‘t Groningen Gevoel van …

…Martin Drent

Voor mij is dat de Martinitoren. Gek eigenlijk want die staat daar ook maar, het is een punt van herkenning als je in de auto zit. Dat voelt als thuiskomen ondanks het feit dat ik al vanaf 1996 in Emmen woon. Door het voetbal kwam ik daar terecht, kreeg een contract voor vier jaar en kwam met Michel van Oostrum te spelen. In zijn straat kwam een huis vrij en die heb ik gekocht. Prachtige woning aan het water, niets mis mee. Natuurlijk blijf ik een echte Stadjer. Geboren in de wijk Paddepoel, daar altijd met de bal in de weer met als ultieme doel ooit in het eerste van FC Groningen te spelen en die missie is gelukt. Mijn moeder woont er nog steeds, ik kom nog regelmatig bij haar op bezoek. Natuurlijk frequenteerde ik tijdens mijn loopbaan ook de nodige kroegen in de binnenstad. Machtig mooi. Dat is ook teambuilding, mensen vergeten weleens dat ik daarvoor natuurlijk gewoon acht keer per week trainde en helemaal voor mijn sport leefde. Soms moet je ook de touwtjes laten vieren en daar had ik inderdaad geen moeite mee haha.

Verder vind ik de provincie Groningen echt prachtig. De weidse vergezichten, de ruimte. Voor mijn werkzaamheden bij RTV-Noord kom ik op allerlei mooie plekjes, echt een verrijking. Het verbaasde mij dan ook niet dat Winsum onlangs tot het mooiste dorp van Nederland werd verkozen. Ik kan mijn mening kwijt over FC Groningen als analist bij deze omroep en maak samen met Stefan Bleeker en Niiwino Geertsema een wekelijkse podcast genaamd De Koffiecorner waarin we het wel en wee omtrent de FC met humor en kunde bespreken op een luchtige manier. Ik analyseer de wedstrijden waarover ik mijn mening mag ventileren altijd heel serieus, kijk het duel sowieso helemaal en soms nog weleens een keer extra om er bepaalde dingen uit te kunnen halen die een toevoeging zijn.

Ik ben heel tevreden met mijn leven, besef elke dag dat het ook zomaar anders kan zijn. Probeer mijn conditie goed op peil te houden door meerdere keren per week tien kilometer hard te lopen. Dat is echt een uitlaadklep om mijn hoofd leeg te krijgen en ook functioneel omdat ik zo fit blijf. Ik vind dat ik als hoofdtrainer van Gomos ook zo afgetraind mogelijk voor de groep moet staan. De afgelopen periode is natuurlijk wel heel raar geweest, ik ben zo blij dat ik met die club weer de wei in kan. Een hele gemoedelijke club met 400 leden. Iedereen helpt elkaar en wil ook presteren. Een mooie combinatie. Zo hebben we recentelijk allerlei verbeteringen op ons complex aangebracht. Iedereen mocht vrijwillig meewerken, maar bijna de hele club was aanwezig. Ook de voltallige selectie van het eerste elftal. Dat er dan na een dag zwoegen een aantal kratjes bier koud staan tekent de betrokkenheid van iedereen die iets met die club te maken heeft.

In mijn ‘mancave’ in Emmen luister ik heel erg graag naar Ede Staal en Erwin de Vries. Prachtige zangers die het Groningse lied voor mij vormgeven. Ik heb een buurman uit Rotterdam en dan zet ik bewust het volume weleens te hard. De eerste keer kwam hij langs met de woorden ‘kan dat niet wat minder’, maar toen ik hem uitnodigde om echt naar de tekst te luisteren was hij ook om. Nu ook ik wat ouder word denk ik best weleens aan de dood. Ik wil alles goed geregeld hebben dus ik wil absoluut in Groningen begraven worden. Heel gek dat ik dat al georganiseerd wil hebben, dat geeft een zekere rust. Verder vlieg ik het leven aan zoals ik dat altijd gewend ben. Jezelf zijn, daar kom je het verste mee.