Arie Haan: ‘Als trainer in China moet je je constant aanpassen’

Door: Lex Muller

Beeld: Archief Jan Kanning.

Zo’n acht jaar pionierde Arie Haan in China, waar hij ook nog eens zijn carrière als trainer afsloot. ‘Het is heel goed werken in China, maar constant aanpassen’, leerde hij in zijn tijd bij het nationale elftal en drie verschillende clubs. ‘Wij zijn veel agressiever van aard. Wij trekken snel onze mond open. Ik heb daar voortdurend een soort van diplomatie gevoerd. Een discussie bestaat ook niet. Ze laten je eerst helemaal uitpraten en zullen je nooit onderbreken. Dat verwachten ze dan ook van jouw kant.’

Tal van anekdotes noteerde en bundelde Arie Haan in zijn Chinese periode. ‘Tsheu La-Ling wilde daar een keer de Ajax-school promoten, zoals hij dat ook heeft gedaan in Slowakije. Maar wat jij denkt, kan je niet zo maar een-twee-drie overbrengen. Dat gaat met stappen en soms ook met ruzie maken.’ Zoals hij geregeld bekvechtte met manager Li, zijn baas bij de club Tianjin Teda. ‘Waar bemoei je je mee?, vroeg ik dan. Laat mij het doen zoals ik denk dat het moet. Dan liep hij kwaad weg. Dat ging zo twee maanden lang door. Ik heb mijn excuses ook aangeboden. Hij heeft die geaccepteerd. Hij is nu een goede vriend van mij.’

Na het WK van 2002 pakte Arie Haan de functie aan van bondscoach in China. ‘Ik heb dat twee jaar gedaan. De nationale ploeg was toen belangrijker dan nu. Ik kon de selectie maanden bijeenhouden. Dat is niet meer zo. De competitie gaat nu voor. In mijn tijd waren de spelers er graag bij. Dat gaf de spelers status, ze waanden zich A 1-spelers.’ Tot eind 2004 coachte hij de Chinese sterrenbrigade langs dertig wedstrijden. Met als cijfers: 17 overwinningen, 7 keer gelijk, 6 nederlagen. Niettemin onvoldoende om het team naar de eindronde van 2006 in Duitsland te gidsen. Hij stapte daarom zelf op.

Vijf jaar later was hij klaar met zwerven na een halve reis over de wereld langs de Iranese club Persepolis FC, Kameroen en Albanië. Twee keer bondscoach, voor niet al te lange duur. ‘In Kameroen ben ik na een conflict met het bestuur na een half jaar zelf gestopt. De bond eiste toen acht ton van mij, omdat ik de beslissing had genomen. Bij alle clubs heb ik de gestelde doelen gehaald.’

Dankzij zijn Chinese vriendin doorgrondde Arie Haan vlotter dan menig buitenlander de geheimen van een goede omgang met de inwoners. ‘Het was niet gemakkelijk maar ik denk dat ik toch heel veel heb bereikt. Ik heb trainingen veranderd. Niet ineens, maar met veel geduld, door te luisteren en me aan te passen. Iedereen is bang voor gezichtsverlies. Bij het afwerken op het doel moest ik de spelers bijbrengen en geruststellen dat ze ook naast kunnen schieten, dat zoiets hoort bij de sport. Zelf heb ik ook veel geleerd in China.’

Van 2009 tot 2016 besteedde hij de laatste zeven jaar van een 31-jarige loopbaan als trainer met een enkele onderbreking aan Chongqing Lifan, Tianjin Teda, Shenyang Shenbei FC en nogmaals Tianjin Teda. ‘Bij Chongqing ben ik bijna een jaar geweest. Tianjin heb ik van de tweede naar de eerste klasse geleid. Met deze club hebben we de beker gewonnen en een hoogstaand toernooi in Hongkong. Het zijn de enige prijzen die Teda ooit heeft gewonnen. Ik heb een leuk leven gehad in China.’

Bij Shenyang Shenbei lukte het Arie Haan niet promotie af te dwingen met de tweedeklasser uit Noord-China. De verbintenis strandde dan ook al na 121 dagen. ‘Teda wilde mij terug hebben. Mijn moeder werd in die tijd opgenomen. Ik ben daardoor bijna twee jaar weggeweest uit China.’ In 2014 willigde hij alsnog het verzoek in van Tianjin Teda en sloot weer vriendschap met deze havenstad in het noorden. ‘Ik ben daar twee keer twee jaar geweest. Het langst van allemaal bij een club. Langer ook dan bij Stuttgart (3 jaar) en Feyenoord.’ In Rotterdam volgde hij oktober 1995 de ontslagen Willem van Hanegem op. Maar na twee jaar onderging hij hetzelfde lot en moest wijken voor Leo Beenhakker. Nog immer één van zijn grootste afknappers.

‘In China ontdekte ik dat oudere spelers de baas zijn. Zij nemen de jongeren onder hun hoede. Zij doen wat de ouderen zeggen. Ik wilde dat uitbannen. Met heel veel moeite is me dat gelukt’, blikt Arie Haan redelijk voldaan terug. ‘Ook in mijn tijd konden de spelers daar al goed verdienen. Een goede speler incasseerde tussen de 3 en 5 ton netto. Maar de verschillen waren al heel groot. Vooral jeugdspelers kwamen hooguit aan 80.000.’ De waanzin van nu met absurde transfersommen en duizelingwekkende miljoenencontracten wekte de ergernis op van de staat, die al maatregelen heeft afgekondigd. ‘Mij is vaak gevraagd hoe lang het nog gaat duren, eer China doorbreekt aan de top in het voetbal? Mijn antwoord luidt dan steevast: Ik zal dat niet beleven.’

Inmiddels 68 jaar laaft Arie Haan zich voldaan aan de geneugten van een bezadigd bestaan zonder stress. ‘Eind december 2015 ben ik gestopt. Ik wilde dat al in juli, maar Teda wilde heel erg graag dat ik mijn contract afmaakte. Ik kon weer voor een jaar bijtekenen, maar ik kon het echt niet meer opbrengen. Ik wil ook niet meer trainen. Ik heb niet meer de kracht om elke dag weer honderd procent te geven om een groep van 22 tot 24 spelers in het gareel te houden. Op een dag doemt er altijd wel weer een probleem op, dat je zal moeten oplossen. Het gaat nooit helemaal goed. Om dat aan te pakken, had ik niet meer de energie. Ik was al vanaf 1984 actief als trainer. Na 31 jaar was het genoeg geweest.’

Geboren op 16 november 1948 in Finsterwolde (tegenwoordig gemeente Oldambt) zogen zijn roots hem terug naar het hoge noorden van Nederland. ‘Ik heb hier ook mijn vrienden.’ Januari 2014 schafte hij zich een knus stulpje aan in de voor hem zo vertrouwde omgeving, vanwaar hij in 1969 via WVV uit Winschoten in alle windrichtingen uitvloog. ‘Ik heb ook een huis in Denia in Spanje. Over een heel jaar breng ik daar meer dagen door dan in Groningen.’ Wat verder weg van het lachwekkende gekrakeel over de keuze van een bondscoach voor Oranje. ‘Er is wel talent, maar er zijn slechte coaches’, benoemt Arie Haan zijns inziens het middelpunt van de problematiek in het vaderlandse voetbal.


Lex Muller

Over Lex Muller

Lex Muller is sportjournalist. De ex-sportchef van het AD, RTL4 en SBS6 heeft zich nu volledig toegelegd op publicaties voor het internet. Hij schrijft regelmatig (internet)columns en verslagen over voetbal en is auteur van de thriller 'Een wandelende tijdbom' over het WK van 1994.