Als het maar over sport gaat…
Of ik voor Sport in Stad een nieuwe column wil schrijven. Natuurlijk wil ik dat. Je mag zelf weten wat je schrijft, als het maar over sport gaat. Dat is de opdracht. Dus. Dan rijst wel de vraag, schrijf ik over zelf sporten, mijn liefde voor de sport of de beleving van sport (kijken) als zodanig? Laten we eerlijk zijn, ik fiets wel eens wat op de racefiets, maar een topsporter ben ik niet. En – om in de eerlijkheid te blijven – ik schrijf wel eens wat, maar een (sport)journalist of schrijver ben ik niet. Nou en. Ik houd van sport (kijken) en ik schrijf graag. Goede combinatie toch?
Laat ik beginnen met de beleving van sport (kijken) en dan kom ik (natuurlijk als eerste) uit bij basketbal, bij Donar, mijn favoriete club in en uit Groningen. Na een dappere poging overeind te blijven in de Basketball Champions League (wat dus niet is gelukt; Donar overleefde de kwalificatie niet), vond woensdag 19 oktober jl. de eerste wedstrijd plaats in het kader van de FIBA Europe Cup. Ook leuk. De tegenstander die dag was BCM Gravelines uit Frankrijk. De Franse tegenstander was vooraf bestempeld als favoriet terwijl bij Donar de heren Dourisseau, Slagter en Veenstra wegens blessure- dan wel ziekteleed niet inzetbaar waren. Tot aan halverwege de wedstrijd ging het aardig gelijk op, al moet ik zeggen dat de driepunters aan Franse kant toch makkelijker werden gescoord. Jeter hield Donar bij elkaar en is momenteel feitelijk drager van het team. Althans, dat is mijn bescheiden mening. Aan het begin van het derde kwart was aan de individuele puntenscore goed te zien hoe waardevol de nieuwe aanwinsten Smith en Pašalić voor Donar zijn. Mooie spelers om naar te kijken en ik weet zeker dat de nummers 11 en 33 aan het einde van het seizoen (ook) publiekslievelingen zijn. Het alom – door mij – gevreesde derde kwart liet de verschillen tussen beide teams zien. De voorsprong van de Fransen liep op enig moment op tot 12 punten. Jammer, want dat had niet gehoeven. Zo goed waren die Fransen nu ook weer niet. Wat Donar miste op dat moment was ‘bezieling’, het leefde even niet meer. Het was niet slecht, maar ook zeker niet goed en dat vind ik altijd pijnlijk om te zien. In het vierde kwart heeft Donar zeker nog pogingen gedaan om dichterbij gekomen wat uiteindelijk ook wel, zij het mondjesmaat, is gelukt. Helaas werd verloren met 9 punten verschil: 70-79. Kansloos was Donar zeker niet, dus wie weet wat de uitwedstrijd nog gaat brengen. Volgende tegenstander in de Europe Cup is het Belgische team Limburg LTD en daarna wacht nog Körmend uit Hongarije. De wil om te ‘overwinteren’ in Europa is aanwezig en ik heb, als ras-optimist, zeker nog goede hoop. Eén wedstrijd is géén wedstrijd per slot van rekening.
Dan een stukje vergeten sport, althans dat vind ik, namelijk kunstschaatsen (of eigenlijk ijsdansen). Ik weet nog dat wij vroeger thuis hele middagen aan de buis gekluisterd zaten in afwachting van het Canadees-Franse koppel Paul en Isabelle Duchesnay (broer en zus). Af en toe kijk ik de video’s van de bijzondere en spectaculaire uitvoering van ‘Missing’ nog eens terug. Als ik de panfluitmuziek hoor (om het plaatje compleet te maken het liefst met commentaar van Joan Haanappel), dan zie ik mezelf voor de televisie in de achterkamer van mijn ouderlijk huis zitten. Prachtig. IJsdansen zoals ijsdansen bedoeld is. En dan kom ik toch weer bij de beleving van sport. Sport is emotie. Sport is beleving. Het is maar net wat je er in wilt zien. Ik kan enorm genieten van jaaroverzichten van de sport, zeker in de jaren wanneer we Olympische Spelen hebben gehad.
Vind ik dan alle sporten leuk om naar te kijken? Nee, dat dan weer niet. Afgelopen zomer keek ik naar het olympisch worsteltoernooi. Eerlijk is eerlijk, worstelen daar heb ik helemaal niets mee. We hadden net het judotoernooi gehad en ik had net die terminologie een beetje onder de knie. Ik kon de judotermen Ippon, Waza-ari en Yuko aardig van elkaar onderscheiden en zowaar herkennen in het spel. Die wetenschap bracht mij echter helemaal niets bij het worstelen. Het was en is mij bij het worstelen nog steeds niet duidelijk wanneer je bij die sport wint of verliest. Die beleving vind ik dan toch wezenlijk anders.
En ik weet niet of het u wel eens opvalt, maar er schijnen steeds meer activiteiten het predicaat ‘sport’ te krijgen. Zo wordt skateboarden in 2020 een nieuwe olympische sport. En toen ik onlangs op een zonnige herfstmiddag in het Stadspark in Groningen wandelde, vlogen de frisbees mij om de oren. Naar het schijnt was er een heus frisbeetoernooi aan de gang in ons park. Persoonlijk denk ik bij een frisbee onmiddellijk aan een spelletje op het strand, maar het schijnt een heuse sport te zijn. Inmiddels heb ik mij wat ingelezen en de frisbeesport is kennelijk één van de snelst groeiende sporten in de wereld. Je hebt de teamsport (ultimate), een combinatie van rugby en voetbal, maar dan met een frisbee. Daarnaast heb je de individuele sport (disc golf), waarbij je de frisbee in een zogeheten ‘polehole’ moet gooien (het lijkt dus op golf maar dan met een frisbee).
Genoeg geschreven over sport kijken en de beleving van sport, althans mijn beleving van sport. Tijd om zelf weer te sporten (in plaats van alleen maar te kijken). Het is herfst en mijn racefiets krijgt z’n welverdiende rust. Tijd voor de hardloopschoenen. Mijn route ligt in het Stadspark dus ik weet dat ik tegenwoordig moet uitkijken voor rondvliegende frisbees…