winnen van ons zelf! Het zijn volleybalhandelingen als uitdekken, positionering (en houding) in de verdediging, handpalmen naar de tegenstander op het moment dat de pass komt, etc.. allemaal handelingen waar we scherpte en focus van elkaar eisen. We formuleren de doelen positief (wat is het gewenste gedrag), gericht op de verbetering en met focus op de uitvoering. Ook formuleren we ze concreet (goed te evalueren) en zo dat als ze behaald zijn, ze verschil kunnen maken op detailniveau. Het goed uitvoeren van de 4 “key” points zoals wij ze binnen het team noemen maakt of we wel of niet tevreden kunnen zijn met het uiteindelijke spelbeeld.
Rijswijk moet er als eerste aan geloven, Sofia volgt daarna op de woensdag. Het spelbeeld maakt me een tevreden mens. De 4 “key” points worden uitstekend ingevuld. Het team toont karakter en mentale veerkracht. Na de uitschakeling tegen Levski Ball kan ik dan ook snel relativeren. Ik ben trots op een nieuwe standaard die we als team hebben neergezet. Het streefdoel is bijgesteld en winnen van de standaard is de nieuwe uitdaging. Verliezen blijft kloten. Pas het grote lijden, zo schrijft Nietzsche, dwingt ons alle vertrouwen, alle goedmoedigheid, versluiering, mildheid en middelmatigheid van ons af te zetten. Om jezelf te overwinnen heb je lijden en ziekte nodig. Ziek zijn is leerzaam, nog leerzamer dan het gezond zijn. De mens is in Nietzsches ogen een strevend wezen: om te overleven heeft hij iets nodig om naar te kunnen streven. Winnen van jezelf is het nieuwe streven. “Better never stops!”